27 oktober 1954
Lopend over de Markt, ontdek je steeds weer - naast de etalages - de fraaie gevels. Des te meer valt het op als je in Den Haag door Madurodam loopt en in die miniatuurstad een Bosch' pand ontdekt, dat zich oorspronkelijk op de Markt bevond op het adres Markt 42 Het middeleeuwse houten huis De Gulden Poort aan de Bossche Markt bevindt zich thans in een verkleinde vorm in Madurodam. De meeste Bosschenaren echter herinneren zich dat hoge houten huis niet meer. Dat is al lang geleden... Sinds 1790 was dit middeleeuwse pand in het bezit van de familie Keukenschrijver. Toen was het nog een houten huis 'met een tooren daarop'. Dit pand werd echter door Nicolaas Keukenschrijver afgebroken en vervangen door een 'modern' winkelhuis. Dat gebeurde in 1816 en het bestaande pand werd toen vergroot door de twee belendende percelen (De Gulden Klok en De Gulden Kam) erbij te trekken. De familie Keukenschrijver dreef in het pand een handel in koloniale waren. Het huisteken van het pand, een gulden poort, bleef in het bovenlicht bewaard en heeft de gehele negentiende eeuw de naamsbekendheid vergroot. In het begin van deze eeuw dreef Arie Keukenschrijver er handel in koffie, thee, suiker en andere koloniale waren. Het was een kennelijk populaire hoek, daar op de Markt. Velen verzamelden er zich en 'de hoek van Keukenschrijver' raakte bekend als trefpunt. Deze bekendheid werd vergroot, toen na het vertrek van de handel in koloniale waren er zich een krant vestigde. Niet alleen werden dagelijks de kranten tegen de ramen gehangen, zodat ook de niet-abonnees er kennis van konden nemen. De extra-edities zorgden voor een groot publiek. Men kon er kennisnemen van extra-bulletins van de krant die het meest actuele nieuws brachten, zoals op het einde van de jaren dertig de berichten over de mobilisatie, maar ook werden op zondagen de standen van de belangrijkste voetbalwedstrijden actueel bijgehouden. Regelmatig werden de doelpunten voor of tegen BVV op de plakkaten bijgeschreven en iedereen, want er waren slechts weinigen in het bezit van een radio, wilde de stand van zaken op dat moment weten. Natuurlijk werden de tussenstanden en de eindstand van de voetbalwedstrijd breed bediscussieerd, want de Bosschenaren wisten het toch veel beter... En toen op het eind van de jaren veertig het landelijk kampioenschap naar de Bossche voetbalclub ging, kon er véél commentaar worden gehoord! Maar ook de krant verdween van de hoek van de Markt. Er werd een snel-restaurant gevestigd: Wimpy. Thans is nog steeds een dergelijk bedrijf op dit adres. De laatste nieuwtjes worden er niet meer uitgewisseld, maar zoals in iedere horecagelegenheid zal er nog steeds over tal van onderwerpen door Bosschenaren worden gediscussieerd, want restaurants en cafés blijven de plaats bij uitstek om over van alles te praten. Dat doen Bosschenaren bijzonder graag! |
Dit opvallende hoge huis op de hoek van de 'cameretten', of 'Corte Cameren' wordt in 1523 door de erfgenamen van Jan van Bergen verkocht aan Daniël Daems van Peelt, 'tsamen meth houtwerk'. Met dit houtwerk zal de 'pilaar aan de kamer' bedoeld zijn, zoals beschreven staat in de 16de-eeuwse cijnsboeken. Voor het huis en de pilaar moet het hoge bedrag van 63 'groten' aan hertogcijns worden betaald. In 1573 komt daar nog eens 4 'penningen Leuvens' bij voor een strook grond van 11 1/3 voet (= 3,25 m), die in 1499 was toegestaan. Was op dit stukje grond het 'houtwerk' getimmerd? Op het schilderij van de Lakenmarkt staat voor het pand een vergelijkbare uitbouw als bij de buurpanden, waarvoor echter geen cijnzen berekend werden. Met het 'houtwerk' of de 