A.F.A.M. Wetzer, 1 mei 2008
InleidingTwee in de wijk Het Zand gelegen voormalige herenhuizen. Het betreft twee tussenwoningen met achtererf. De wijk Het Zand is vanaf circa 1890 aangelegd in een gebied tussen de oude binnenstad en het spoor en ontleent zijn naam aan de noodzakelijke ophoging van het terrein dat voor militaire inundaties was afgegraven. De woningen werden gerealiseerd door particulier initiatief en voornamelijk betrokken door welgestelde Bosschenaren. Vanaf de Stationsweg, de primaire hoofdas van Het Zand, neemt de rijkdom in ornamentiek van de bebouwing in noordelijke en zuidelijke richting af, hetgeen correspondeert met de oorspronkelijke grondprijzen en de sociale status van de voormalige eigenaren en bewoners.De huizen werden rond 1900 gebouwd. Stilistisch vertonen ze invloeden van de Neo-Renaissance en de Art Nouveau. De voormalige herenhuizen zijn thans grotendeels als bedrijfsruimte in gebruik. De straatgevels zijn grijs geschilderd. Aan de achterzijde zijn de twee panden met elkaar verbonden via een moderne kantooraanbouw tussen de oorspronkelijke uitbouwen. Deze valt evenals een eenlaags aanbouw uit later tijd op het achtererf van nummer 20 buiten de bescherming. Ook inwendig zijn de panden met elkaar verbonden. Het interieur is daarbij gemoderniseerd en op onderdelen gewijzigd. OmschrijvingDe gedeeltelijk onderkelderde bakstenen panden beslaan een rechthoekige plattegrond en tellen twee bouwlagen en een kapverdieping onder een met blokleien in Maasdekking gedekt afgeplat zadeldak met de noklijn evenwijdig aan de straat. Aan de achtergevel een- en tweelaags uitbouwen onder plat. In de voordakschilden twee dakkapellen onder met zink gedekte zadeldakjes met ingesnoerde spitsen en deels voorzien van vensters met kleine roedenverdeling. Bij de in kruisverband gemetselde panden is natuursteen gebruikt voor de plint, lekdorpels, water-, cordon- en sierlijsten, diamantkoppen (deels als sluitstenen), balkonconsoles en voor de afdeklagen en ornamenten van de topgevels. Deels versoberde Art Nouveau tegeltableaus sieren de boogvelden en casementen onder de goot van nummer 20/20a. Bij nummer 22 sieren groen, rood en geel gekleurde bakstenen de boogvelden. De balkonbalustrades bestaan uit decoratief smeedwerk. Gevelopeningen onder segment- en rondbogen met rechtgesloten en rondboogvormige kozijnen. Versoberde schuifvensters, nog deels met glas-in-lood bovenlichten (nr. 22) en houten rolluiken (nr. 20), en originele beglaasde en betraliede paneeldeuren. Asymmetrische voorgevels met in de linkertravee van elk huis gelegen entrees. Bij nr. 22 is deze travee is zijn geheel naar achteren gelegen, bij nr. 20/20a zijn de entree en het bovenliggende venster gesitueerd in een verdiept muurveld. Een gecanneleerde regenpijp scheidt beide panden. Een samengestelde, één (nr. 20/20a)of twee traveeën (nr. 22) brede topgevel met toppilaster bekroont de gevels. Aan de dakvoet een overstekende goot op uitkragend metselwerk (nr. 20/20a) of consoles (nr.22).Achtergevels in schoon metselwerk met gewijzigde tweelaags uitbouwen, waarin oorspronkelijk (op de begane grond) de keuken, en eenlaags serre-uitbouwen waarboven balkon. Detaillering als voornoemd maar veel soberder. De opzet van de plattegronden is bewaard gebleven. Linkertraveeën met lange gang naar keukenuitbouw/achtererf en trap naar de verdiepingen. Aangrenzende, deels versoberde kamers-en-suite. Van de interieurs zijn vermeldenswaard: kelders met rode plavuizen; tochtportaal (nr. 20/20a) met afgebiljoend houten stijl- en regelwerk waarin tochtdeuren met geëtst glas; hallen met marmeren vloerplaten en plinten; trapportalen met decoratief gesneden trapbalusters; voormalige keuken (nr.20/20a) met restant schouw, schouwbalk en keukenkastjes met kleine roedenverdeling; diverse ruimten en vertrekken met zeer rijk stucwerk (veelal florale voorstellingen) en stuclijsten op de plafonds, paneeldeuren met geprofileerd lijstwerk, glas-in-lood in schuifdeuren en vensters en een enkele marmeren schouw. WaarderingHet tweetal voormalige herenhuizen is van algemeen belang. Het object bezit cultuurhistorische waarden daar het als voorbeeld van woningen voor de meer welgestelden een bijzondere uitdrukking vormt van de sociale segregatie in het begin van deze eeuw. Deze sociale status is nauw verbonden met de situering in stedenbouwkundige context. Daarnaast omdat het object als onderdeel van de eerste stadsuitbreiding buiten de wallen een belangrijke fase vertegenwoordigt in de stedenbouwkundige ontwikkeling van Den Bosch. Verder vanwege het belang voor de typologische ontwikkeling van het herenhuis. Het object heeft architectuurhistorische waarden vanwege de verzorgde ornamentiek en afwisselende detaillering in de bewaard gebleven elementen van het interieur en delen van het exterieur. Het object heeft ensemblewaarden als onderdeel van de historische blokverkaveling langs een van de hoofdwegen van de wijk Het Zand. Er bestaat een sterke stilistische en architectonische relatie met belendende bebouwing. Het object is van belang wegens de uit- en inwendig gaaf bewaard gebleven elementen en draagt bij tot de visuele en structurele gaafheid van de wijk Het Zand. |
1908 | G.J. Blom (kap. der inf.) |
1910 | G.J. Blom (kap. der inf.) |
1928 | mr. W.M. Visscher |
1943 | J.J.A.H.M. van Besouw (advocaat en procureur) |