Bij het vorige pand is reeds aangetoond dat beide panden bij elkaar hoorden. In het cijnsboek van 1520 wordt eerst de kuiper Dirk Dirckz aangeslagen voor een perceel van 19 1/4 voet (= 5,54 m) hetgeen precies gelijk is aan het huidige | 437 |
pand inclusief de rechter zijmuur. Gedurende een groot deel van de 16de eeuw wordt Hendrik Cottens, of zijn weduwe belast met zettingen en cijnzen. Later wordt Klaas van Weesel genoemd, die ook moet betalen voor het rechter buurpand. De kelder is veel smaller en kleiner dan het pand zelf. Waarschijnlijk betreft het een oudere kelder. Deze was van binnenuit en mogelijk ook vanaf de straat toegankelijk. Hij staat al zeker vanaf de 17de eeuw in verbinding met de kelder onder het hoekpand. De gemeenschappelijke muur tussen deze twee huizen kan nog uit de 14de eeuw dateren. De rechter zijmuur behoorde bij het pand. Mogelijk had het ondiepe huis een dwarsmuur. | 438 |
821. verschillenden. "'t Schipke", ook "De Arke Noë", 1624. | 52 |
1865 | A.W. Betonville (barbier en winkelier) |
1865 | I. Heuvelmans (particulier) |
1875 | J. Heuvelmans (partikuliere) |
1881 | J. van Dongen (tapper) |
1908 | C. Cornet (winkelier) - H. Grebe (sigarenmaker) |
1910 | L.J. Cornet (winkelier) |
1919 | L.J. Cornet (winkelier in borstelwerk) |