L.M. Tangel
Gepleisterd pakhuis - oorspronkelijk twee panden die door het wegbreken van de gemeenschappelijke tussenmuur in de 18e eeuw tot een pand zijn verenigd - onder met Hollandse pannen gedekt wolfdak boven het westelijk deel en met Hollandse pannen gedekt zadeldak met wolfeind (voor) en tegen puntgevel (achter). In de westgevel twee vensters met luiken, een deur met gedeeld bovenlicht en een gedicht venster. In de zuidgevel twee zesruits (schuif)ramen, rechtgesloten inrijpoort, en opgeklampte deur op begane grond en twee rondboog zolderluiken; staafankers en vier duivenpoortjes. Inwendig: restanten van moer- en kinderbinten balklaag met 15e/16e-eeuwse natuurstenen consoles; gemeenschappelijk dekbalkjuk met afzonderlijke schaarspanten met balk. |
1865 | H. van Zelst (veehouder en vrachtrijder) |
1875 | W. Sars (hovenier) |
1881 | W. Sars (hovenier) |
1894 | W. Sars (hovenier) |
1908 | wed. W. Sars & Zonen (vrachtr. expediteurs) - G. van Schijndel (zonder beroep) |
1910 | wed. W. Sars & Zonen (vrachtrijders) |
1923 | Hendrikus W. Baks (sigarenmaker) |
Hans Boselie en Peter-Jan van der Heijden, Bossche monumenten in beeld (1975) 34