A.F.A.M. Wetzer, 13 augustus 2007
Context(Bouw)historie:De Kruisbroedershof (ten westen van het Kruisbroedersstraatje) en naaste omgeving is ontstaan door de vestiging van de Kruisbroeders daar in het derde kwart van de 15de eeuw. Het straatje is dan ook genoemd naar de bedienaars van de Catharinakerk, de Kruisbroeders. Het pand Kruisbroedersstraatje 42 dateert van rond 1800 en heeft een oudere kern. Van deze oudere kern zijn nog een aantal bouwonderdelen aanwezig die nog niet nader onderzocht zijn (kelder, kapconstructie, draagconstructie). Zeker is dat de voorgevel met de ontlastingsboog, die het Diezegewelf ontlast, oud is (XVII-XVIII). Het pand is begin jaren tachtig van de 20ste eeuw gerestaureerd. Tijdens deze werkzaamheden is er een moerbalk met sleutelstuk (XV-XVI) in het pand (in de noordoostelijke hoek van de hoofdvleugel) aangetroffen.Ligging:Het pand is gelegen op de hoek in het Kruisbroedersstraatje, buiten de eerste stadsmuur uit de 13de eeuw en binnen de stadsmuur uit de 14de eeuw. Omdat het pand op een knik in de straat ligt is de plattegrond licht L-vormig. De hoofdvleugel van het woonhuis is over de Dieze gebouwd, en ligt recht tegenover de oude pastorie.BeschrijvingAlgemeen (hoofdvorm, kap):Het over de Dieze gebouwde pand heeft een nagenoeg rechthoekige plattegrond met een kleine uitbouw aan de achterzijde en bestaat feitelijk uit twee delen: Links het hoofdgedeelte over de Dieze met een begane grond, verdieping en zolder. Rechts het zijgedeelte met een kelder, verhoogd liggende begane grond, verdieping en een zolder. De samengestelde kap loopt door over beide delen. Het dak is gedekt met gesmoorde Opnieuw Verbeterde Hollandse pannen.Voorgevel:De voorgevel is opgetrokken in baksteen, is vier traveeën breed en heeft een (vernieuwde) hardstenen plint. Op de rechter hoek is het metselwerk afgerond. Verder zijn er diverse bouwsporen aanwezig. Zo is er op de begane grond een ontlastingsboog zichtbaar. Dwars hier door heen zijn gevelopeningen gemaakt. Rechts in de gevel is een bouwnaad zichtbaar met bovenin jonger metselwerk. Over de gehele gevel is het oude metselwerk is op diverse plaatsen aangeheeld.De indeling van de begane grond is van links naar rechts als volgt: twee vensters met 8- ruits schuiframen met een hardstenen lekdorpel en een rollaag boven het venster. Vervolgens de toegang tot de woning met paneeldeur, bovenlicht, hardstenen dorpel en hardstenen neuten. Rechts hiervan nog een 8-ruits schuifraam met (vernieuwde) hardstenen dorpel. Alle kozijnen in deze bouwlaag hebben toognagels. Op de verdieping zijn vier vensters met 6-ruits schuiframen zichtbaar. Al deze kozijnen zijn voorzien van een duivejagerprofilering en toognagels. Onder deze vensters een een aangesmeerde rollaag. Zowel boven de vensters in de eerste bouwlaag als boven de vensters in de tweede bouwlaag staafankers. De gevel wordt afgesloten door een eenvoudige kroonlijst. | 2 |
Zijgevels:De linker zijgevel is gepleisterd en heeft een (vernieuwde) hardstenen plint. In het pleisterwerk zijn schijnvoegen aangebracht. Links in de gevel is op de begane grond een venster met 6-ruits schuifraam en (vernieuwde) hardstenen lekdorpel zichtbaar. Dit kozijn zal oorspronkelijk een luik hebben gehad, gezien de duimen links in het kozijn. Recht hierboven op de verdieping een venster met T-schuifraam en een hardstenen lekdorpel. Deze zijgevel wordt afgesloten door een eenvoudige kroonlijst die om de hoek doorloopt over de voorgevel. Links gaat deze gevelafsluiting door over de voorgevel van het buurpand.De rechter zijgevel is eveneens gepleisterd. Er zijn geen gevelopeningen in deze gevel. Ter plaatse van de verdiepingsvloeren zijn staafankers zichtbaar. Deze zijgevel wordt afgesloten door een daklijst. Achtergevel:De achtergevel is niet goed zichtbaar vanuit de openbare ruimte. Deze gevel gaat over in de uitbouw van het pand en is geheel gepleisterd. De openingen in de begane