Toeristen varen er onder langs, naast de zijgevel. Het eerste pand van de Kruisstraat staat aan een drukke verkeersstraat, naast de stille Binnendieze. Vandaag nemen we een kijkje achter de voorgevel van: Kruisstraat 1. Onder het pand lag eens eveneens een Binnendiezetak die oorspronkelijk uitkwam in de Haven. In de vijftiende eeuw werd deze stroom gedempt en het water naar de Uilenburg geleid. Vermoedelijk kwam de eerste bebouwing in 1641 tot stand en maakte het terrein voor die tijd deel uit van het Minderbroeders-klooster. In 1682 is het pand in bezit van Florentina Ruysch. Haar echtgenoot Christoffel, baron van Gaale, verkocht het in 1716 aan Anthony de Hee, koopman. Het werd toen omschreven als 'eene huysinge, erve, coetshuys en grooten hof'. Dat laatste klopt inderdaad: het geheel strekte zich uit van de Kruisstraat tot aan de Karrenstraat, Doode Nieuwstraat. Anthony woonde niet zelf in het pand; bewoner was toen Jacob van der Hoeven, heer van Heeswijk en Dinther, oud-schepen van 's-Hertogenbosch. De dochters van Anthony van Hee waren in 1783 eigenaar en hun erfgenamen, Charles de Meester, verkocht het pand in 1804. Als je de omschrijving op de Monumentenlijst leest, moet het de familie Van Hee geweest zijn die De Blaasbalg zoals het er nu uitziet hebben gebouwd. 'Huidig aanzien 18e eeuws; inwendig deuren en omlijstingen (18e en 19e eeuw)'. Op 8 mei 1804 kocht Victor Andreas van Rijckevorsel, wijnkoper het pand. Van Rijckevorsel was actief en nodigde bijvoorbeeld op zijn buitengoed Beukenhorst in Vught politieke en kerkelijke autoriteiten uit, waar dan een stevig glas gedronken werd. Het gevolg was dat 'de Eerwaarde Heeren wel eens in de verkeerde rijtuigen stapten, waarvan het gevolg was, dat de rijtuigen met inhoud bij de verkeerde pastorieën terecht kwamen'. De wijnkoper stierf kinderloos in 1855 en zijn erfgenamen verkochten het pand aan Augustus van Lanschot. Van Lanschot bewoonde - evenals de andere bewoners vóór hem De Blaasbalg in de wintermaanden en was 's zomers op zijn buitenverblijf, kasteel Maurick, te vinden. Zijn grote bibliotheek was dan ook in twee gedeelten gesplitst. Tachtig jaar bleef de familie Van Lanschot eigenaar. In 1931 kocht de gemeente 's-Hertogenbosch De Blaasbalg met erbij behorende huisjes en gronden voor f 45.000,-. Het gemeentelijk licht- en waterbedrijf gebruikte de gebouwen daarna tot 1956. De Blaasbalg werd toen enkele jaren dichtgeplankt. Toen de plannen voor restauratie bekend werden, grepen buurtbewoners naar de pen: als het pand gerestaureerd wordt, dan moet de ernaast stromende stinkende Binnendieze overkluisd worden! De restauratie ging door, de overkluizing niet. Overheidsinstanties hebben daarna steeds gebruik van het pand. De afdeling Sociale Zaken en daarna Het Stadsgewest. Na het vertrek hiervan het regionaal Bureau Vormingswerk Werkende Jongeren. Vervolgens maakte het van december 1975 tot juni 1988 onderdeel uit van de Sociale Dienst. Thans is er het FROM (Federatie van Instellingen voor de Ongehuwde Moeder en kind) in gevestigd. Maar waar is de 18e eeuwse koepel gebleven? |
Dit pand is iets breder dan de voorgaande vier pandjes. Het lijkt niet tot dit rijtje huizen behoord te hebben. Het pand staat 'koud' tegen het oudere rechter buurpand. Dit blijkt uit de foto's van de fundering van de rechter zijmuur, die in het zicht zijn geweest tijdens de sloop in 1963. Het was een fundering op grondbogen, die waarschijnlijk in de 16de eeuw is aangebracht. De grondbogen zaten vlak onder het huidige maaiveld, waaruit we mogen concluderen dat er geen kelder onder het voorhuis aanwezig was. Dit kan verband houden met de voormalige stadsgracht die ten behoeve van de bouw van de huizen gedempt zal zijn. De fundering op grondbogen vertoonde aanzienlijke verzakkingen, waarschijnlijk door het inklinken van de grachtvulling. Onder het achterhuis bevond zich wel een kelder. Deze grensde aan de eerste stadsmuur, die dienst deed als achtermuur. Het huis stond in verbinding met de achtergelegen kloostervleugel en met het rechter buurpand, waarmee het ook een kleine binnenplaats deelde. Het is niet waarschijnlijk dat deze verbindingen al in de 16de eeuw tot stand zijn gebracht, aangezien de panden in 1572 in afzonderlijke handen waren. Het huis behoorde toen aan de messenmaker Robert van Grioethusen. In 1606 kwam het in bezit van de hoedenmaker Peter, de zoon van Nicolaas Peterszn. Het pand heeft dus nooit tot het klooster behoord. De verbinding tussen de gebouwen zal daarom van latere datum zijn. | 443 |
Kantoor Nederl. Bank625. "De Koning van Engeland". | 47 |
1991 |
Henny MolhuysenVerhalen en Legenden : Hoog waterBrabants Dagblad donderdag 31 januari 1991 (foto) |
|
1994 |
Henny MolhuysenAchter de voorgevel : Blaesbalk of Blaasbalg?Brabants Dagblad donderdag 16 juni 1994 (foto) |
1865 | L. Krijnen (mr. huisschilder) - J. Maissan (adjunct-commies ter provinciale griffie van Noordbrabant) |
1875 | P.J. Verschueren (stadsbode) |
1881 | P.J. Verschueren (stadsbode) |
1908 | A.J. Offermans (stadsbode) |
1910 | A.J. Offermans (stadsbode) |
1928 | J.H.M. Hendrix |
1865 | C. baron van der Duijn van Maasdam (generaal-majoor, buitengewoon adjudant van Z.M. den koning L.r., kommandeur der Dannebrugsorde, bevelhebber in de 1e militaire afdeeling) |
1875 | A.J.A. van Lanschot (agent der nederl. bank) |
1881 | A.J.A. van Lanschot (agent der nederl. bank) |
1908 | A.J.A. van Lanschot (agent Nederlandsche Bank) |
1910 | A.J.A. van Lanschot |
1928 | F.W.J. Ligtenberg |
1948 | Centraal Magazijn |
Hans Boselie en Peter-Jan van der Heijden, Bossche monumenten in beeld (1975) 52