Het woonhuis stond in de eerste veertig jaar van zijn bestaan aan een plantsoen. Daarna werd het plein een onderdeel van de noord-zuid traverse en bepaalde het verkeer sterk de woonomgeving. Dat is nog steeds het geval met Julianaplein 17. In 1910 ontwierp architect Julien Dony het pand Julianaplein 17, waarvan de bouwkundige beschrijving als volgt luidt: '2-laags woonhuis met plat dak en dakschild met dakkapel. Uitkragende zijrisalieten met topgevel. Geleding door middel van speklagen. Geprofileerde ontlastigsbogen boven ramen begane grond. Ingangspartij met geblokte rondboog, waarboven rijk bewerkt natuurstenen omlijsting raam. Houten luiken op de eerste verdieping. Sierankers'. Het is in ieder geval een woonhuis met een rijke detaillering. En dan bevindt zich tegen de voorgevel ook nog het beeld van Sint-Eloy. Architect Dony (1865-1949) was in zijn geboorteland België opgeleid als architect. In 's-Hertogenbosch was hij onder meer leraar en directeur aan de 'Koninklijke School voor Nuttige en Beeldende Kunsten'. Dony ontwierp vele panden in Het Zand, onder meer aan de Stationsweg. Het beeld van Sint-Eloy - de patroonheilige van de smeden, ook de goud- en zilversmeden - duidt op de eerste bewoner. Dat was de goudsmid Carel Teulings. Zijn vader J.F.C. Teulings was in 1861 als goudsmid begonnen en de zoon had de zaak voortgezet. Dat gebeurde eerst op Het Zand aan de Oranje Nassaulaan. Carel Teulings was in 1907 gehuwd en wilde een nieuw woonhuis en atelier bouwen. In 1909 werd de eerste steen voor zijn huis gelegd door zijn die dag één jaar geworden zoon André. Een jaar later betrok hij de woning aan het Julianaplein. Achter dit huis had hij - aan de Mayweg - zijn fabriek in gouden en zilveren sieraden gebouwd. In dit atelier werkten dertig goudsmeden. Carel Teulings is niet alleen als goudsmid en werkgever bekend geworden. Hij beschreef in dit pand zijn jeugd (omstreeks 1880) in 's-Hertogenbosch in de publicatie 'De jeugd voor vijftig jaar', die later herdrukt zou worden als 'Jeugd in een oude stad'. In 1966, op 97-jarige leeftijd, overleed de bouwer van pand Julianaplein 17, Carel Teulings. In 1909 - toen de eerste steen gelegd werd - heette het plein nog Oranje-Nassauplein. Even later werd het hernoemd naar het op de laatste dag van die maand geboren prinsesje Juliana. Het huis heeft enige tijd een ander adres gehad. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen er geen straten naar levende leden van het Koninklijk Huis genoemd mochten worden, had het enkele jaren als adres: Prins Mauritsplein 17. |
Context(Bouw)historie:Dit dubbele herenhuis bevindt zich in de wijk 't Zand die zich ten westen van de Bossche binnenstad bevindt. 't Zand vindt zijn oorsprong in de late 19de eeuw toen Den Bosch na het opheffen van de vestingfunctie kon worden uitgelegd. Op basis van de plannen van stadsarchitect F.M.L. Kerkhoff werd in 1889 begonnen met de aanleg van de nieuwe wijk die in hoofdzaak bestemd was voor villabouw. Nog voor het opheffen van de vestingfunctie (1874) was er overigens een station gerealiseerd, toen in 1868 de nieuwe spoorlijn Utrecht-'s-Hertogenbosch-Eindhoven feestelijk in gebruik werd genomen. De wijk 't Zand diende door haar opzet en villabebouwing een monumentale entree te vormen voor de stad.Nog altijd blijkt dit bijvoorbeeld uit de door neorenaissancistische herenhuizen omzoomde Stationsweg die vanaf het station naar het stadscentrum leidt. Tezamen met de Oranje Nassaulaan en de Koninginnenlaan vormt de Koningsweg er een haaks op de Stationsweg gelegen boulevard waarlangs zich eveneens reeksen herenhuizen bevinden. De in 1903 geplaatste Drakenfontein (architect J. Dony) markeert het kruispunt van deze boulevard en de Stationsweg. Het Julianaplein vormt een afwisselende onderbreking van het langgerekte tracé van de Koningsweg en Oranje Nassaulaan, op een vergelijkbare manier als het op de