ContextDe onregelmatig gevormde begraafplaats bevindt zich ten noorden en noordoosten van de in 1951 vernieuwde Sint-Jan’s-Onthoofdingskerk. Voordat deze kerk in 1944 werd verwoest kende deze een voorganger in neogotische stijl uit 1859.Ter plaatse van de begraafplaats werd in 1802 de uit de achttiende eeuw daterende schuurkerk vervangen. Deze kerk is op het kadastraal minuutplan herkenbaar als een fors rechthoekig bouwdeel dat zich ten noordoosten van de huidige kerk bevond. De huidige verkaveling voert mogelijk deels terug op deze vroegere kerk. De lage gemetselde muur, die de noordwestzijde van de huidige begraafplaats begrensd vormde vermoedelijk in deze periode al de begrenzing van het terrein. BeschrijvingDe muren zijn opgetrokken in een donkerrode handvorm baksteen in kruisverband. Bij het muurdeel ten noorden van de entree tot de begraafplaats en langs de aansluitende noordwestrand van de begraafplaats komen bakstenen met een formaat tot ca. 23 x 11,5 x 4/4,3 cm voor met een vermoedelijk 18de-eeuwse oorsprong.Het bovenste deel van deze muur kent overwegend baksteen van ca. 22 x 10 x 4,3 cm, passend bij een datering in de vroege 19de eeuw en daarmee het moment dat de schuurkerk werd vervangen. Verder komen veel incomplete stenen voor van ca. 21 x 10,5 x 5 cm. Dit betreft waarschijnlijk latere reparaties. Bij het noordoostelijke deel van de gemetselde muur overheerst laatstgenoemde 19de-eeuwse baksteen. Bij het oostelijke deel van de begrenzing langs de noordwestzijde van de begraafplaats is een recente, niet beschermenswaardige muur in beton aanwezig Het middels een ezelsrug afgedekte muurdeel ten noorden van het koor van de huidige kerk heeft aanzienlijk forsere baksteen van ca.24/24,5 x 12/12,5 x 5/5,5 cm, wat algemeen wijst op een vroegere datering. Het is waarschijnlijk dat (delen van) deze muur het restant vormt van de vroegere kerkgebouwen. De aangebrachte ezelsrug is bij het westelijke deel uitgevoerd in baksteen van 22 x 4 cm, passend bij een datering in de vroege 19de eeuw. Bij het oostelijke deel is de ezelsrug recent vernieuwd. | 2 |
Op de begraafplaats bevinden zich enkele graven die zich duidelijk onderscheiden van de overige graven. Het betreft drie ten noorden van de huidige kerk gelegen pastoorsgraven en een dubbelgraf van twee in de Tweede Wereldoorlog geëxecuteerde jonge inwoners van Nuland. De drie pastoorsgraven liggen dicht bij elkaar, even ten noorden van de kerk. Het oudste graf ligt iets afgezonderd ten zuidwesten van de andere twee, naast elkaar gelegen graven. Het zuidwestelijke pastoorsgraf is het oudste graf op de begraafplaats en behoort toe aan de in 1806 in Tilburg geboren Pastoor Franciscus Adrianus Pollet. De uit een vooraanstaande Tilburgse fabrikantenfamilie afkomstige Pollet werd in maart 1853 benoemd tot pastoor en heeft zich sterk ingezet voor de, bij zijn benoeming weinig bloeiende parochie. Mede dankzij deze inspanningen kon op 26 september 1859 een nieuwe kerk in gebruik worden genomen. Pollet bleef tot zijn overlijden op 28 maart 1879 pastoor in Nuland. Het graf heeft een rechthoekige, ver uitspringende hardstenen basis. Hierboven is een schuin oplopende hardstenen opbouw met geprofileerde randen aanwezig. In het midden van de vier zijden zijn halfrond afsluitende vlakken toegepast. De vlakken zijn met opliggende symbolen gedecoreerd. De rondom geprofileerde opbouw is afgedekt met een vlakke dekplaat met de (thans niet meer leesbare) inscriptie. | 3 |
Het zuidelijke graf, van de twee direct naast elkaar gesitueerde pastoorsgraven, behoort toe aan de op 19 november 1850 in Leende geboren Pastoor Petrus van Dijk. Hij overleed op 27 februari 1910. Het graf bestaat uit een in hardsteen uitgevoerde verhoogde onderbouw met een vlakke hardstenen deksteen. Het graf is voorzien van een hardstenen stèle op een geprofileerde sokkel. De met eikenblad gedecoreerde inscriptie luidt: DE ZEEREERW. HEER PETRUS VAN DIJK PASTOOR VAN NULAND GEBOREN TE LEENDE 19 NOV. 1850 OVERLEDEN 27 FEB. 1910 R.I.P. Petrus van Dijk was van 1897 tot 1910 pastoor van Nuland. Het noordelijke graf van de twee direct naast elkaar gesitueerde pastoorsgraven heeft een verhoogde, geheel in hardsteen uitgevoerde onderbouw, waarvan de zijkanten zijn uitgevoerd met verdiept liggende velden tussen hoekposten met biljoenprofileringen. De sobere hardstenen deksteen is over het gehele oppervlak voorzien van een inscriptie in opliggende letters met de (deels onleesbare) tekst: DEN WELEERWAARDEN HEER JOANNES ARNOLDUS VAN EERT LID DEN DERDE ORDE VAN DEN H. FRANCISCUS GEBOREN TE VO...E 28 APRIL 1840 PRIESTER TE ANSUM 20 JUNI 1865 KAPELAAN ... Het graf heeft voorts een sobere hardstenen stèle met een verzwaarde basis en naar boven versmallend. In het voorvlak bevindt zich een wit, rustica bewerkt veld met een opliggende kelk. Aan de bovenzijde is het portret van pastoor Van Eert opgenomen binnen een zwaar uitgevoerde opliggende lauwerkrans geflankeerd door banderollen. Daaronder de inscriptie: | 4 |
