De begane grond van dit kleine hoekpand behoorde in de 16de eeuw functioneel tot het Vleeshuis dat via een gang in het huisje toegankelijk was. Mogelijk waren er in het huis en in de voorbouw aan de zijde van de Pensmarkt ook enige vleesbanken gevestigd. De bezitter van het pand was in het begin van de 16de eeuw een zekere Hendrik van Zutphen, die in archiefstukken de suggestieve bijvoeging 'messensteker' kreeg. Hij bezat ook de beide buurpanden aan de rechter zijde. Ze zijn door zijn zoon Aart, die ook belast was met de bijnaam 'den messenstecker', overgenomen. Hij bezat bovendien vijf stallen in het Vleeshuis. In het cijnsboek van 1520 staat Herman van Bergen als eerste cijnsbetaler vermeld. Hij moet 12½ 'groten' betalen. Er wordt geen cijns geheven over de straatkelder en de voorbouw, waarin de kelderingang is ondergebracht. Bij de haardentelling in 1553 wordt Arnold van Zutphen aangeslagen voor drie schouwen. Onder het huis bevond zich een kelder, die vermoedelijk verhuurd werd aan de knecht Herman van Deventer. De kelder stond in verbinding met die onder het Vleeshuis en met een kleine straatkelder. De kelder was vanuit de Pensmarkt toegankelijk. De begane grond was in gebruik bij het Vleeshuis. Het is niet bekend wat de functie van de verdieping en de zolders was. Op de tekening van Van Someren uit 1835 staat het huis afgebeeld met een houten gevel met twee overkragingen. De serie kruiskozijnen op de verdieping wijzen op een woonfunctie. Ook in de uitkragende zijgevel zat een rij vensters die hierop duiden. Op de eerste zolder waren eveneens kruiskozijnen, maar deze ruimte zal niet als woonruimte gediend hebben, hoewel er in het dakvlak aan de zijde van de Pensmarkt een dakkapel zat. Deze dakuitbouw kan ook tot een trappenhuis behoord hebben. De tweede zolder zal zeker als opslagruimte gediend hebben. | 276 |
De Boterhal--- "'t Lakenhuis", "Gewanthuis" later "Vleeschhuis". Reeds in 1287 vermeld. De lakenhandelaars hadden er vast gehuurde toonbanken. - Waarschijnlijk op de plaats, waar thans de concierge woont, lag het huis genaamd "Het Haasken", dat met de bijbehoorende pensbank met leien dak erboven, buiten de rooilijn der huizen uitstak. | 52 |