Fotopersbureau Het Zuiden (Fa), 17 juni 1947
Het perceel aan de Markt 25 omvat een bouwdeel, een binnenplaats en twee zelfstandige achterhuizen. De binnenplaats is tegenwoordig bebouwd. Het bouwdeel aan de Markt heeft van oorsprong bestaan uit een voor- en een achterhuis; een indeling die thans alleen nog op kelderniveau waarneembaar is. Het bouwdeel bestaat uit vier niveaus: kelders, begane grond, eerste verdieping en een zolder onder een met golfpannen gedekt schilddak. De bouwgeschiedenis van dit bouwdeel dateert uit de late 15e eeuw. Het eerste achterhuis dateert uit het begin van de 20e-eeuw. Achter op het vrij diepe perceel bevindt zich nog een eenlaagse achterbouw; van de datering is niets bekend. Het smalle voorterrein voor het gebouw is voorzien van een natuurstenen tegelvloer, met daarin een kelderingang, en is afgezet met natuurstenen palen op de hoeken. Omstreeks 1750 was het een koffiehuis. Sinds maart 2005 staat het aangewezen als gemeentelijk monument. De voorgevel is een gepleisterde 19de-eeuwse lijstgevel met een neo-classicistische houten pui. Deze pui bestaat uit een houten opbouw op een natuurstenen borstwering. De houten opbouw met centrale ingang heeft aan elke zijde een geprofileerde pilaster, die overgaat in uitkragende consoles met acanthusbladmotief. Op de eerste verdieping zijn drie moderne vensters in de originele 19de-eeuwse kozijnen, uitgevoerd met een kwartrond profilering. Op de zolderverdieping bevinden zich drie draairamen met een Frans balkon. De gevel eindigt met een geprofileerde kroonlijst, onder een uitkragende bakgoot. De kelder onder het voorhuis heeft een tongewelf in de lengterichting en dateert uit de late 15e eeuw. De zijmuren zijn opgebouwd uit een vrij zware constructie met pilasters, waartussen verdiept liggende aankappingen zijn aangebracht. De kelder is toegankelijk vanaf de Markt en heeft hier ook een kelderlicht gehad. In de muur tussen de voor- en achterkelder bevinden zich twee doorgangen. De kelder onder het achterhuis heeft een 17e-eeuws kruisgewelf. In het midden staat een pijler vanwaar gordelbogen naar de zijmuren en de achtermuur lopen. Daardoor ontstaat een indeling met vier gewelfvelden. In de achtergevel zijn twee toegangstrappen naar de kelder, waarvan de rechter later aangebracht is. Het pand heeft enkelvoudige balklagen, 18e-eeuws. De kap en de zolderbalklaag zijn in de 20e eeuw vernieuwd. |
In de 16de eeuw is Gerrit Moens, ketelmaker, is bezitter, daarna zijn zoon die ook 'keteler' is. In 1553, als de kinderen van Hendrik Moens het pand verhuren aan de kangieter Jasper Beck, telt het | 400 |
maar liefst zes schouwen, waarvan er één buiten gebruik is. In de kelder, die onderverhuurd was aan Marcel Willemss, bevond zich één schouw. Deze is in de huidige kelder niet meer herkenbaar. Marcel huurde ook de kelder van het buurpand Markt 23. Tussen de beide kelders bevindt zich een, nu dichtgezette, doorgang. Waarschijnlijk is het keldergewelf in de 17de eeuw vernieuwd. Het pand bezit een kleine straatkelder, waarvoor cijns werd betaald. Het perceel wordt in de cijnsboeken berekend op 16½ voet (= 4,73 m), hetgeen iets smaller is dan het huidige. Waarschijnlijk bezat het een osendrup aan de rechterzijde. Het perceel loopt tot aan de oude stadsmuur. De perceelsgrens aan de rechterzijde is zeer onregelmatig. Mogelijk komt dit door een latere verdeling van de rechter buurpercelen na de aanleg van de Kerkstraat. Aan deze zijde zijn de gebouwen later tegen nummer 25 aangebouwd. | 401 |
BeschrijvingAlgemeen:Het perceel omvat een bouwdeel aan de Markt, een binnenplaats en twee zelfstandige achterhuizen. De binnenplaats is thans bebouwd. Het bouwdeel aan de Markt heeft waarschijnlijk van oorsprong bestaan uit een voor- en een achterhuis; een indeling die thans alleen nog op kelderniveau is waar te nemen. Het bouwdeel omvat vier niveaus, namelijk kelders, begane grond, een eerste verdieping en een zolder onder een met gesmoorde golfpannen gedekt schilddak. De bouwgeschiedenis van dit bouwdeel dagtekent tenminste uit de late 15de / vroege 16de eeuw. Het eerste achterhuis dateert uit het begin van deze eeuw; achter op het vrij diepe perceel bevindt zich nog een eenlaags achterbouw. Op de kadastrale