Op de verdieping bevat de gevel aan de linkerzijde een twee maal vierruits draairaam met zwarte, keramische raamdorpelstenen en een houten bloembak op houten klossen. Naast dit oorspronkelijke venster is een tweede, breder en hoger venster. Onder het dakvlak is een brede, ver uitkragende, houten bakgoot aangebracht. In het dakvlak zijn een rookkanaal en dakkapel met vierruits venster onder een platdak aanwezig. De gevel van nummer 119 heeft aan de rechterzijde een deur die toegang verschaft tot het terrein achter de huizen. De voorgevel vormt één geheel met de erfscheidingsmuur die aansluit op een soortgelijke muur van het hoekpand. De muur heeft een stalen deur en een hoeksteen die aansluit op de afdekkende rollaag. Onder de rollaag zijn twee openingen uitgespaard, voorzien van een kleine rollaag.

De gevel van Kapelaan Koopmansplein 121 en 123 heeft op de begane grond een deur die verdiept is aangebracht. Die is voorzien van een betgeld portiek en een rondbogige ontlastingsconstructie met tufstenen aanzetblokken en sluitsteen. De brievenbus is eveneens van tufsteen. Naast de getoogde voordeur is een breed venster. De uitkragende bakgoot is vanuit de buurpanden doorgezet. In het dakvlak zijn een rookkanaal en een dakkapel met twee draairamen en brede wangen, voorzien van cannelures (= gootvormige verticale uitholling) en een plat dak.