GAHt (Koos Post), juni 1981
Toen Ad van de Wiel in 1957 zijn bovenverdieping ging behangen, mat hij achter de hoogte van de muur, telde er tien centimeter bij op, en knipte in één keer alle banen op maat. "Maar toen kwam ik er pas achter hoe scheef de vloer is. Vóór kwam ik tien centimeter tekort..." Toch zou smid Van de Wiel zijn woning aan de Sint-Jorisstraat 9 in Den Bosch tegen geen enkele andere willen ruilen. Ad van de Wiel (1925) maakte honderden smeedijzeren (uithang)borden voor winkels in de binnenstad en daarbuiten. "Heel Den Bosch hangt ermee vol", zegt hij zelf. Op dat boven zijn eigen winkeldeur staat 'AD 1790 - Smederij A. v.d. Wiel - v/h Fa. C. Scheffers -Lasinrichting'. Zijn zoon had geen zin de zaak over te nemen, en intussen is het vak zelf aan het uitsterven. Sint-Jorisstraat 9 is sinds 1790 een smederij. Daarvóór was het 'De Vier Brutusjagers' geheten pand eeuwenlang gasthuis voor alleenstaande oudere mannen. Het gasthuis was in 1464 gesticht door Gijsbert van den Broeck. Ad van de Wiel is de laatste smid aan de Sint-Jorisstraat. "Het bedrijf is altijd binnen de familie gebleven. De eerste smid heette Scheffers. Ik heb de zaak in 1956 overgenomen van mijn oom Martien Scheffers. Die had het bedrijf van zijn vader, die weer van een oom, die van diens vader, en die weer van de oom die in 1790 was begonnen." Van de Wiel wilde op zijn zesde reeds smid worden. "Ik kwam hier als kind al, bij m'n oom en tante." In het winkeltje aan de voorkant hangt een fotootje van Ad als 14-jarige, aan het aambeeld. Uit 1940, toen hij in de zaak van zijn oom begon. Hetzelfde aambeeld staat nog steeds in de werkplaats op het achtererf van het perceel dat in totaal 55 meter diep is. Tot eind negentiende eeuw was de smederij echter aan de straatkant. "Daar zaten toen twee ronde poorten. Mijn oom vertelde dat voor het huis op straat ook nog een hoefstal is geweest. Toen kwamen er nog rijtuigen met paarden ervoor de straat in rijden. Paarden beslaan was in die tijd een belangrijk onderdeel van het werk van de smid. Later kwam er veel ijzerwerk en kachelwerk bij." De voorgevel van Sint-Jorisstraat 9 suggereert een vrij breed pand, maar dat is boerenbedrog. In de lijstgevel zitten twee ramen. Links daarnaast een derde raamuitsparing, boven het poortje dat naar een steegje leidt. "Alsof er boven een venster heeft gezeten, maar dat is een soort fopraam. Er zit niks achter. Ik denk dat die gevel is gemaakt bij de verbouwing, toen de smederij naar achteren ging." Maar eerst heeft boven het poortje nog een trapgeveltje gezeten. Van de Wiel kan het laten zien vanuit het steegje erachter. "De achterkant is niet zo netjes dichtgepleisterd als de voorzijde." TorenBoven het poortje is aan de straatzijde in grote zwarte blokletters 'SMEDERIJ' op de gevel geschilderd. Het steegje leidt naar een ongeveer twaalf meter hoog gebouwtje achter het huis, dat aan drie zijden helemaal vrij staat. Als een middeleeuwse toren rijst het op tussen de achtererven van het Kruisbroedersstraatje en de Sint-Jorisstraat. Vanuit het Kruisbroedersstraatje is het te zien. "Dit is een van de alleroudste huizen van Den Bosch die nog intact zijn. Het dateert van 1430. Er is nooit iets aan verbouwd."Tot de smidse naar achteren verhuisde, was dit gebouwtje woonruimte. Nu hangt ook hier een uithangbordje 'smidse', en is er een hoefijzer tegen de deurpost gespijkerd. Met de opening naar boven, anders valt het geluk eruit. "Het is net een museum hier", waarschuwt Van de Wiel terwijl hij de deur opent. In de smederij is het een en al nostalgie. Het aambeeld, een zetmachine om platen om te buigen, een vooroorlogs elektrisch lasapparaat, een zaagmachientje, hand- | 163 |
