'De Verloren Soon' (1573)
Karrenstraat 22 / Eerste Korenstraatje 2-4
Dit hoekperceel vormde mogelijk één geheel met de beide voorgaande. De weduwe van Jan Yewaens moet een hertogcijns betalen voor een perceel van 19 1/4 voet (= 5,54 m). Deze maat kan zeker niet slaan op de veel bredere zijde aan de Karrenstraat. De breedte van het perceel aan het Eerste Korenstraatje is echter ook minder dan 5,56 m. Hebben we hier van doen met een hoekpand met twee uitkragende houten gevels, die later versteend zijn, waarbij de rooilijn naar voren is verplaatst? De funderingen van beide gevels zijn met een dikte van 80 cm tot 1 m opvallend zwaar, wat op een dergelijk versteningsproces kan wijzen. In 1642 is er sprake van een subsidie aan de korenkoopman Aart Janssen voor de bouw van stenen gevels op de hoek van beide straten. Hij vraagt onder meer subsidie voor 1000 moppen 'in het fundament derselver gevels'. De maat van 19 1/4 voet zal ontstaan zijn door de
| 436 |
deling van een 38½ voet breed perceel, aangezien het rechter buurpand eveneens de afwijkende maat van 19 1/4 voet heeft. Uit de cijnsbelastingen valt af te leiden dat het hoekpand en het aangrenzende huis Karrenstraat 20 twee afzonderlijke panden waren, die mogelijk oorspronkelijk tot één groot hoekperceel behoorden, samen met de beide aangrenzende panden Karrenstraat 18 en Eerste Korenstraatje 6.
Onder het pand bevindt zich een kelder met een gewelf dat blijkens een jaartal in het stucwerk in 1668 verfraaid is. De kelder zelf zal gezien het steenformaat ouder zijn. Aan de zijde van de Karrenstraat was een klein straatkeldertje, dat niet in de cijnsboeken wordt vermeld. Mogelijk is het in 1668 aangelegd. De naastgelegen kelderingang dateert uit latere tijd. De kelder was vóór die tijd toegankelijk vanuit de buurkelder, wat een bevestiging is van het vermoeden dat beide panden oorspronkelijk één geheel vormden. In de kelder onder het hoekpand was een stookplaats aanwezig.
Van het opgaande werk is weinig bekend, aangezien het pand in de 19de eeuw sterk vernieuwd is. De beide oude zijmuren zijn toen wel gehandhaafd. Uit de baksteenformaten valt af te leiden dat de scheidingsmuur met Karrenstraat 20 uit de 15de eeuw dateert. De zijmuur met Eerste Korenstraatje 4/6 stamt nog uit de 14de eeuw.
| 437 |
Literatuur
CB 1520, f 45v; GAHt, Oud archief, doos 362, bijlage a13; M 822; Z 1502/'3, f 59v.
A. van Drunen, 's-Hertogenbosch van straet tot stroom (Zwolle - Zeist 2006) 436-437