grond worden door een muur aan het zicht onttrokken. Op de verdieping zijn twee gevelopeningen. Ter hoogte van de verdiepingsvloeren zijn staafankers. De achtergevel wordt afgesloten door een daklijst.Ruimtelijke indeling:Op tekeningen uit 1981 is de indeling van het pand als volgt weergegeven: Er is in de plattegrond over alle lagen een duidelijke scheiding zichtbaar tussen het hoofdgedeelte en het rechter zijgedeelte. De ingang ligt in het hoofdgedeelte en komt uit in een hal. In deze hal, tegen de zijmuur met het rechter gedeelte, ligt de trap naar de verdieping. Er zijn twee stookplaatsen: een ligt tegen de linker zijmuur, de ander tegen de rechterzijmuur. De trap van de verdieping naar de zolder is ook in het hoofdgedeelte gesitueerd en ligt tegen de achtergevel. De begane grond vloer en de zoldervloer van het rechter gedeelte liggen iets hoger dan de vloeren van het hoofdgedeelte.Constructies:In een documentatierapport uit 1976 is het volgende opgenomen met betrekking tot de constructie: Het keldertje heeft een enkelvoudige balklaag. De kap, die over beide delen doorloopt, heeft nog een dekbalkjuk met schaarspant en gording. De rest van de kap is vernieuwd.Op tekeningen uit 1981 is te zien dat de balklagen in het pand enkelvoudig zijn. In 2000 is er in het pand een oude moerbalk aangetroffen in de hoog gesitueerde | 3 |
verdiepingsbalklaag boven de begane grond, vermoedelijk daterend uit de 15de of 16de eeuw. Over de zijmuur met het aangrenzende pand is geen documentatie voorhanden. Waarschijnlijk is deze zijmuur gemeenschappelijk. Interieurelementen:In het documentatierapport uit 1976 wordt er over interieurelementen het volgende gezegd: Op de begane grond is een binnendeur met vroeg 19de-eeuwse omlijsting. Op foto’s uit 2000, staan diverse binnendeuren (paneeldeuren) en bedstede-deuren met florale beschilderingen (XIXa). Behalve beschilderde deuren is het aannemelijk dat er ook een beschilderd stucplafond op de begane grond is dat voor het grootste deel is overgeverfd. Verder een betimmering rond het rechtse venster in de voorgevel (XIXa).Erf, bijgebouwen, diversen:In de elleboog van het pand ligt een klein plaatsje. | 4 |
Motivering voor plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst1. Architectonische en stedenbouwkundige waardenOmdat het pand gelegen is op de hoek van het Kruisbroedersstraatje en gedeeltelijk over de Dieze heen is gebouwd heeft het pand stedenbouwkundige waarde. Deze situering zorgt er tevens voor dat het woonhuis zeer beeldbepalend is. Het gebouw past met zijn eenvoudige doch zorgvuldig uitgevoerde architectuur goed in het gevelbeeld van het Kruisbroedersstraatje.2. Bouw- en/of kunsthistorische waardenHet geheel heeft bouwhistorische waarde als een vroeg 19de-eeuws woonhuis met bouwhistorische elementen van een oudere kern. De ontlastingsboog in de voorgevel en de moerbalk in het inwendige zijn de meest duidelijke overblijfselen van deze oudere kern. In het interieur zijn diverse waardevolle 19de-eeuwse interieuronderdelen bewaard gebleven, zoals de paneeldeuren met beschildering en het deels beschilderde stucplafond. Deze nog gave en typisch vroeg 19de-eeuwse elementen geven het geheel een kunsthistorische waarde.3. Cultuurhistorische waardenAls goed bewaard gebleven woonhuis uit de vroege 19de eeuw heeft het pand cultuurhistorische waarde.Vanaf de 15de eeuw ging men steeds meer op verschillende plaatsen de Dieze overkluizen om zo te voldoen aan de vraag naar beschikbare ruimte om op te bouwen. Als voorbeeld van een dergelijke overkluizing met bebouwing heeft het object dan ook een hoge cultuurhistorische waarde. Het object Kruisbroedersstraatje 42, bestaande uit een goed bewaard gebleven vroeg 19de-eeuws woonhuis met oudere kern, dat gelegen is op een hoek en gedeeltelijk over de Dieze, is op basis van bovenstaande criteria beschermenswaardig als gemeentelijk monument in de gemeente ‘s-Hertogenbosch. | 5 |