'pilaar' zal dus niet een kraam bedoeld zijn. Misschien moeten we denken aan 'een zeker bouwsel', dat zich volgens een schepenprotocol uit 1611 'boven over de Gulden Camme' (= Markt 42a) en vandaar af boven over zekere woningen genaamd 'De Helle' (= Pensmarkt 17) bevindt. Dit bouwsel zal op pilaren zijn gebouwd. Het pand stond met alle andere aangrenzende panden in verbinding. Zo wordt Daniël van Peelt, ook wel "Daniel metten baerde" genoemd, bij verschillende buurpanden vermeld. Deze ingewikkelde eigendomsverhoudingen, waarbij sprake is van delen van panden, boven- en benedenhuizen en de verdeling van een groot gebouw in kleinere eenheden, leveren geen helder beeld op. Veel van deze bouwdelen worden niet afzonderlijk bij de verschillende zettingen en heffingen genoemd. Het hoekpand wordt in 1553 aangeslagen voor vier schouwen. Tegen de zijmuur van het pand loopt een rookkanaal, dat uit het dak van het bovengenoemde bouwsel komt. Aangezien het pand en het buurpand Markt 40 in 1816 op de kelders na geheel vernieuwd zijn, is deze merkwaardige aanbouw niet meer bouwhistorisch te onderzoeken. De kelder wijst uit dat het pand in de eerste helft van de 14de eeuw gebouwd is. De zware fundering kan te maken hebben met een stenen huis. Aangezien de rooilijn op de kadastrale minuut terug ligt, is het echter ook mogelijk dat de uitkragende houten bovenbouw tot de eerste opzet behoorde en de fundering pas in de 19de eeuw bij de bouw van de huidige gevels verbreed is. Het pand bezat twee houten gevels aan de straatzijden. De twee andere gevels waren stenen trapgevels. Er zijn vier bouwlagen en een hoge kap waarop een daktorentje staat. Gezien de vele vensters op de verdiepingen hadden we hier met een representatief woonhuis te maken. In de hoge begane grond ruimte zal in aansluiting tot de kelder en de voorbouwsels handel zijn gedreven. Het pand moet, hoewel het sterk afwijkt van | 287 |
de kleine naastgelegen 'Corte Cameren' toch hiertoe gerekend worden. In het begin van de 16de eeuw worden meerdere kramers aangeslagen voor zettingen. In 1566 komt het in handen van de kramersfamilie Van Leyden, daarna van de apotheker Van Rynshoven. De 'Corte Cameren' verliezen in de tweede helft van de 16de eeuw hun functie in de lakenhandel. De galerij is in het midden van de 18de eeuw opgeheven en in de afzonderlijke huizen opgenomen. | 288 |
Kelder eind 16e eeuw zeker aanwezig. |
Keukenschrijver, hoek1460. "De gulden Poort" anno 1566. Nog steeds boven den winkelingang uitgebeeld. Het huis is reeds meer dan een eeuw in bezit der familie Keukenschrijver. Op oude schilderijen komt het pand voor, met een til of torentje op het dak. | 74 |
Nos 40 en 42 Dit huis, dat aan de overzijde van de Markt en wel aan den Z.W. hoek daarvan staat, werd 5 Januari 1523 (Reg. n° 126 f. 73 vso en 80) door de navolgende kinderen van toen wijlen Jan, den zoon van Herman van Bergen, zijnde: Jan 1), Jacob, Katharina, huisvrouw van Johannes Heesters genaamd van Bree, pannicida, Heylwig, huisvrouw van Frans van Elmpt Martinuszn en Elisabeth van Bergen, alsmede door de kinderen van zijnen vooroverleden zoon Arnd, met namen: Jan, Herman, Henrick, Jacob, Katharina, Anna en Arnolda van Bergen, verkocht aan Daniel, den zoon van Daem of Adam van Peelt; het werd alstoen omschreven als: een huys ende erve, geheyten die Gulde poirte, staende aen de Merckt opten hoeck van de cameretten tusschen die Merckt voirs. aen d'een zyde ende d'een eynde ende tusschen den erve Ott van den Oever aen d'ander zyde, tsamen meth houtwerck. Genoemde Daniel van Peelt had een zoon Roelof, die wederom eene dochter Catharina had, welke huwde met Jan van Os Gieliszn; deze, zoomede de voogden over Wynand en Philips, onmondige zonen van voornoemden Roelof, en over Geertruid, onmondige dochter van Mathijs Werners en Jutta, de dochter van dien Roelof; de voogden over de onmondige kinderen van Symen, den zoon van genoemden Daniel van Peelt; de voogden over