gereedschappen voor de smederij als een speerhoek om ijzer in een ronde vorm te kloppen en een snij-ijzer. Verder een antieke blaasbalg, talloze roestig-bruine hamers, boren, spijkers, bouten en moeren, nijp- en kniptangen in alle soorten en talloze onderdelen van sloten en brandkasten die de smederij ooit produceerde. En onder de schouw twee stookplaatsen naast elkaar.DrijfwerkTegen de achterwand van de elf bij vijf meter grote ruimte staat het elektrisch drijfwerk waarmee Van de Wiel vele duizenden gaten in metaal heeft geboord. "Dit stond er al in 1940. Toen ik hier begon, werkten er zeven man. De twee vuren bleven de hele week aan. Er waren altijd twee mensen aan het smeden, de hele week door. Drie man stonden aan de werkbank en buiten waren ook altijd wel een man of twee aan het werk. In die tijd telde Den Bosch trouwens maar liefst 18 smederijen."Boven de smederij zitten drie zolders en een vliering die met een treklift vanuit de smederij te bereiken zijn. Van de Wiel: "Dat was opslagruimte, vooral voor kachels die nog moesten worden opgeknapt of al klaar waren. Op alle scholen stonden kachels. Die kwamen in de zomermaanden hier voor onderhoud. In augustus gingen ze dan terug. Daar hadden we werk genoeg aan." Van de Wiel stopte in 1998 zijn bedrijf en is sindsdien zijn spullen aan het inventariseren en opruimen. Af en toe vindt hij een onderdeel dat nog bruikbaar is, en biedt dat dan in zijn winkel te koop aan. "Het zijn allemaal waardevolle dingen. Als ik wil, kan ik elke dag nog werken." Buiten is pas goed te zien hoe oud het gebouwtje is. De zijmuren lijken tegen elkaar aan te leunen. "Van onder tot boven scheelt het wel 40 centimeter. Misschien is het zo gebouwd omdat ze bang waren dat de muren naar buiten om zouden vallen." Het steegje naast woning en smederij is eigendom van Van de Wiel. Eronder ligt een gemetseld riool. "Het verval daarvan is eigenlijk te klein. Af en toe moet ik in de putjes in het straatje een paar emmers water gooien om door te spoelen." TrapjeEen van de slaapkamers in het huis van Van de Wiel is in de achterbouw, boven de smederij, en alleen via een trapje bereikbaar vanuit het woonhuis. Verder is de achterbouw compleet vijftiende-eeuws. Het woonhuis zelf, dat vol hangt met foto's van oud Den Bosch, is volgens Van de Wiel uit de achttiende eeuw. Beneden achter is de 'zwarte kamer'."Zo noemden wij die. Hij was gewoon pik- en pikzwart van ouderdom." De kamer is enigszins schoongemaakt, maar nog steeds oud. Linnen behang zit op jute geplakt. "Ik heb hier een keer een spijker van 22 centimeter moeten slaan om iets op te hangen. Zoveel ruimte zit tussen het behang en de muur. Men maakte dat zo om het vocht buiten de kamer te houden, en om de muur recht te maken." Twee bijna identieke bruine fotootjes hangen tegen de wand van de zwarte kamer. Ad van de Wiel en zijn in 1994 overleden vrouw Tiny, beiden ongeveer een jaar oud, en beiden gezeten op dezelfde canapé bij de Bossche fotostudio Schreurs. "Mijn vrouw en ik scheelden vijf jaar. De foto's dus ook." Van de Wiel woonde vanaf 1957 eerst met zijn vrouw en drie kinderen beneden in twee kamertjes achter de winkel. Ome Martien woonde boven, totdat hij naar het bejaardenhuis ging. "Wij hadden op een gegeven moment een twijfelaar en drie ledikantjes in de slaapkamer staan. Dat kon natuurlijk niet meer, maar je was blij dat je woonruimte had." | 164 |
