Dit huis, dat te midden van het Huis van Cloetingen stond, werd van mr. Bartholomeus, priester, geërfd door Jacob Colen Peterszn, die het vergrootte door daarbij 20 Februari 1535 (Reg. no. 145 f. 107) van den priester mr. Gooswinus, zoon van Jacob Henrickszn, in diens hoedanigheid van rector van het in de St. Janskerk te den Bosch staand altaar van den H. Odulphus, zijnde deze tot dien verkoop gemachtigd door het Kapittel van die kerk, aan te koopen een huis en erf van dat altaar, gelegen in het straatje, loopende tegenover het H. Kruis en het kerkhof van gezegde kerk, welk huis en erf stond tusschen het erf van mr. Nycolaus die Bont ex uno en het erf van Heer Gerardus Naetz, kapitularis van voormeld Kapittel, ex alio en zich achterwaarts uitstrekte tot aan het erf van genoemden Jacob Colen.
Toen deze laatste was komen te overlijden, nalatende de navolgende kinderen: Henrica, Anna, Maria, Aleid, huisvrouw van Marcelis van Doirn Gerardszoon, Cornelia, huisvrouw van Jan Pijnappel, den zoon van den stadhouder Jan, den zoon van Jan Boudewijnszn 1), Jenneken, echtgenoote van Arnd, den zoon van Eymbert Claeszn en Arnold, werd dit aldus vergrootte huis aan de eerstgenoemde hunner in 1546 (Reg. n° 645 f. 313) toebedeeld en daarbij omschreven als volgt: „huys, erve met eender poorten, hoff ende achterhuys, staende in de Hinthamerstraat recht tegen die kerck over, tusschen het huys ende erve van jonker Wolphaert van Brederode, heere van Cloetingen ende syne kinderen aen beide zyden streckende van de voirs. straten totten water.
| 190 |
De executeurs van het testament van genoemde Henrica Colen droegen 6 Juli 1574 (Reg. n° 237 f. 144) dit huis, - dat alstoen gezegd werd te zijn: domus, area, ortus ac domus posterior cum quadam porta, sitae in vico Hinthamerensi e regione ecclesiae Sancti Johannis Evangelistae inter hereditatem olim Wolphardi de Brederode, domini temporalis de Cloetingen et suorum liberorum, nunc vero Reverendissimi domini, domini Laurentii Metsii, episcopi Buscoducensis, ex utroque latere, tendentes a communi vico Hinthamerensi ad aquam ibidem retro fluentem," - over aan mr. Petrus van Geffen, kanonik der St. Janskerk te den Bosch en zegelbewaarder van Laurentius Metsius, bisschop van het Bisdom van dien naam, ten behoeve van dien bisschop. Het werd daarna, zooals wij reeds zagen, ook het eigendom van voormeld Bisdom.
| 191 |
Noten | |
1. | De genealogie Pijnappel, staande in Deel II p. 210, behoort te luiden als volgt: Jan, de stadhouder, de zoon van Jan Boudewijnszoon Pijnappel, had van Elisabeth, dochter van Gooswijn Hack, deze kinderen: a. Marcelis, die enz. b. Gooswijn, stadhouder enz. c. mr. Simon, priester. d. Jan, die bij Cornelia Colen Jacobsdochter deze kinderen had: 1. Catharina: 2. Maria; 3. Angela.; 4. Jacob, huwde enz.; 5. Franchoys huwde enz. |