Een deel van het kloosterterrein, vermoedelijk het 'Atrium' of 'Den Sadel', kreeg in 1643 de bestemming 'corps de garde'. Hier werden de stedelijke paardenstallen gebouwd. De aangrenzende gronden aan de oostzijde kwamen aan de bezitters van de panden Pensmarkt 2, 4 en 6. In de 18de eeuw is op het westelijk deel van de 'corps du garde' het zogenaamde 'Mantelhuis' (Minderbroedersstraat 7) gebouwd. Dit huis is in het begin van de 20ste eeuw gesloopt ten behoeve van het winkelpand 'De Zon'. Er zijn geen (bouw)tekeningen van het pand bekend, zodat we slecht zijn ingelicht over de omvang en vorm. Beide panden waren voorzien van een kelder. In de kelders zijn door J. Mosmans resten van de koorafsluiting van de kloosterkerk aangetroffen. | 267 |
(Minderbroedersstraat nos. 3, 5 en 7) Waarschijnlijk om dit huis als mantelhuis voordeelig te kunnen verhuren bepaalde de Regeering van den Bosch den 28 Juni 1692, dat uitsluitend in dat huis mochten worden verhuurd de rouwmantels en de lamfers, die men oudtijds in den Bosch om en aan deed als men een lijk grafwaarts vergezelde, hetgeen steeds te voet geschiedde tot het jaar 1860, als wanneer in de kom van de stad den Bosch geene lijken meer
| 190 |
mochten worden begraven maar dit in het vervolg te Orthen in het aldaar nieuw aangelegd kerkhof moest geschieden. Aan zes personen verleende de Regeering der stad dit octrooi, waaruit blijkt, dat zes lieden het Mantelhuis exploiteerden.
Den 4 October 1709 (Reg. n° 521 f. 445) verkocht de stad den Bosch dit huis aan Hendrick Beda, Hendrick Oppers, Thomas Hurkens, Willem Comprez, Ida van Beugen wed. de Groot en Anna Maria van Keulen, allen wonende in den Bosch, bij eene akte, waarin het werd omschreven als volgt: eene huysinge, genaamt het Mantelhuys, mitsgaders een corps de guarde offte de stadsstallinge, staande aan de Minderbroedersstraat tusschen het huis, genaamd de Geleerde man, van den heer de Groulart, ex uno en het huis de Vergulde Tralie Marktwaarts ex alio en zich achterwaarts uitstrekkende tot aan het huis Liefkenshoek 1)
De verkoop van het Mantelhuis aan particulieren zal denkelijk ten gevolge hebben gehad, dat derden vermeenden aan het daaraan in 1692 verleend octrooi niet meer gehouden te zijn; immers de Regeering der stad achtte zich genoodzaakt 23 December 1772 ten behoeve van het Mantelhuis, dat toen het Stads Mantelhuis genaamd werd, de volgende publicatie uit te vaardigen: Mijn heeren den Hoogschout, mitsgaders Schepenen, Gezworens en Raaden der Hoofdstadt 's Hertogenbosch voorgekomen zijnde, dat deze en geene baatzuchtige Personen zig niet ontzien by voorkomende begraaffenissen rouwmantels zo binnen als buiten deze stadt te verhuuren en van zodanige ongequalificeerde te huuren tot groot nadeelen dergeenen, welke, als geinteresseerdens in het Mantelhuis binnen deze stadt in de Minnebroersstraat, daartoe alleen privativelijk geregtigd zijn; niettegenstaande daartegens bereids by Publicatie van den 28 Juni 1692 is voorzien: Zo is 't, dat mijn heeren de Hoogschout, mitsgaders Schepenen, Gezworens en Raaden voorsz., by Ampliatie en Renovatie van gemelde Publicatie, by deze elk
| 191 |
en eenen ieder wel expresselijk op nieuw interdiceren eenige rouwmantels binnen dese stadt of buiten dezelve gebruikt werdende, te leveren of te verhuuren, nog ook die by zodanige ongequalificeerde te haalen of te huuren dan alleen in het Mantelhuis in de Minnebroersstraat alhier op eene boete van fl 12, telken reize te verbeuren by dengeenen, die bevonden zal worden des contrarie te hebben gedaan, waarvan een derde part zal zijn voor den Heere Officier, een derde voor den aanbrenger en het overige een derde ten behoeve van het Burger weeshuis alhier en daarenboven op de verbeurte van de door de ongequalificeerde geleverde of verhuurde rouwmantels ten behoeve der geïnteresseerdens in het voorsz. Mantelhuis. In den loop der 19e eeuw had dit octrooi blijkbaar zijne verbindende kracht verloren, daar men toen in den Bosch ook nog een mantelhuis had op het St. Janskerkhof en een tegenover de St. Jacobsstraat. Al deze mantelhuizen verdwenen als zoodanig voor goed van het wereldtooneel toen op 1 Januari 1860 het stedelijk kerkhof te Orthen in gebruik werd gesteld en daarmede in den Bosch ophield het gebruik, dat men de lijken van zijne magen of vrienden te voet grafwaarts vergezelde 2).