Koninginnenlaan aansluitende Emmaplein. Aanvankelijk heette het Julianaplein overigens het Oranje-Nassauplein maar ter gelegenheid van de geboorte van prinses Juliana in 1909 kreeg het plein in dat jaar de huidige naam. De rondomliggende bebouwing dateert uit de vroege 20ste eeuw en bestaat aan de westzijde uit een aaneengesloten gevelwand met herenhuizen. Aan de oostkant bevinden zich grote vrijstaande villa's. Momenteel is het Julianaplein een druk verkeersplein, maar oorspronkelijk was er een parkachtige aanleg en stond er het H. Hartmonument dat later naar het Emmaplein is verplaatst. | 2 |
Het dubbele herenhuis aan het Julianaplein 15-17 dateert uit 1909-1910. Nog altijd is het bouwjaar te lezen in het glas-in-lood van de ingang op nr. 15. Het was J. Dony, de vooraanstaande Bossche architect die zo,n grote rol speelde bij de ontwikkeling en bebouwing van 't Zand, die het ontwerp leverde. Ook andere panden aan het Julianaplein zijn door hem ontworpen, waaronder het dubbele herenhuis op de nrs. 11-13. Opdrachtgever voor de nrs. 15-17 was de Bossche goudsmid Carl Teulings die zelf op nr. 17 ging wonen en achter dit huis een smederij liet bouwen (Maijweg 5). Vandaar het beeld van de patroonheilige van de smeden, Sint Eloy (ook wel Eligius genaamd), tegen de voorgevel van Teulings' woning. Verder bevindt zich tussen de ingangen van de twee woningen een ongetwijfeld in Teulings' eigen werkplaats gemaakte lantaarn met een rijkgedecoreerde smeedijzeren armatuur. Het is bekend dat er in ieder geval nog in 1928 ene C.L.J. Teulings woonde. Op nr. 15 woonde toen G. Aronsohn en in 1943 werd dit pand bewoond door de arts B.J.W. Vroom. Tegenwoordig is het dubbele herenhuis in gebruik als een kantoor. Door de functiewijziging zijn er vooral intern enkele ingrijpende verbouwingen uitgevoerd (1961, 1973, 1980). Deze leidden er onder meer toe dat de twee herenhuizen zijn samengevoegd en aan de achterkant werden uitgebouwd. Zoals gezegd leverde architect Dony het ontwerp. Jules Dony (1865-1949) was van Belgische afkomst en werd in Den Bosch directeur van de Koninklijke School alsook van de Ambachtsschool. Een groot aantal huizen aan de Stationsweg e.o. is van zijn hand. Zelf woonde hij aan het in 1903 door hem gebouwde herenhuis aan het Stationsplein 4. Behalve herenhuizen is hij bijvoorbeeld bekend van zijn ontwerpen voor de Sint Leonarduskerk aan het Emmaplein (1905, gesloopt) en het Joannes de Deoziekenhuis aan de Papenhulst (1914-1915). Buiten Den Bosch bouwde hij onder meer het pensionaat Regina Coeli met de bijbehorende kapel in Vught (1904/1909, gesloopt). Dony ontwierp in een (nieuw-) historiserende trant en liet zich vooral inspireren door de Hollandse Renaissance van rond 1600. Het hier bedoelde dubbele herenhuis is daarvan een goed voorbeeld. Karakteristiek voor de neorenaissancistische vormgeving zijn hier de contrastwerking tussen bak- en natuursteen, de toepassing van korfbogen, speklagen, sluitstenen en negblokken. De van rolwerk voorziene topgevels zijn terug te voeren op de vormentaal van architect Hans Vredeman de Vries en ook de in cartouches gevatte bovenlichten van de ingangspartijen alsmede de vensters met kruiskozijnen en luiken sluiten aan bij de 16de- en 17de-eeuwse voorbeelden. Ligging:Het bouwwerk ligt aan de westzijde van het Julianaplein. Hier maakt het object deel uit van een aaneengesloten gevelwand. Het Julianaplein vormt een verkeerspleintje op het raakvlak van de meer naar het zuiden gelegen Koningsweg en de Oranje-Nassaulaan die naar de noordelijk gelegen Stationsweg voert. Bedoeld bouwwerk sluit direct aan op de rooilijn.Beschrijving | 3 |
