L.C.J.M. Zwijsen, 1938
Bovengenoemd pand is gelegen aan de Dieze op de hoek van de Korenbrugstraat. Het pand blijkt uit drie delen te bestaan waarvan het voorhuis en het korte tussendeel zijn onderkelderd, en resp. 4 en 2 balkvakken diep zijn. Het voorhuis met afmetingen van 7½ x 12½ m. is geheel onderkelderd d.m.v. 2 tongewelven in de lengterichting van het huis. Deze kelders zijn momenteel slechts voor een klein gedeelte toegankelijk daar ze zijn volgestort met zand en puin. De verdiepingshoogte van de begane grond bedraagt ongeveer 4,60 m. De bestaande trap is niet origineel. De schoorsteen is hier niet meer aanwezig. De oorspronkelijke plaats van de trap en schoorsteen is thans niet meer na te gaan daar het gehele plafond met zijn ev. ravelingen, is bezet met boardplaten. Wel kon worden gekonstateerd dat de verdiepingsvloer bestaat uit een samenstel van moer- en kinderbinten. Deze moerbinten zijn aan de Dieze-zijde ondersteund met korbeelstellen bestaande uit sleutelstukken, korbelen en muurstijlen. Deze zijn echter geheel afgetimmerd zodat een verdere beschrijving thans niet mogelijk is. Aan de oostzijde zijn geen korbeelstellen te zien. Of deze er geweest zijn of dat hier alleen sleutelstukken aanwezig zijn zal nader onderzoek aan het licht moeten brengen. De verdieping ter hoogte van ongeveer 2,50 m. (b.k.v. tot b.k.v.) heeft een schoorsteen aan de achtgeevel. Een trap naar de 2e verdieping is niet aanwezig. Een niveau verschil in de vloer (± 25 cm.) t.p.v. de middelste moerbalk is waarschijnlijk aan een verbouwing of verzakking te wijten, maar kan ook nog een vroegere insteek verbergen. De zoldering van deze verdieping wordt gevormd door moer en kinderbinten (ondiep in de moerbalken ingelaten), waarover een houten vloer met brede delen. De moerbalken (in het midden van de balk zwaar 28 x 32 cm.) hebben aan de Dieze-zijde een ondersteuning van korbelen en muurstijlen. De sleutelstukken vormen een geheel met de balk (t.p. 28 x 43 cm.) en zijn afgewerkt met peerkralen, die zwaar tot zeer zwaar beschadigd zijn. Ter ondersteuning van de kinderbalken is (later) midden tussen de moerbalken een onderslag gelegd die met zeer eenvoudige sleutelstukken (met een kwartrond afgewerkt) ter weerszijden in de muren zijn bevestigd. | 1 |
De 2e verdieping eveneens ter hoogte van 2,50 m. heeft een borstwering aan de beide langezijden van ± 1.00 m. De kap is opgebouwd uit twee jukken. De kromme stijlen van net eerste juk lopen ± 50 cm. door boven de eerste jukbalk en dragen daar de eerste gording. Stijlen en jukbalken zijn ondersteund door korbelen allen met een pen en gat (houten pennen) aan elkaar verbonden. Over de jukblak liggen kinderbinten waarop het vloerhout van de 3e verdieping, bestaande uit brede delen. De aanwezige telmerken konden nog niet alle worden geregistreed vanwege de opgeslagen goederen. Het juk van de derde verdieping bestaat uit rechte stijlen met een tot onder de 2e gording doorlopende jukbalk en is ondersteund door korbelen die met pen en gat-verbindingen aan stijlen en balken verbonden zijn. De gordingen zijn alle op de spanten geschoord. Het tussen-gedeelte van het pand is gedeeltelijk onderkelderd, maar ten tijde van de opnamen niet toegankelijk. In deze kelder moeten nog resten van de vroegere spiloplegging aanwezig zijn van het schoepenrad dat aan de buitenzijde door de Dieze-stroom in beweging werd gebracht. Waartoe dit water-werk diende i.c. welke industrie hier gevestigd was kon nog niet worden achterhaald. De konstruktie