De gemeenschappelijke muur met Markt 18, waarin de hiervoor beschreven grote boog zat, wijst op een relatie tussen beide bouwdelen in de 13de en 14de eeuw, toen op deze plek een groot gebouw gestaan zal hebben. Van dit gebouw zijn nog gedeelten van twee tussenmuren in de vorm van de beide zijmuren van het huidige pand bewaard gebleven. In de rechter zijmuur is op de verdieping een grote boog aangetroffen evenals in de tegenover gelegen muur. Ook in de deze linker zijmuur is sprake van 13de-eeuws metselwerk. Dit betekent dat ook het buurpand Markt 20 oorspronkelijk tot het grote gebouw op de hoek behoord moet hebben. Op de begane grond, waarvan de vloer mogelijk iets boven het maaiveld lag, stonden de ruimten met elkaar in verbinding. Onder het gebouw zaten diepe kelders. De kelder onder het huidige gebouw behoorde daartoe. Deze is toegankelijk via een trap in de hoek waar de kelders onder Markt 16, 18 en 18a bij elkaar komen. Dit moet de binnenhoek van het grote hoekpand zijn. Mogelijk heeft hier een traptoren gestaan. Het grote gebouw was vermoedelijk het eerste stadhuis van 's-Hertogenbosch. Na de gedeeltelijke sloop wordt Markt 18a een afzonderlijk huis dat waarschijnlijk in de 17de eeuw als achterhuis bij Markt 18 wordt gevoegd. In het begin van de 16de eeuw behoort het aan Alart Henricxss van Eymerick. Hij moet de hertogcijns betalen van 5 'schellingen payment'. Bij de haardentelling van 1553 moet Jan Ysebrants als bezitter voor één schouw betalen. In dat jaar blijkt de kelder verhuurd te zijn. Deze oude (13de-eeuwse) kelder, waarvan het gewelf in de 15de eeuw vernieuwd is, is bij de verbouwing in 1983 aangetroffen. Op geen van de oude afbeeldingen is de voorgevel zichtbaar. Uit de zware 1,40 m dikke fundering uit de 13de eeuw valt af te leiden dat de terugliggende gevel op zijn oorspronkelijke plaats staat. | 281 |
Beks, achterhuis1470. "De gulde Kolve" anno 1624. | 74 |