Het octrooi, door de stedelijke regeering van den Bosch aan het Mantelhuis in de Minderbroedersstraat verleend, zal ten gevolge hebben gehad, dat het een groot kapitaal vertegenwoordigde en dat alzoo één persoon het niet alleen kon bezitten maar dat met meer anderen moest doen. Zoo laat het zich verklaren, dat Johannes Oppers, woonachtig te Boxmeer, 11 Juni 1731 (Reg. n° 555 f. 303 vso) 1/3 in 1/6 in het Mantelhuis verkocht aan Maria Anna Oppers, huisvrouw van den majoor Johan Ernst Sloot; dat bij Schepen akte van 17 April 1750 Jan Louis Verster, oud-schepen en raad van den Bosch, 1/6 kocht in een huizing en pakhuis in de Minderbroedersstraat, genaamd het Mantelhuis, met 1/6 van de daarin zich
| 192 |
bevindende bedden, dekens, rouwmantels en sluiers, tot dat huis behoorende, terwijl hij bij opvolgende akten van dat jaar nog daarin kocht 1/3 van 1/6 en 2/3 in 1/6, te zamen alzoo 1/3: dat bij schepenakte van 9 April 1756 de curator over den boedel van Joanna van Rosmalen weduwe van Willem Copier aan Nicolaas Pels, burger van den Bosch, verkocht 1/6 in het Mantelhuis, alsmede 1/6 in den volgenden inventaris daarvan: 254 rouwmantels, 10 slepers, 20 lamfers, 105 bedden, 117 peluwen, 12 kussens, alsmede 48 bedden en veeren op zolder;
dat bij schepenakte van 8 October 1757 Maria Elisabeth Hornkens verkocht 1/6 in het Mantelhuis met inhoud, haar aangekomen van hare ouders, aan Hendrik van Beugen, koopman te den Bosch en dat bij akte van 13 Juli 1758 Pieter de Groot, timmerman te den Bosch, daarin 1/18 verkocht aan Theodorus de Groot, die daarin reeds 1/18 had;
dat bij schepenakte van 17 December 1759 Abraham Verster, drossaard der heerlijkheid St. Michiels-Gestel, Jaspar Verster, notaris en procureur te den Bosch 3), mr. Philip Reinhard Vitrarius, griffier van het Kwartier en secretaris der Vrijheid Oisterwijk, als man van Henrietta Geertruy Verster, Pieter Francais Verster, kapitein 4) en Daniël Bosch, luitenant, als man van Johanna Gijsberta Verster, aan Johannes van Hanswijk, oud-schepen en raad van den Bosch, verkochten 1/3 in het Mantelhuis met inhoud, hun aangekomen uit de nalatenschap van hunnen respectieven vader en schoonvader Jan Louis Verster (den man van Catharina Gast); alsmede dat bij schepenakte van den Bosch van 21 Augustus 1802 mr. Anthony van Hanswijk, hoog- en laagschout der stad en Meierij van den Bosch en zijn broeder mr. Nicolaas Johannes van Hanswijk, woonachtig te Amsterdam, beiden in hunne hoedanigheid van executeurs-testamentair der nalatenschap van Johanna Maria
| 193 |
Catharina van Hijssel, weduwe van Johannes van Hanswijk voornoemd, 2/5 in het Mantelhuis, en de daarin aanwezige mantels, sluiers, bedden en dekens, verkochten aan Willem van Elten en Hendrik Verhulst, wonende in den Bosch. | 194 |
Noten | |
1. | Is thans het hotel het Groenhuis. |
2. | Taxandria IV p. 95. |
3. | Hij was geboren te den Bosch 22 December 1720 en huwde te St. Michiels-Gestel 1 September 1743 Catharina Digues de la Motte. |
4. | Hij werd geboren 25 September 1722 en huwde met Cornelia Philippina de Bruyn, waardoor hij de stamvader werd van den Eindhovenschen en Amsterdamschen tak der Versters. |
1865 | C.F.M. Spee (firma C. Spee Pessers) koopman in manufacturen |
1875 | wed. C.F.M. Spee (firma C. Spee-Pessers) koopman in manufacturen en fabriek tot zuivering van bedvederen |
1908 | G. Camps (firma F.B. Janssen) in lampen, blikw. porselein, glas enz. |
1910 | G. Camps (firma F.H. Janssen) kantoorbediende, handel in lampen, blikw. porselein, glas enz. - F. Meijer (2e Luitenant der Inf.) |
1875 | B. van Lier (in meubels) |
1881 | A.M. Bieleveld (boekhouder) - A.C. Kuijpers (handelsreiziger) - A. van de Winkel (borstelfabriekant) |
1894 | F.H. Janssen |
1910 | G. Camps (firma F.H. Janssen) kantoorbediende, handel in lampen, blikw. porselein, glas enz. - F. Meijer (2e Luitenant der Inf.) |
1881 | H.J.J. van Bree (directeur der gemeente-muziekschool) |