Het middeleeuwse Geefhuis aan de Hinthamerstraat (thans de Stadsbibliotheek) werd in 1825 verbouwd tot een Oude Mannen- en Vrouwenhuis. De ene helft was bestemd voor oude mannen, het andere deel voor de bejaarde vrouwen. In 1855 kwam de zijvleugel aan de St.-Jozefstraat leeg te staan. In de negentiende eeuw kende men de 'thyuiszittende armen'. Maar eveneens werden behoeftige mannen, vrouwen en kinderen dikwijls 'bedeeld', dat wil zeggen tegen betaling bij anderen in de kost gedaan. De bestuurders van het 'Bedeelingsfonds' vonden echter dat dit teveel kostte: f 16.000,- in 1855. Het leek hun goedkoper hen voortaan in gestichten onder te brengen. Het jaarverslag van de gemeente meldt daarover: „ Men ging daartoe over met het oog op de belangen der ongelukkigen zelve, en met het bewustzijn dat daardoor bezuinigingen zullen worden verkregen.”
Besloten werd in de St.-Jozefstraat de jongens van 7 tot 16 jaar en de bedeelde mannen onder te brengen in dit 'Armengesticht voor Mannen en Jongens'. Er kwam tevens een 'Armengesticht voor Vrouwen en meisjes', waar ook de jongens onder 7 jaar onderdak kregen: in een voormalige glasslijperij op de hoek van de Zuid-Willemsvaart.
Op 1 januari 1856 werd het gesticht in de St.-Jozefstraat geopend en in het eerste jaar werden er reeds 63 personen ondergebracht. Het doel was 'Het opnemen daarin zoowel van hen, die hetzij door gebrek of ouderdom in hunne behoeften niet kunnen voorzien, als van hen, die om hunne jonge jaren niet aan de onzekerheid mogen worden prijsgegeven.”
De mannen werden zoveel mogelijk met werk beziggehouden, terwijl de jongens gratis onderwijs kregen. „De uitwerking van dit gesticht is zeer heilzaam en draagt de beste vruchten”, zo meldde het jaarverslag. De bewoners van het gesticht liepen in een donker, gesloten uniformpak van zwarte pilot met nikkelen knopen, een streep op de rechtermouw, met platte uniformpet en een lange broek.
Vanaf 1868 werd het St. Jozefgesticht in de St.-Jozefstraat niet meer bediend door leken, maar door de Broeders O.L. Vrouw van Lourdes. Maar de congregatie vertrouwde het in het begin kennelijk niet zo goed. Er werd een contract gesloten met de bepaling dat indien het verbroken werd, dit slechts gebeuren zal met een behoorlijke opzeggingstermijn, plus 35 gulden voor de terugreis naar Ronse.
Het oude gebouw bleek tenslotte geheel ongeschikt voor de huisvesting. Er was een overbevolking, de lokalen waren te klein en er was gebrek aan licht en lucht. Voor de jeugd ontbrak bovendien de nodige ontspanningsruimte. Daarom verhuisde men in 1907 naar de Papenhulst en in 1925 naar de Graafseweg/Muntelbolwerk.
|
1991 |
Henny MolhuysenVerhalen en legenden : St.-JozefgestichtBrabants Dagblad donderdag 26 september 1991 (foto) |
1908 | M.G. van Rossum (overste St. Antonius gesticht) |
1910 | St. Annagesticht |
1928 | St. Leonardusgesticht |
1943 | wed. A.C. Mangé-van Hees - wed. J.G. Sabel-van Drunen - wed. J. de Wit-Danklof |
1979 | Bibliotheek en Prentenkabinet van het Prov. Genootschap |
1928 | St. Annagesticht |
Hans Boselie en Peter-Jan van der Heijden, Bossche monumenten in beeld (1975) 38, 39