M. Bimmel en A.G. Oldenmenger
Op een mooie zomerse dag wat fietsen in de omgeving van Bokhoven. Dan even uitrusten bij het voormalige Veerhuis: Bokhovense Maasdijk 12. De landelijke rust binnen de stadsgrenzen van Den Bosch. „Een dagje Bokhoven is als veertien dagen vakantie.” Het is bijna tweehonderd jaar geleden dat Wilhelmus van der Leeden - afkomstig uit Hijkop - naar het ver afgelegen Bokhoven trok. Het dorpje was erg geïsoleerd gelegen. Je moest echter wel een goede reden hebben om hier naartoe te gaan. Het was trouwens buitenlands gebied: het hoorde niet tot De Nederlanden, maar was een eigen Heerlijkheid, een Grafelijkheid zelfs, met aparte rechten. Dat zou in 1800 veranderen toen het gebied tot De Bataafse Republiek ging behoren, maar de Van der Leeden's bleven. Zij behoorden inmiddels tot de ruim 200 inwoners van de kleine leefgemeenschap. Wilhelmus - ongetwijfeld gewoon Willem genoemd - trouwde in februari 1798 in het middeleeuwse kerkje van Bokhoven ten overstaan van pastoor De Bruyn met Balduina Coolen. Willem werkte op het land. Het echtpaar kreeg zes kinderen. Zoon Hubertus - geboren in november 1898 - kreeg samen met zijn vrouw eveneens zes kinderen. Toen het kadaster in 1832 werd ingevoerd, bezat het echtpaar het Veerhuis aan de Maasdijk. Hier legde het veer aan, dat regelmatig over de Maas heen en weer voer. De wachtenden konden zich even verpozen in het Veerhuis zelf. Ongetwijfeld zal het bier er lustig gevloeid hebben, want wachten duurt altijd lang... Het Veerhuis zelf bleef in de familie. Henricus (1826-1905) nam de exploitatie over, later gevolegd door zijn zoom Henricus (1856-1906) en vervolgens was diens zoon Henricus ('Driekske') aan de beurt. Driekske van der Leeden vertelde het dertig jaar geleden aan een verslaggever van deze krant: „Er gebeurt hier niet veel, maar wat zou dat? We leven gelukkig.” Dat was ook zo; Driekske ging wekelijks naar Den Bosch om er bekenden te treffen en om te zien of er nog wat in de paardenhandel te verdienen viel. Verder was er bijna niets te doen: jaarlijks was er de bedevaart in september naar Sint Cornelius, en Trui, bijgenaamd 'de heks van Bokhoven', was ook al lang dood. Verder was er niet veel, Bokhoven had zijn belang reeds lang daarvoor verloren. „U moet in de middeleeuwen zijn”, zei Driekske dertig jaar geleden. Maar Driekske is niet meer, net zomin als Trui en het veer. De familie Van de Leeden beheert nog steeds het Veerhuis. Het is - naast de kerk - de enige ontmoetingsplaats voor de dorpelingen. Er is geen enkele winkel in Bokhoven. Het huidige Veerhuis is rond 1875 gebouwd. Het éénlaagse horecabedrijf heeft een leien bedekking. De haaks aangebouwde schuur dateert van circa 1900 en is bij het café betrokken. Het veer is er dus niet meer en enige jaren geleden besloot de familie een camping te gaan exploiteren. Anderen in Bokhoven waren het er niet mee eens. De rust moest gehandhaafd blijven. Want, schreef het Brabants Dagblad op 26 juli 1961: „Eén dagje Bokhoven is veertien dagen vakantie.” |
BeschrijvingAlgemeen:Het vrijstaande pand op rechthoekig grondplan, gebouwd omstreeks 1875, ligt aan de zuidwestzijde van de Bokhovense Maasdijk. Door de dijkverzwaring in de late twintigste eeuw, ligt het gebouw enigszins verzonken in het verzwaarde deel van de dijk. Er zijn twee bouwdelen te onderscheiden; een negentiende-eeuws rechthoekig deel (begane grond en zolderniveau) dat met de lange zijde op de dijk georiënteerd is en een omstreeks 1960 (naar verluidt) vernieuwde schuur die dwars op het negentiende-eeuwse bouwdeel geplaatst is. Deze schuur is voorzien van een met Tuiles-du-Nord pannen gedekt zadeldak met