afb. M. Bimmel, 20 januari 2004
BeschrijvingAlgemeen:Het complex van boven- en benedenwoningen strekt zich uit van de hoek Willem van Nassaulaan / Koedijk tot de hoek van de Willem van Nassaulaan/Van IJsselsteinstraat en is in 1929 in sobere Amsterdamse Schoolstijl gebouwd naar ontwerp van H.W. Valk. Een hardstenen gevelsteen herinnert hieraan: ‘Eerste steen gelegd door Martin Rijkers oud 11 jaar 2-4-1929 H. W. Valk archt’. Het complex is opgebouwd uit vier niveaus, te weten een begane grond, een eerste, tweede en zolderverdieping onder een met oranje-rode Muldenpannen gedekt zadeldak. Op beide nokeinden van het dak en ter plaatse van de woningscheidende dwarsmuren bevinden zich schoorstenen. Beeldbepalend voor de gevelopbouw is de sterke horizontale gelaagdheid, die bereikt wordt door de ritmiek van de vensters en de dominante, over de volle breedte van de gevel doorlopende reeks vensters op de tweede verdieping.Voorgevel:De langgerekte gevel is opgemetseld met machinale bakstenen in Noords- of kettingverband en plat vol gevoegd. Het trasraam is met iets donkerder baksteen in kruisverband uitgevoerd en is afgewerkt met een halfsteens rollaag. De voegen zijn hier platvol gevoegd en afgesmeerd. Voor alle vensteropeningen geldt dat deze zowel aan de onder- als aan de bovenzijde zijn uitgevoerd met een halfsteens rollaag. Voor het overige kent de gevel geen geleding. De 25 wooneenheden zijn in de gevelopzet geclusterd tot vijf grotere eenheden. Er doet zich in de opbouw van de voorgevel een herhaling voor van vijf geveldelen die symmetrisch zijn aan elkaar. Iedere geveldeel afzonderlijk telt negen vensterassen, bestaande uit een reeks van vijf deuren en vier grote vensters op de begane grond, en uit drie grote en zes smalle venstertjes op de eerste verdieping. Het merendeel van de deuren, voorzien van een smal venster, is nog de oorspronkelijke en kenmerkt zich door het gedetailleerde uiterlijk. Het houten kozijn is gemaakt op een hoge hardstenen onderdorpel en bezit geen neuten. Ter plaatse van het bovenlicht versmalt het kozijn en daarmee het omliggende metselwerk aan beide zijden met een kleine sprong. De meeste van de bovenramen bezitten nog de oorspronkelijke roedenindeling in drieën. Hierin is veelal het oorspronkelijke glas-in- lood nog aanwezig. De deuren worden geflankeerd door gemetselde, bakstenen pilasters die op een uitgemetseld basement zijn geplaatst en doorlopen tot de bovenzij | 1 |
de van het deurkozijn. De pilasters (penanten) zijn voorzien van een zandstenen blok aan de onder- en bovenzijde van de pilasters. Tussen de vier vensters op de begane grond moet een onderscheid gemaakt worden tussen twee grote, en twee iets kleinere vensters. Karakteristiek voor de Amsterdamse Schoolstijl waarin de grote vensters zijn vormgegeven, is het brede kozijnhout, het op het kozijnhout bevestigde kalf en het smalle, tweeledige bovenlicht. De kozijnen van de twee iets kleinere ramen is aanzienlijk lichter gedimensioneerd. De vormgeving van deze vensters zijn echter als bij de grote vensters, zij het dat een van de twee liggende bovenramen bewegend is. Opvallend is de halfsteens rollaag onder een aantal vensters: deze rollaag is namelijk veel minder breed dan de maat van het kozijn. De vensters op de verdieping zijn qua vormgeving en detaillering identiek aan de grote vensters op de begane grond. De smalle vensters hebben een eenvoudige opzet met een draaiend, danwel een vast raam. Het opgaand muurwerk van de beide buitenste vensterassen van iedere geveldeel is geaccentueerd met siermetselwerk. Zo is allereerst het muurwerk tussen het venster op de begane grond en de verdieping uitgevoerd met een fries van uitgemetselde strekkenlagen, afgewisseld met verdiepte banen wit geschilderd bakstenen op hun plat. Het metselwerk boven het venster op de eerste verdieping is gedecoreerd met twee driehoeken - topgevels als het ware - van wit geschilderde banen en uitgemetselde strekkenlagen. Opvallend is de reeks van afwisselend draairamen en vaste ramen op de tweede verdieping, die onafgebroken over de volle breedte van de gevel doorloopt. Deze horizontaliteit wordt nog eens versterkt door de doorlopende, aan de onderzijde met kraaldelen betimmerde bakgoot met fors overstek, direct boven deze vensters.Linkerzijmuur:De linkerzijmuur grenst aan het in 1931 gebouwde complex Willem van Nassaulaan 1-2 / Koedijk 20- 22.Rechterzijmuur:De rechterzijmuur grenst aan het in 1931 gerealiseerde bouwblok op de hoek van de Willem van Nassaulaan en de Van IJsselsteinstraat en is derhalve grotendeels aan het zicht onttrokken. Slechts een fragment muurwerk is boven het dakvlak van het hiervoor genoemde bouwblok zichtbaar. De top van deze kopgevel is met een donkere steen gemetseld.Achtergevel:De achtergevel is vanaf de openbare weg niet zichtbaar.Interieur:Van het interieur zijn geen gegevens bekend. | 2 |
Redengevende omschrijvingHet complex Willem van Nassaulaan 3 t/m 28 heeft monumentale waarde vanwege de bouwstijl, de architect, de bouwmassa en de markante vormgeving van de langgerekte gevelwand aan de Willem van Nassaulaan. Het bouwblok is beeldbepalend, ondermeer in relatie tot de open stedenbouwkundige structuur van de omgeving. Gebouwd ten tijde van de grote woningnood in de jaren ‘20 en ‘30 van de twintigste eeuw is het complex op lokaal niveau van sociaal-economische betekenis en geldt het als een representatief voorbeeld voor een bepaalde fase in de stadsontwikkeling van ‘s-Hertogenbosch. | 3 |