1330. C. Th. Scheffers. "De vier Brutusjagers". | 69 |
Dit pand is gebouwd langs een particuliere steeg, die aan de straatzijde aan het oog wordt onttrokken door de 19e-eeuwse voorgevel. Boven de steeg is een imitatie vensternis. In de tijd vóór de huisnummering was dit pand bekend onder de naam ‘de Vier Brutusjagers’. Het is – nooit gerestaureerd – één van de meest authentiek bewaard gebleven middeleeuwse panden van ’s-Hertogenbosch, reeds vermeld in 1430. Tussen 1464 en 1789 was het in gebruik als particulier gasthuis, na 1790 is het tot op heden in gebruik als woning-smederij. Het complex bestaat uit een traditioneel middeleeuws woonhuis, bestaande uit een voor- en achterhuis en een hoog 2e achterhuis, waarin de smederij is gevestigd. Inwendig dateren nog veel houten balken en kapconstructies uit de 15e eeuw. Vanuit de opengestelde steeg is een goed beeld te krijgen van dit doorgaans verborgen stukje middeleeuwse stadsgeschiedenis. | 14 |
Het achterhuis van Jorisstraat 9 diende tussen 1464 en 1789 in zijn geheel als gasthuis voor zeven mannen. Na die tijd werd er een smederij gevestigd die meer dan 200 jaar actief was. | 44 |
1998 |
Ad van de Wiel200 Jaar smederij ScheffersGe kunt me nog meer vertelle ... (1989) 224-227 |
|
2003 |
Wim HagemansDe Vier BrutusjagersBossche Pracht 7 (2003) 163-166 |
|
2015 |
Michele van den Heuvel en Ed HupkensMensen : De smid en zijn ambachtBossche Kringen 2 (2015) 26-30 |
|
2015 |
'Stout' hoekje voor de knechtMeerdere malen had de organisatie van de Open Monumentendagen in Den Bosch aan Ad van de Wiel gevraagd om zijn oude smederij - in een monumentaal pand in de Sint-Jorisstraat - voor één dag open te stellen voor het publiek. Maar Van de Wiel, die aan het begin van het millennium met pensioen ging, zag er telkens om persoonlijke redenen van af.
Chris Korsten | Brabants Dagblad maandag 14 september 2015 | 13
|
2005 |
Gemeentelijk Monumenten Selectie Project (GMSP)
Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten (BAM)
|
|
2011 |
Register Gemeentelijke Monumentenmonumentnummer: SOM0265adres object: Sint Jorisstraat 9 kadastrale aanduiding: HTG00G 02859G0000 datum aanwijzing: 8 november 1988
Gemeente 's-Hertogenbosch 2011
|
1865 | I.M. Scheffers (mr. smid en brandmeester) |
1875 | A.F. Scheffers (prokureur bij het provinciaal gerechtshof en de arrondissements-regtbank) |
1908 | Jos. Kuijpers (schilder) - C.Th. Scheffers (mr. smid) |
1910 | G. van Elderen - C.Th. Scheffers (mr. smid) |
1928 | A.C.A.M. Scheffers - C.Th. Scheffers - J.A.C.M. Scheffers - M.J.C.M. Scheffers |
1943 | C.Th. Scheffers & Zoon (smid, smederij) - H.A.M. Scheffers (tyiste) - M.J.C.M. Scheffers (smid) |
1973 | samentrekking met (afd SOS mei 1973) |
A.F.O. van Sasse van Ysselt, De voorname huizen en gebouwen van 's-Hertogenbosch I (1910) 365