| 411 |
de onmondige kinderen van Petrus Petruszoon Pels en Katharina, de dochter van dien Daniel en de voogden over de onmondige kinderen van Jan Kethelaer Albertszn en Anna, de dochter van dienzelfden Daniël, verkochten 14 Mei 1563 (Reg. n° 208 f. 348) het hierbedoeld huis aan Jan van der Rullen Goijartszoon, die het 18 Mei 1566 (Reg. n° 213 f. 374) weder verkocht aan den kramer Lambert van Leyden Gijsbertszn. Diens eenig kind, Ghijsbrecht, verkocht 23 Maart 1611 (Reg. n° 282 f. 8) 2) dat huis, hetwelk alstoen gezegd werd te zijn: huys, erve, met synen gronde ende toehehoerten, gemeynlick genoempt de Gulde poirte, gelegen in Shertogenbossche aent eynde van de cameren opte Merct aldaer, en thans staande op den hoek van de Korte Kamers tusschen de Gulden Klok, toebehoorende aan de erfgenamen van Boudewijn Henrickszn in de Gulden Klok, ex uno en het huis in de Gulden Kam, toebehoorende aan de Wed. Gerard van Wytvelt, ex alio, - aan den apotheker mr. Guilliam van Rynshoven, zoon van Jaspar, den zoon van Jan Mathijszn; deze verkoop werd bekrachtigd door den kapitein Diederich Suall, wonende te Kassel, als man van Elisabeth Buhet van Dordrecht, te voren weduwe van Henrick Lambertszn van Leyden. Gezegd huis bleef daarna in het bezit der familie van Rynshoven tot dat het 31 Augustus 1754, als wanneer het gezegd werd een toren te hebben, (Reg. n° 572 f. 85 vso), ten laste van Gljsbertus Gysselen, pastoor te Vught en Johan Baptist van Rynshoven gerechtelijk werd uitgewonnen; kooper werd toen daarvan Jacob Sluymers voor de som van slechts fl 1088, ook weder een bewijs hoezeer de stad den Bosch in dien tijd was achteruitgegaan. Zijne kinderen Jacob en Elisabeth Sluymers verkochten het 17 Juni 1790, toen het ook nog was een huysinge met een tooren daarop (Reg. n° 603 f. 196 vso), aan Nicolaas Keukenschrijver, woonachtig te den Bosch, wiens afstammeling Arie Keukenschrijver het thans nog bezit. Tot omstreeks het jaar 1816 had dit huis nog zijne oude | 412 |
gedaante en houten gevel behouden; in dat jaar is het afgebroken en door een modern winkelhuis vervangen, dat nog vergroot werd door het Zuidwaarts daarnaast gestaan hebbend huis de Gulden Klok en het Westwaarts daarnaast gestaan hebbend huis de Gulden Kam er bij te trekken. | 413 |
Noten | |
1. | Zijne vrouw was Mechteld, dochter van Marcelis, den zoon van Henrick Willemszn. |
2. | Deze akte bevat tal van burenrechtelijke verplichtingen. |
1994 |
Henny MolhuysenAchter de voorgevel : De Gulden PoortBrabants Dagblad donderdag 24 maart 1994 (foto) |
1790 | Keukenschrijvers bron |
1822 | Arie Keukenschrijver (koopman) bron |
1865 | N.C. Keukenschrijver (koopman in koloniale waren en opperbrandmeester) |
1875 | N.C. Keukenschrijver (koopman in koloniale waren) |
1881 | A. Keukenschrijver (koopman in kolonialewaren) - N. Keukenschrijver (partikulier) |
1908 | fa. N.C. Keukenschrijver (in koloniale waren, comestibles) |
1910 | fa. N.C. Keukenschrijver (in koloniale waren, comestibles) |
1928 | Britisch-American Tobacco Cij. - Kantoor Dagblad 'Het Huisgezin' |
Hans Boselie en Peter-Jan van der Heijden, Bossche monumenten in beeld (1975) 63
J.A.M. Hoekx e.a., Vruchten van de goede en de slechte boom : Heyman Voicht van Oudheusden over de godsdiensttwisten in zijn stad 's-Hertogenbosch en in Breda (1577-1581) (2008) 168