Algemeen (hoofdvorm, kap):Het bouwwerk heeft een in hoofdzaak rechthoekige plattegrond en telt twee bouwlagen en een zolderverdieping. De zolder is gevat onder een plat dak met aan de voorzijde een schuin schild dat is gedekt met rode Tuiles-du-Nord. Op het schild sluit per woning een topgevel met een steekkap aan. Twee houten dakkapellen met een timpaan, een enkelruits (zonder roedenverdeling) raam en rode leipannen wisselen de topgevels af. Langs de dakvoet bevinden zich houten lijstgoten met dito consoles, deel uitmakend van het decoratieve hoofdgestel waarmee de voorgevels worden beëindigd. Het metselwerk is uitgevoerd in roodbruine baksteen in staand verband. De gevels hebben uitkragende plinten met langs de bovenzijde een zandstenen waterlijst. Zandstenen speklagen verlevendigen de gevels en verder zijn er langs de bovenzijde van beide bouwlagen smeedijzeren sierankers. De vensters zijn gevat onder een bakstenen korfboog met een uit siermetselwerk bestaande boogtrommel. Op de begane grond hebben de vensters een dubbele korfboog. Zowel beneden als boven zijn de bogen voorzien van zandstenen sluitstenen. Ramen, deuren en kozijnen zijn in hout uitgevoerd. De ingangen zijn toegankelijk via een hardstenen stoep en hebben een dito onderdorpel met neuten.Voorgevel:Aan de voorzijde (oostkant) heeft het dubbele herenhuis een totale breedte van zes vensterassen en een symmetrische indeling. In het midden bevinden zich de ingangen van de twee woningen. Deze zijn elk gevat onder een rondboog en hebben afgeschuinde dagkanten die zijn verlevendigd met zandstenen negblokken. De ingangen bevatten een oorspronkelijke deur met paneelverdeling en een 9-ruits raam met kathedraalglas. Aan de bovenzijde zijn de ingangen voorzien van een rijkgebeeldhouwd cartouche dat de omlijsting vormt voor een oculus met glas-in-lood. Beide ingangen zijn voorzien van een beltrekker met een gesmede sierarmatuur en tussen de ingangen bevindt zich een rijkgesmede armatuur met een schild en een koperen lantaarn. Verder hebben beide woningen op de begane grond twee vensters met een enkelruits schuifraam en twee dito bovenlichten die met glas-in-lood zijn gevuld. Gebeeldhouwde kraagstenen met loofwerk vormen de aanzet van voornoemde vensterbogen en markeren tezamen met deze bogen de onderzijde van een risaliet dat wordt beëindigd door een topgevel. Van de drie vensters die de woningen op de bovenverdieping van daglicht voorzien bevinden er zich telkens twee in het risaliet. Alle bovenvensters zijn voorzien van een kruiskozijn met glas-in-lood en hebben paneelluiken. Tussen de twee in het risalietgesitueerde vensters van nr. 17 bevindt zich een op een decoratieve console geplaatst zandstenen beeld van de H. Eloy. Het hierboven gelegen baldakijn ging verloren maar de restanten zijn nog immer zichtbaar. Een siermetselwerkstrook in een zandstenen kader vormt bij beide woningen de overgang naar de topgevels die zijn verlevendigd met | 4 |
rolwerk dat eveneens in zandsteen is uitgevoerd. In de topgevels bevindt zich een zoldervenster met luiken, vergelijkbaar als de zojuist genoemde vensters. Een hals met een zandstenen timpaan vormt de bekroning van de topgevels en wordt aan de achterzijde geschraagd door een decoratief gesmede schoor. Zijgevels:Het bouwwerk wordt aan beide zijden begrensd door bebouwing.Achtergevel:Op de achtergevel sluiten enkele jongere uitbouwen aan welke zijn verbonden met een langs de Maijweg gelegen voormalige smederij die sterk is verbouwd.Ruimtelijke indeling:De twee voormalige woningen hebben een voor herenhuizen karakteristieke klassieke indeling met een opzij gelegen gang met trappenhuis en aan één zijde daarvan gelegen hoofdvertrekken. Ondanks latere wijzigingen is de indelingsstructuur in hoofdzaak bewaard gebleven.Constructies:De woningen zijn voorzien van houten balklagen. Uitgaande van de ankers in de voorgevel liggen ze haaks op deze gevel.Interieurelementen:Door functiewijziging is het interieur ingrijpend verbouwd. Het is niet bekend in hoeverre er nog originele interieurelementen aanwezig zijn. Het interieur is mede beschermd voor zover het monumentale waarden omvat.Erf, bijgebouwen, diversen:Aan de achterkant van nr. 17 bevindt zich een zowel in- als uitwendig sterk verbouwde voormalige smederij. | 5 |