van de vloeren van het tussen-gedeelte evenals van het achtergedeelte kunnen pas in een later stadium worden bezien als alle betimmeringen en plafonds zijn gesloopt. De kap van midden en achtergedeelte vertoont grote overeenkomst met die van het voorhuis. De gordingen liggen hier alle op de verlengde jukbalken. telmerken en verdere konstruktie-onderdelen kunnen pas in een later stadium worden opgenomen. De voorgevel is waarschijnlijk in de 18e eeuw vernieuwd en voorzien van empire-schuiframen. Ze is opgetrokkem uit baksteen (Utrechts formaat) en te oordelen naar de beschadigingen van de steen gepleisterd geweest en naderhand weer schoongemaakt. Het begane-grond gedeelte van deze gevel is geheel verstoord door grote toegangsdeuren. De zijgevel aan de Dieze-zijde is geheel bepleisterd. Alleen op de waterlijn waar de oude muren in de loop der jaren alle vervangen zijn door metselwerk in baksteenklinkers uit verschillende perioden (hoofdzakelijk Utrechts formaat). Het opgaande gepleisterde werk van voor- en middengedeelte bestaat uit een groot formaat baksteen te weten (6 à 6½ x 12 à 12½ x 24 à 25 cm. Het pannendak (oud-holl.rode pannen) heeft aan de Dieze-zijde geen goten. Onder de muurplaat is de muur enigszins uitgemetseld ter dikte van 3 lagen t.w. een muizetand waarop 2 lagen. De zijgevel van het achterhuis is geheel uitgevoerd in een Utrechts formaat baksteen. In de muren | 2 |
zijn nog de balkopeningen aanwezig van een tegen deze muur bevestigde lage gaanderij, zoals deze nog voorkomt op de oude foto's. Deze gaanderij was bereikbaar via een brede met een korfboog afgedekte (deur) opening vanuit het achterhuis. De gaanderij reikte vanaf het achtergelegen pand tot aan het schoepenrad t.p.v. het tussengedeelte en was aan de westzijde d.m.v. houten palen in de Dieze-bodem gefundeerd. De hoge ramen in de zijgevel wettigen het vermoeden dat hier kruiskozijnen zijn geweest. De halfronde raampjes in het achtergedeelte geven de indruk dat deel van het pand steeds industriele bestemming heeft gehad. Zowel de gebruikte baksteen als de vloer en kapkonstruktie wettigen het vermoeden - zij het naar voorlopig onderzoek - dat het huis wat betreft zijn voorste 2 geledingen dateert uit de eerste helft van de 16e eeuw. Bij een nader onderzoek zal het gebouw verder moeten worden "uitgepeld" waarbij ongetwijfeld nog interressante gegevens aan het licht zullen treden. 's-Hertogenbosch, 8 april 1974. | 3 |
595. Huiskens, slager. "De drie Kroonen". Zitten in 't bovenlicht geschilderd. Oudtijds brouwerij. | 46 |
1974 |
Bureau voor restauratiewerken en nieuwbouw H.E. Teering BVDokumentatierapport pand Korenbrugstraat 16, "De Drie Kronen" 's-Hertogenbosch. (Eig: J. Bruurmijn)Bureau voor restauratiewerken en nieuwbouw H.E. Teering BV ('s-Hertogenbosch 1974) |
|
2007 |
RedactieVan de Gulden Hopzak tot HeinekenBrabants Dagblad woensdag 5 september 2007 (foto) |
1865 | T. Verheijden (koopman in koloniale waren en tabakskerver) - F.A.R. Woltering (1e onderwijzer aan 's rijks kweekschool voor onderwijzers) |
1875 | T. Verheijden (koopman in kolonialew. en tabakskerv.) |
1881 | firma T. Verheijden (koopman in kolonialewaren) |
1908 | W. van Helvoirt (machinedrijver) - A. Huiskens (slager) - J. Prinssen (bakker) |
1910 | W. van Helvoirt (machinedrijver) - A. Huiskens (slagerij) |
1928 | J. Prinssen - J.H.M. Prinssen |
1943 | fa. J. van Meurs (handel in koloniale waren) |
1991 | ? (restaurant Sirtaki) |
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst (1931) 200