Inleiding
In de wijk Het Zand gelegen voormalige herenhuizen met achtererf. Het betreft een als één architectonisch ensemble ontworpen bouwblok met vier woningen, begrensd door de Oranje Nassaulaan, belendende panden en een binnenterrein. In een groter verband maakt het bouwblok deel uit van het in zijn geheel door Dony ontworpen carré aan de Stationsweg, Oranje Nassaulaan Luybenstraat en Van der Does de Willeboissingel. De wijk Het Zand is vanaf circa 1890 aangelegd in een gebied tussen de oude binnenstad en het spoor en ontleent zijn naam aan de noodzakelijke ophoging van het terrein dat voor militaire inundaties was afgegraven. De woningen werden gerealiseerd door particulier initiatief en voornamelijk betrokken door welgestelde Bosschenaren. Vanaf de Stationsweg, de primaire hoofdas van Het Zand, neemt de rijkdom in ornamentiek van de bebouwing in noordelijke en zuidelijke richting af, hetgeen correspondeert met de oorspronkelijke grondprijzen en de sociale status van de toenmalige eigenaren en bewoners. De herenhuizen, thans nog ten dele als woonhuis in gebruik, werden ontworpen in 1897 door de oorspronkelijk uit België afkomstige architect J. Dony in opdracht van maatschappij ¿de Stationsweg. Als zoveel architecten uit de 19de eeuw ontwierp Dony in diverse stijlen. De toegepaste bouwstijl vertoont veel invloeden van de Neo-Renaissance. Bij nummer 2 is op de begane grond een modern etalagevenster geplaatst dat de symmetrische opzet doorbreekt. Een gevelreiniging heeft tot een afwijkende kleur en een versoberde ornamentiek geleid. De nummers 6 en 8 zijn inwendig met elkaar verbonden, evenals met het later aangebouwde eenlaags volume aan de rechtergevel (voormalig open erf). De voordeuren zijn vervangen. De interieurs zijn ten dele gemoderniseerd.
Omschrijving
De vier gedeeltelijk onderkelderde bakstenen panden beslaan ieder een L-vormige plattegrond en tellen twee bouwlagen en een kapverdieping onder een samengesteld dak, bestaande uit afgeplatte tent-, en schilddaken met gelijke dakvoet maar gevarieerde noklijn. Dakvoet met deels omlopende, geprofileerde goot op gesneden klossen; noklijn afgezet met overstekende dito goot. Dakschilden gedekt met schubleien in Maasdekking, deels ook met leien (nummer 2), gesmoorde bouletpannen (nummer 8) en nieuwe rode mastiektegels (nummer 2). Diverse dakkapellen, deels met originele kleine roedenverdeling, onder met zink of blokleien gedekte, overstekende schild- en tentdakjes.
Het symmetrische front van de met geknipte voeg in kruisverband gemetselde panden heeft hoekrisalieten en een middenrisaliet, bekroond met een samengestelde topgevel met aan weerszijden een balustrade. Bekroningen met siervazen, topmedaillon vermeldt ¿1897¿. Het voorfront telt twaalf traveeën waarvan de traveeën met de entrees terugliggen. De hoekpanden 2 en 8 zijn evenals de middenpanden 4 en 6 spiegelbeeldig in opzet en plattegrond. De voorgevels worden verlevendigd door het gebruik van hardsteen voor de plint, dorpels, gevelornamenten en gevelbekroningen; natuursteen voor lijsten, kraagstenen, en (deels afgeplatte of gebouchardeerde) diamantkoppen; gecementeerde speklagen, aanzet-, vorm- en sluitstenen; en tenslotte geel, rood of donkerblauw gekleurde baksteen voor sierverbanden in boogvelden, ontlastingsbogen, een fries onder de goot van de hoekvolumes en een boogfries onder de centrale topgevel. Gevelopeningen onder segment-, korf- en rondbogen waarin rechtgesloten, afgebiljoende, vensterkozijnen met schuifvensters, op de verdieping nog deels origineel met T-vormige ramen. Bovenlichten deels met glas-in-lood en deels met decoratief gesneden houten raamroeden (vooral nummer 4).
Het vrijliggende bovenste deel van de rechter gevel en de achtergevel zijn overeenkomstig, doch soberder gedetailleerd. In de rechter gevel diverse sierankers. De opzet van de plattegronden is herkenbaar bewaard gebleven. Entree met gang naar de keukenuitbouw aan de achterzijde en bordestrap naar de verdieping. Aan de gang gelegen kamer-en-suite met serre aan de achterzijde (deels gewijzigd). Van de interieurs, het best bewaard gebleven bij nummer 4, zijn onder meer van belang: kelders met troggewelfjes; hallen deels met paneeldeuren, geprofileerde deurlijsten en originele dorpels; trapportalen deels met decoratief gesneden balusters; keukens deels met versoberde schouw, schouwbalken en tegelwand; woonvertrekken deels met schuifdeuren voorzien van glas-in-lood, muurkasten, vensterblinden met panelen, marmeren schouwen en enkele stuclijsten en -medaillons.
Waardering
Het blok herenhuizen is van algemeen belang. Het object bezit cultuurhistorische waarden als voorbeeld van woningen voor de meer welgestelde inwoners. De sociale status is nauw verbonden met de situering in stedenbouwkundige context. Verder omdat het object als onderdeel van de eerste stadsuitbreiding buiten de wallen een belangrijke fase vertegenwoordigt in de stedenbouwkundige ontwikkeling van Den Bosch. Het object heeft daarnaast cultuurhistorische waarde vanwege het belang van de gekoppelde, spiegelsymmetrische plattegronden en verschijningsvorm voor de typologische ontwikkeling van het grootschalige herenhuis. Het object heeft architectuurhistorische waarden vanwege de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het architectonisch ontwerp, de verzorgde ornamentiek en de detaillering van de gevels en delen van het interieur. Het object heeft ensemblewaarden als onderdeel van de historische blokverkaveling langs een van de hoofdwegen van de wijk Het Zand. Er bestaat een stilistische en architectonische relatie met belendende bebouwing. In groter verband maakt het object deel uit van het in zijn geheel door J. Dony ontworpen bouwblok aan de Stationsweg, Van der Does de Willeboissingel en Luybenstraat. Het object is van belang wegens de gaafheid van de hoofdvorm en diverse bewaard gebleven elementen uit het interieur en draagt bij tot de visuele en structurele gaafheid van de wijk Het Zand.
| |