wolfeinden, het negentiendeeeuwse bouwdeel heeft een steil afgetopt schilddak dat met leien gedekt is. De dakschilden zijn zowel aan de boven- als aan de onderzijde voorzien van een geprofileerde bakgoot. Het pand deed oorspronkelijk dienst als veerhuis.Voorgevel:De in kruisverband gemetselde voorgevel van het negentiende-eeuwse bouwdeel heeft vijf vensterassen en is symmetrisch van opzet. De gevelopeningen zijn aan de bovenzijde voorzien van een gedrukte steens korfboog, de vensters hebben keramische raamdorpelstenen. De gedrukte korfbogen zijn aan de onderzijde gerecht, mogelijk ten behoeve van rolluikkasten. De voordeur met tweeruits bovenlicht is in het midden geplaatst en wordt aan weerszijden geflankeerd door twee vensters. Deze eenruits vensters zijn twintigste-eeuwse vernieuwingen. De borstwering onder de vensters is door de dijkverzwaring nagenoeg geheel verdwenen. De gevelpenant tussen de rechter twee vensters is in de twintigste eeuw vernieuwd.De voorgevel wordt afgesloten met een rijke kroonlijst. De geprofileerde bakgoot wordt gedragen door gedecoreerde consoles, waartussen zich stucwerk panelen bevinden. Het dakvlak is geleed met drie grote dakkapellen. Deze dakkapellen hebben een houten opbouw en zijn voorzien van een T-venster met aan weerszijden zware wangen. De kapellen worden aan de bovenzijde afgesloten door een fronton. De nog oorspronkelijke T-vensters zijn voorzien van een tweeruits schuivend onderraam en een drieruits bovenlicht. De ruitjes in het bovenlicht zijn licht togend. Mogelijk hebben er rolluikkasten boven de vensters gezeten. De wanden van de kapellen zijn gelijk het dak gedekt met leien. Linkerzijgevel:De in kruisverband gemetselde linkerzijgevel van het woondeel bevat ter linkerzijde over de gehele hoogte ouder metselwerk, mogelijk achttiendeeeuws. In dit muurwerk zijn in de twintigste eeuw een deur met afdak met daarboven een tweeruits | 1 |
draairaam aangebracht. Het muurwerk ter rechterzijde van de gevel is in één fase met de voorgevel opgetrokken. In dit muurwerk is een venster opgenomen dat stilistisch gelijk, doch aanzienlijk smaller is dan de vensters in de voorgevel. Het dakschild is voorzien van een daklicht. Het muurwerk in de linkerzijgevel van de vernieuwde schuur is voorzien van een aantal moderne tweeruits draairamen en een toegangsdeur.Rechterzijgevel:Net als de linkerzijgevel bevat ook de rechterzijgevel ouder metselwerk. In dit oudere werk is in de tweede helft van de twintigste eeuw een venster aangebracht. Het overige muurwerk in de gevel is blind. Wel zijn er sporen van enkele herstelwerkzaamheden waar te nemen. Het dakschild is voorzien van een klein dakraam. De rechterzijgevel van de schuur is vanaf de openbare weg niet zichtbaar.Achtergevel:De achtergevel is vanaf de openbare weg niet zichtbaar.Interieur:Het interieur maakt geen deel uit van de verkenning. Echter, uit de gegevens die aangeleverd zijn door de gemeente ‘s-Hertogenbosch wordt duidelijk dat in het pand de oorspronkelijke indeling grotendeels bewaard gebleven is. Tevens zijn er belangwekkende interieurafwerkingen aanwezig. Uit een reaktie van de eigenaar valt op te maken dat van het oorspronkelijke interieur en de indeling niets meer over is sinds het pand een Horeca-functie heeft.Redengevende omschrijvingHet gebouw heeft monumentale waarde vanwege de gevels, de bouwmassa en de situering.Het ensemble draagt hieraan bij. Het pand heeft sociaal- en cultuurhistorische betekenis en is representatief voor de negentiende-eeuwse dijkbebouwing. | 2 |
1993 |
Henny MolhuysenAchter de voorgevel : Bokhoven koestert landelijke rustBrabants Dagblad donderdag 22 juli 1993 |