Motivering voor plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst1. Architectonische en stedenbouwkundige waardenHet pand Julianaplein 15-17 heeft stedenbouwkundige waarde vanwege de samenhang met de historische gebouwde omgeving, die dateert uit de periode omstreeks 1900. Het pand maakt deel uit van een gave historische gevelwand uit de vroege 20ste eeuw met representatieve en voorname herenhuisarchitectuur. Hier neemt het uit een dubbel herenhuis bestaande object door zijn opvallende verschijningsvorm met diverse markante gevelaccenten, twee topgevels en een zandstenen heiligenbeeld (nr. 17) een opvallende positie in.2. Bouw- en/of kunsthistorische waardenHet object is een wat betreft de uiterlijke verschijningsvorm zowel in de detaillering als de hoofdvorm goed en gaaf voorbeeld van een dubbel herenhuis uit de periode kort voor de Eerste Wereldoorlog. Karakteristiek voor dit in 1909-1910 door de bekende Bossche architect J. Dony in Neorenaissancestijl uitgevoerde bouwwerk is de contrastwerking tussen natuur- en baksteen en de toepassing van speklagen, korfbogen, sluitstenen, topgevels enz. Van kunsthistorische waarde is het zorgvuldig uitgevoerde beeldhouwwerk in de vorm van een heiligenbeeld alsook enige rijkversierde kraagstenen en cartouches. Van een bijzondere betekenis is het toegepaste siersmeedwerk.3. Cultuurhistorische waardenHet dubbele herenhuis heeft cultuurhistorische waarde als een markant voorbeeld van kleinschalige herenhuisarchitectuur uit het begin van de 20ste eeuw. Het bouwwerk geeft een goede indruk van de wijze, waarop de gegoede middenklasse in deze periode was gehuisvest. Van een bijzondere betekenis zijn de diverse details die nog altijd verwijzen naar de bouwheer, de Bossche goudsmid C. Teulings. Verder verwijst het pand, als onderdeel van de herenhuisbebouwing in de wijk 't Zand naar de laat 19de- en vroeg 20ste- eeuwse ontwikkelingen in 's-Hertogenbosch toen deze wijk in het kader van de eerste (moderne) uitleg van de stad werd aangelegd en ontwikkeld. Voornoemde architect Dony speelde hierbij een vooraanstaande rol. De betreffende gevelwand weerspiegelt de contemporaine ideeën over de representatieve invulling van het stationsgebied. | 6 |
InleidingHet dubbele herenhuis is gesitueerd aan de westelijke zijde van het Julianaplein, gelegen aan een brede doorgangsweg in de laat 19de-eeuwse uitbreidingswijk Het Zand. Het pand vormt onderdeel van een bouwblok met een karakteristieke gebogen, gesloten gevelwand. Het dubbele herenhuis werd in 1910 gebouwd in een Eclectische bouwstijl, met elementen van de Neo-Barok en Neo-Renaissance. Het pand werd ontworpen door architect J. Dony, in opdracht van C. Teulings, fabrikant van gouden voorwerpen. Mayweg 5, een voormalige goudsmederij, is zowel in- als uitwendig in diverse fasen gewijzigd en valt buiten de bescherming. Deze goudsmederij werd vermoedelijk in de na-oorlogse periode door een éénlaags, L-vormig tussenlid verbonden met het herenhuis Julianaplein 17. Dit tussenlid valt eveneens buiten de bescherming. In de gevel van het pand Julianaplein 17 is een beeld van de heilige Eloi aangebracht, beschermheilige van de edelsmeden. In 1973 kreeg het dubbele herenhuis de functie van kantoorpand. Tussen de keukens van beide herenhuizen werd de muur weggebroken en er werd ter plaatse van de gang een doorgang tussen beide panden gecreëerd. Het interieur van beide panden werd gemoderniseerd.OmschrijvingHet deels onderkelderde dubbele herenhuis heeft een globaal rechthoekige plattegrond en telt twee bouwlagen onder een plat dak met voorschild, gedekt met tuile du Nordpannen. Geprofileerde houten gootlijst op consoles. Twee door frontons bekroonde dakkapellen boven de voorgevel. Gevels opgetrokken in baksteen