Het perceel is, in tegenstelling tot de vorige, niet genoemd in 1365 bij de verkoop van de stadsmuur en de erbuiten liggende grond. Niet duidelijk is of het tot Orthenstraat 30 heeft behoord. Op de kadastrale minuut zijn het twee afzonderlijke percelen. Op een bouwtekening uit 1924 zijn ze samengevoegd. Op deze tekening staat het pand afgebeeld als een voorhuis met achterhuis, gescheiden door een dwarsmuur die naast de voormalige stadsmuur stond. Het voorhuis bestond uit één bouwlaag met zolder, het achterhuis bezat twee bouwlagen. Ze telden beide drie balkvakken met moer- en kinderbinten. Het achterhuis bezat een houtskeletconstructie, die uiterlijk in het eerste kwart van de 17de eeuw gedateerd kan worden. Ook de kapconstructies wijzen op een bouw in die tijd. | 474 |
1881 | J.W. Kooijmans (tapper) |
1908 | J.H. Laffertée (timmerwinkel) |
1910 | J.H. Laffertée (timmerwinkel) |
1912 | J.H. Laffertée (timmerwinkel) |
???? | bergplaats |