No. 52
Dit huis, dat Marktwaarts naast het het de Drie Hoefijzers staat en behalve de Gulden Zon ook wel kortheidshalve de Zon geheeten werd, behoorde in het jaar 1540 toe aan mr. Henrick Pelgrom de Bye, president-schepen van den Bosch, overleden aldaar 10 Februari 1544, die van zijne vrouw Catharina Sceymaekers genaamd van den Eynde o.a. eene dochter Yda had, welke dit huis van hem erfde en het ten huwelijk bracht aan haren man Jan Stooters Mathijszoon; deze had van haar twee dochters: a. Catharina Stooters, die huwde met Cornelis, den zoon van mr Jan, den zoon van mr. Jaspar de Moor en b. Elisabeth Stooters, welke de vrouw was van Goijart Pynappel Willemszn; eerstgenoemde dochter erfde van
| 238 |
haar het hierbedoeld huis. Haar man, Cornelis de Moor, verkocht namens haar 27 November 1505 (Reg. n° 214 f. 51) dit huis, dat toen gezegd werd te zijn: een huis, erf, ledige plaats, tuin en achterhuis, staande in de Hinthamerstraat tusschen dat van hem, Cornelis de Moor, of wel van Elisabeth weduwe van mr. Jan Lombaerts ex uno en dat van Wouter Bouwens, lijnwatier (emptor panni linei), Marktwaarts ex alio en zich achterwaarts uitstrekkende tot aan de Dieze, - aan genoemden Goijart Pynappel als man van Elisabeth Stooters; toen deze laatste weduwe van hem was geworden deed zij 27 Januari 1581 (Reg. n° 242 f. 204 vso) afstand van den tocht van dit huis ten behoeve van hunnen minderjarigen zoon Jan Pynappel, waarop diens voogden het verkochten aan Hans van Wieringen Engbertszn. Jan, de zoon van Hendrick Adriaanszn, als man van Johanna, dochter van Wouter Pynappel Willemszn, vernaderde het echter, waarna hij het den 20 November 1581 (Reg. 242 f. 205) aan genoemden van Wieringen verkocht, zoodat die persoon daarvan ten slotte toch eigenaar werd. Deze droef daarin eene bierbrouwerij en verkocht dit huis 21 Maart 1614 (Reg. n° 339 f. 325) aan den bierbrouwer Jan Mathijszn Haubraken.
Van dezen erfden dit huis zijne dochters Heylken en Jacomijntken Haubraken, die hij had van zijne vrouw Peterken N. Zij stelden elkander over en weder tot erfgenamen daarvan in, onder fideicommissair verband ten behoeve van hare andere zusters en broeders. Na doode van Jacomijntken deed hare zuster Heylken afstand van haar recht op dat huis ten behoeve der verwachters, waarna dezen, zijnde: Petronella Haubraken, echtgenoote van Godefroy Verhofstad Hermanszn; mr. Johan Haubraken, pastoor van Veghel; Willem Haubraken; Mayken Haubraken, echtgenoote van Mathijs Jacobs Meuszn genaamd Toten en Anneken Haubraken, echtgenoote van Johan de la Barre, het huis de Gulden Zon, dat toen nog was eene bierbrouwerij, 25 November 1647 (Reg. n° 394 f. 86) 1) verkoch-
| 239 |
ten aan den bierbrouwer Huyberd van der Vliert Janszn en diens huisvrouw Jenneken, dochter van Jan Franszn van Wolfswinckel. Deze kooper was in eersten echt gehuwd geweest met Aelken Stockhorst Gerardszoon 2), die hem geschonken had twee dochters: Maria en Henrica van der Vliert, terwijl hij van zijne genoemde tweede vrouw een zoon Jan van der Vliert en eene dochter Allegonda van der Vliert had. Laatstgenoemde dochter, wier man was Johan Leonardszn van Griensven, erfde dit huis van hare ouders; hare op blz. 178 reeds genoemde erfgenamen verkochten het 3 December 1699 (Reg. n° 483 f. 105 vso) aan Johnnna Elisabeth van Beughem, dochter van Johan en Johanna van Susteren 3) en weduwe van Anthony van der Vliert. Deze weduwe verkocht 21 December 1700 (Reg. n° 513 f. 430) dat huis weder aan Guiliam van der Weert (ook wel genaamd van der Waerde), burger van den Bosch; het werd toen omschreven als: een huys met schoone kelders, erve, plaets, torffhuyse ende brouwhuys, brouwketel, enz., genaemt de Gulde Son, staende in de Hinthamerstraet nevens huys ende erve Peter van Griensven, genaemt de Roode Poort, ex uno, ende nevens de huysinge ende erven Nicolaes Santvoirt ende de heeren van Gasteren, ex alio, streckende van de straet tot op het water, de Diese genaemt. Den 21 April 1719 (Reg. n° 533 f. 280) verkocht de curator over de goederen van Theodora van der Waerde dit huis aan Jasper Maes, bierbrouwer te den Bosch; ten diens laste werd het 14 Maart 1741 (Reg. n° 560 f. 310 vso) gerechtelijk verkocht; kooper werd toen daarvan Johan van Hanswijk, burger van die stad.
In het begin der 19e eeuw behoorde dit huis aan Daniel Antonius Lightenvelt, zoon van Leonardus en Ida van der
| 240 |
Sande; hij dreef in dit huis handel in koloniale waren en stierf er 4 April 1815 in den ouderdom van 54 jaren; van zijne vrouw Maria Anna Bartholomea van Geel, die aldaar den 11 October 1810 in den ouderdom van 45 jaren overleed, had hij o.a. deze kinderen:
a. | mr. Leonardus Antonius Lightenvelt, gevolmachtigd minister van het Koninkrijk der Nederlanden te Parijs, R.K. gedoopt in het bedehuis van St. Jacob te den Bosch 27 October 1795; |
b. | Theresia Dimphna Lightenvelt, gedoopt alsvoren 17 Mei 1799 en |
c. | Maria Jacoba Lightenvelt, gedoopt in het bedehuis van St. Jan te den Bosch 1 Juli 1806; zij erfde het huis de Gulden Zon of de Zon van hare ouders en bracht het ten huwelijk aan haren echtgenoot Joannes Petrus van Kemenade; 6 Juli 1833 overleed zij kinderloos te den Bosch, waarna haar man hertrouwde met Margaretha Maria Gast; hij stierf vóór deze te den Bosch 13 September 1880 na aan haar het aandeel in dit huis, voor zooverre hij het niet aan haar betrouwd had, vermaakt te hebben; zij overleed kinderloos te den Bosch 22 December 1891, waarop hare erfgenamen dit huis in 1892 verkochten aan Johannes Hubertus Antonius Ignatius van der Vaart, die er een handel in manufacturen in vestigde. |
| 241 |