J.B.J. van Someren, 1835
In het begin van de 16de eeuw behoorde het pand vermoedelijk aan Hendrik van Zutphen, die de beide buurpanden aan de linkerzijde eveneens in bezit had. Of het pand ook deel heeft uitgemaakt van het Vleeshuis is niet zeker. De kelder stond waarschijnlijk niet in verbinding met die van het Vleeshuis en de buurpanden. De kelder was wel vanuit Markt 4 bereikbaar. In 1520 moet Hendrik vanden Broek 5 'groten' aan hertogcijns betalen. Hij wordt ook aangeslagen voor een kelder onder de straat, waar in 1482 toestemming voor was verleend. Ook voor een getralied venster boven de kelder aan de straat moest betaald worden. Bij de haardentelling in 1553 blijkt de weduwe van Dirk van Oss als bezitster van het pand voor drie schouwen te moeten betalen. In dezelfde heffing moet ook voor vier schouwen betaald worden. Deze tweede heffing kan mogelijk betrekking hebben op het pand Markt 24 (links), dat eveneens in haar bezit was. De panden in deze hoek van het bouwblok stonden op een niet geheel duidelijke wijze met elkaar in verbinding. Zo moest de hertogcijns voor de panden Markt 22 en 20 volgens het cijnsboek van 1573 door Jan Adriaenss 'inde flesse' worden voldaan. Het pand is omstreeks 1850 grotendeels gesloopt. De resterende oude elementen zijn bij de bouw van het winkelpand van C&A in 1932 gesloopt. De reconstructietekeningen zijn daarom geheel gebaseerd op de kadastrale minuut en de tekening van Van Someren uit 1835. Het pand was geheel onderkelderd en voorzien van een straatkelder. De kelders waren toegankelijk via het buurpand Markt 4 en vanaf een binnenplaatsje. De houten gevel op de tekening laat een pand zien van twee bouwlagen en een zolder en vlieringzolder. De begane grond heeft een pui die iets terugligt achter de rooilijn. Een dergelijke overdekte voorruimte is elders in de stad niet bekend. In het archief van de Brabantse Rekenkamer bevindt zich een vergunning uit 1614, waarin Adriaan van Suytphen zijn luifel 'hoger' mag stellen, zodat hij meer licht krijgt in zijn huis. Betekent dit dat hij zijn pui open mag maken? Adriaan mag ook een ijzeren rooster van ongeveer 1½ voet in de weg leggen. Onder de terugliggende luifel | 277 |
bevinden zich een soort etalagekast en een bankje. De verdieping heeft een serie aaneengesloten vensters, die op een woonfunctie duiden. De beide zolders zijn ook voorzien van grote vensters, maar zij zullen wel voor opslag hebben gediend. Op het fries van de luifel is een gevelteken waarop een fles met het onderschrift 'De Flesch' staat afgebeeld. | 278 |
Politiebureau1477. "De Flesh". | 74 |
1865 | A.J. van Lanschot (agent der Nederl. bank) |
1875 | W.J.A. Boellaard (1e luitenant 2e regiment hussaren) - A. van Dijk (water en vuurverkooper) - K. van Gorkum (aspir. vertificat. der belast.) - J.A. Halfmouw (kolonel plaatselijk-kommandant) - H.J. Hartogensis (partikulier) |
1881 | A. Bastiaanse (agent van politie) - R. van Dijk (water en vuurverkooper) - M. Donkersloot (agent van politie) - J.W. de Lau (agent van politie) - A.J. van Maldegem (agent van politie) - P.H. Schreurs (agent van politie) - J. Spermon (agent van politie) - P. Timmermans (agent van politie) - A. van Veghel (agent van politie) - T. Willemse (agent van politie) |
1910 | Politiebureau |
1928 | Kantoor Insp. Volksgezondheid |
1932 | Bij de bouw van C&A gesloopt |