minuut uit 1832 is hier ook een achterhuis getekend, maar van de datering van de huidige bebouwing is niets bekend. Het rooilijn van het pand valt niet samen met de perceelsgrens: het smalle voorterrein voor het pand is voorzien van een natuurstenen tegelvloer, met daarin een kelderingang, en is afgezet met natuurstenen palen op de hoeken.Voorgevel:De voorgevel is een gepleisterde 19de-eeuwse lijstgevel met een neo-classicistische houten pui. De pui bestaat uit een houten opbouw op een natuurstenen borstwering. De houten opbouw met centrale ingang heeft aan elke zijde een geprofileerde pilaster die overgaat in uitkragende consoles met acanthusbladmotief, die de geprofileerde kroonlijst van de pui steunen. Op de eerste verdieping bevinden zich drie moderne vensters in de originele 19de-eeuwse kozijnen, uitgevoerd met een kwartrond profilering. Op de zolderverdieping bevinden zich drie draairamen met moderne hekjes als een frans balkon. Alle gevelopeningen zijn voorzien van een geprofileerde omlijstingen in stuc, afgewerkt met een geaccentueerde kuif.De gevel eindigt met een geprofileerde kroonlijst, die is voorzien van een cassettedecoratie, onder een uitkragende bakgoot. Linkermuur:Het pand heeft de linkerzijmuur gemeenschappelijk met het buurpand, Markt 27.Rechterzijmuur:Het pand heeft de rechterzijmuur gemeenschappelijk met het buurpand, Markt 23.Achtergevel:De achtergevel is een gepleisterde lijstgevel met op de eerste verdieping twee T- vensters en een deur en op de tweede verdieping een 2-ruits draairaam. | 1 |
Interieur:Van oorsprong had het voorste bouwdeel een indeling in een voor- en een achterhuis; een indeling die thans alleen nog op kelderniveau is waar te nemen. De kelder onder het voorhuis heeft een tongewelf in de langsrichting en dateert mogelijk uit de late 15de of vroege 16de eeuw. De zijmuren zijn opgebouwd uit een vrij zware constructie met pilasters, waartussen verdiept liggende aankappingen zijn aangebracht.De kelder is toegankelijk vanaf de Markt en heeft hier ook een kelderlicht gehad. In de muur tussen de voor- en de achterkelder bevinden zich twee doorgangen. De kelder onder het achterhuis heeft een waarschijnlijk 17de-eeuws kruisgewelf. In het midden staat een pijler vanwaar gordelbogen naar de zijmuren en de achtermuur lopen, waardoor een indeling met vier gewelfvelden ontstaat, voorzien van gedrukte kruisgewelven. In de achtergevel bevinden zich twee toegangstrappen naar de kelder, waarvan de rechter waarschijnlijk later is aangebracht. Het pand heeft enkelvoudige balklagen, mogelijk nog 18de-eeuws. De kap en de zolderbalklaag zijn in de 20ste eeuw vernieuwd. De kap is opgebouwd uit schaarspanten met een nokbalk en wormen. Deze spanten zijn geplaatst op een in 1988 aangebrachte dragende constructie van moer- en kinderbinten. Redengevende omschrijvingHet pand Markt 25 heeft stedenbouwkundige waarde vanwege de situering in een gesloten gevelrij aan de Markt.Het pand heeft monumentale waarde als laatmiddeleeuws pand, opgebouwd uit een voor- en een achterhuis, met een belangrijke verbouwing in de 17de eeuw (kelder onder het achterhuis), 18de- eeuwse wijzigingen (enkelvoudige balklagen) met de laat 19de-eeuwse fraai gedecoreerde lijstgevel. Het pand heeft een maatschappelijke waarde als voorbeeld voor de ontwikkeling van de binnenstad in de 19de eeuw. | 2 |
Twee tamelijk lange kelders met een mooi kruisgewelf (ca 80 m²). |
Heijnen-v. Leent221. "De Eenhoorn", later "De Prins van Oranje". Anderhalve eeuw geleden Coffiehuis. | 30 |
1984 |
Henny MolhuysenOe gotte kèk daor. De EenhoornBrabants Dagblad donderdag 26 januari 1984 (foto) |
|
1989 |
Henny MolhuysenVerhalen en Legenden. De EenhoornBrabants Dagblad donderdag 2 maart 1989 (foto) |
1865 | jhr. J. Custis (particulier) |
1875 | jonkh. J. Custis (rentenier) |
1881 | jonkh. J. Custis (partikulier) |
1908 | H.J. Heijnen (firma Heijnen van Leent) in galanterieën |
1910 | J.R. Pels-Oomen (firma H. Heijnen van Leent, galanterieën, luxe artikelen) |
1923 | Bernardus A. Boelens (koopman manufacturen) |
1928 | F.A. van der Ven |
1936 | Frits van der Ven (pelterijen-handel) |
1943 | Frits A. van der Ven (koopman in pelterijen enz.) |
1960 | Frits van der Ven (bonthandel) |