Ten noordoosten van de kerk bevindt zich het dubbelgraf van de tijdens de Tweede Wereldoorlog omgekomen Piet Voets (geb. 1922) en Piet Ketelaars (geb. 1902). Zij werden op dinsdag 5 september 1944 (Dolle Dinsdag) door Duitse soldaten standrechtelijk geëxecuteerd langs de Rijksweg als vergelding voor vernielingen aan het nabij gelegen Duitse hoofdkwartier. Hun namen worden ook vermeld op het herdenkingsmonument op de hoek Heiweg / Dorpstraat. Het graf heeft een leistenen grondvlak binnen een hardstenen omranding. De forse, eveneens hardstenen stèle heeft een verzwaarde basis met daarvoor een naar weerszijden aflopend vlak met inscriptie: ZIJ RUSTEN IN VREDE. ONZE LIEVE ZOON BROEDER EN VERLOOFDE PETRUS JOH. KETELAARS * VEGHEL 16 DEC. 1902 † ROSMALEN 9 SEPT. 1944 | 5 |
en, rechts: ONZE LIEVE ZOON BROEDER EN VERLOOFDE PETRUS VOETS * ROSMALEN 21 MRT. 1922 † ROSMALEN 9 SEPT. 1944. | 6 |
Motivering voor plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst1. Architectonische en stedenbouwkundige waardenDe huidige onregelmatige opzet van de begraafplaats voert terug op de verkaveling die in ieder geval in de vroege 19de eeuw al deels aanwezig is. De nog aanwezige historische muren markeren historische perceelgrenzen. In de verkaveling en binnen het terrein nog herkenbare structuren ligt daarom stedenbouwkundige waarde.2. Bouw- en/of kunsthistorische waardenDe langs- en op de begraafplaats aanwezige gemetselde muren komen voort uit historische perceelgrenzen. Deze delen zijn tastbare- en herkenbare herinneringen aan de oorsprong en ontwikkeling van de begraafplaats. In de muurwerken zijn historische bakstenen en bouwsporen bewaard gebleven. Hierin is bouwhistorische waarde gelegen. Naast de herkenbare restanten van het vroegere gebruik zijn ook beneden het maaiveld sporen van de voorgangers van het huidige gebouw of de begrenzingen van de begraafplaats te verwachten. Hierin is ook archeologische waarde gelegen. De op de begraafplaats, ten noorden van de huidige kerk gesitueerde pastoorsgraven uit 1879, 1897 en 1910 vormen markante herinneringen aan vroegere pastoors. Deze graven vertegenwoordigen in hun rijke opzet kunsthistorische waarde.3. Cultuurhistorische waardenKerken en bijbehorende begraafplaatsen spelen nog altijd een wezenlijke rol binnen dorpsgemeenschappen. Het zijn belangrijke plaatsen van samenkomst, maar ook van terugblik op het verleden. Zowel het gebruik als begraafplaats, maar ook de vestigingsplaats voor een kerkgebouw op deze locatie kent al een langere traditie. De opeenvolgende pastoors speelden hierin een belangrijke rol. Hierin is belangrijke cultuurhistorische waarde gelegen. Het ten noordoosten van de kerk gesitueerde dubbelgraf van twee in de Tweede Wereldoorlog geëxecuteerde jonge inwoners van Nuland vormt een tastbare herinnering aan deze belangrijke periode in de geschiedenis. Het aan dit graf verbonden verhaal wordt dan ook jaarlijks, tijdens de zogenaamde “oorlogswandeling” aan de Nulandse basisschoolleerlingen verteld. Als tastbare herinnering aan de Tweede Wereldoorlog en in de bijbehorende geschiedenis is cultuurhistorische waarde gelegen.De objecten op het kerkhof, Kerkstraat 34, bestaande uit de op het terrein aanwezige historische gemetselde muren, drie pastoorsgraven en een dubbelgraf uit de Tweede Wereldoorlog, zijn op basis van bovenstaande criteria beschermenswaardig als gemeentelijk monument in de gemeente ‘s-Hertogenbosch. | 7 |
Olv Klijn (FABRIC) e.a., 10 x Den Bosch. Tien perspectieven op een middelgrote stad, Rotterdam 2008
E. Verhees & A. Vos, Historische atlas van ’s-Hertogenbosch. De ruimtelijke ontwikkeling van een vestingstad, Amsterdam 2005
C. Swanenberg, Van oorlog overvloed en onvrede - Herinneringen uit Brabant, 2010
Heemkundewerkgroep Nuwelant, 2018