met natuurstenen speklagen. Hardstenen plint, stoep en vensterdorpels. Sierankers. De gevel van het dubbele herenhuis is symmetrisch en telt zes traveeën, de gevels van beide panden zijn gespiegeld ten opzichte van elkaar. De herenhuizen hebben beide een brede, twee traveeën tellende, licht risalerende gevelpartij, afgesloten door een klokgevel, afgedekt door een natuurstenen lijst met voluutvormige klauwstukken en bekroond door een fronton. Hiernaast een smalle, recht afgesloten gevelpartij, waarin de hoofdingang. Ingangspartij met geblokte rondboog, waarin een paneeldeur. Hierboven een rond venster met glas-in-lood, met een natuurstenen omlijsting in de vorm van een cartouche. Op de begane grond rechtgesloten vensters met schuiframen. Tweeruits bovenlichten met glas-in-lood. Hierboven geprofileerde ontlastingsbogen, rustend op consoles met bladdecoratie. Ter hoogte van de eerste verdieping rechtgesloten, vensters met ontlastingsboog. Hierin kruisramen en tweeruits bovenlicht, voorzien van glas-in-lood. Houten onderluiken. Ter hoogte van de zolderverdieping in de topgevels stolpramen met tweeruits bovenlicht, voorzien van onderluiken. Hierboven ontlastingsbogen. De sober uitgevoerde achtergevel telt eveneens zes traveeën, waarvan de middelste twee, ter plaatse van de voormalige keuken, zijn uitgebouwd. De minder diepe uitbouw ter hoogte van de eerste verdieping is een latere toevoeging (oorspronkelijk hier een balkondeur naar de slaapkamer). In het midden van de achtergevel een schoorsteen. Onder de goot een dubbele tandlijst. Bij het pand Julianaplein 15 op de begane grond een uitbouw voor een serre, met vernieuwde deuren, zij- en bovenlichten. Op de bovenverdieping stolpvensters, in de uitbouw in het midden van de achtergevel met kleine roedenverdeling. Op de begane grond gaan de gehele achtergevel van Julianaplein 17 en een gedeelte van Julianaplein 15 schuil achter het in 1973 gebouwde tussenlid onder plat.Inwendig is in beide panden de oorspronkelijke dispositie nog gedeeltelijk herkenbaar: een vestibule met tochtdeuren, waarachter een gang die toegang geeft tot salon en eetkamer, gescheiden door schuifdeuren met eenvoudig glas-in-lood. In de beide trappenhuizen zijn nog de oorspronkelijke houten steektrappen aanwezig, met houten balustrade en trappalen, waarin eenvoudig houtsnijwerk. In de achtertuin van Julianaplein 15 bevindt zich een door een ezelsrug afgedekte tuinmuur uit de bouwtijd. WaarderingHet dubbele herenhuis met tuinmuur is van algemeen belang. Het object bezit cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een sociaal-economische ontwikkeling, namelijk de bouw van luxueuze woonhuizen aan de hoofdwegen in de wijk Het Zand, de eerste Bossche stadsuitbreiding na de slechting van de vestingwallen. Het object is tevens van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van het woonhuis. Het object is van architectuurhistorisch belang door de Eclectische stijl, vermengd met elementen van de Neo-Renaissance en Neo-Barok. Voorts is het dubbele herenhuis van belang vanwege de plaats die het inneemt binnen het oeuvre van de architect J. Dony, die een belangrijke rol heeft gespeeld bij de architectonische invulling van de wijk Het Zand. Het object heeft ensemblewaarde als essentieel onderdeel van de uitbreidingswijk Het Zand, die cultuurhistorisch en architectuurhistorisch van nationaal belang is. Het pand is van belang vanwege de architectonische gaafheid van het exterieur. |
1993 |
Henny MolhuysenAchter de voorgevel : Jeugd in een oude stadBrabants Dagblad donderdag 5 augustus 1993 |
1923 | Carolus L.J. Teulings (fabrikant in gouden en zilveren werken) |
1928 | C.L.J. Teulings |
1943 | C.A.M.E. Teulings (banketbakker) - C.H.E.M. Teulings (bedrijfsleider goudsmederij) |
1923 | Hajonidus I. Bolman (rijksbetaalmeester) |
1928 | G. Aronsohn |
1943 | B.J.W. Vroom (arts) - B.J.W. Vroom (arts) |