Havang, 16 september 2010
Gaaf, eclectisch, uit ca. 1870 daterend, vijf vensterassen breed herenhuis met verdieping onder met leien (en asbest) gedekt Mansardedak. De in schoon metselwerk opgetrokken voorgevel heeft een plint, deuromlijsting, balkon op consoles boven de deur en cordonlijst van hardsteen en overig lijstwerk van pleisterwerk; aan weerszijden van de risalerende ingangspartij in het midden, twee gekoppelde, rechtgesloten vensters met T-ramen en brede geprofileerde omlijsting (op b.g. met sluitsteen) aan de bovenzijde en op de verdieping onder de vensters nissen met smeedijzeren hekwerk; in het middenrisaliet dubbele deur met bovenlicht, balkon op consoles en smeedijzeren hek, balkondeuren met bovenlicht, gebosseerde omlijsting en afgedekt door kroonlijst met consoles; gevel afgesloten door gekorniste, geprofileerde kroonlijst met consoles boven middenrisaliet; dakkapel met pilasters, kroonlijst en tympaan en met aan weerszijden een oeil-de-boeuf. |
Dit huis staat ter plaatse waar vroeger stonden het huis, eerst de Drie sterren, daarna de Twee vergulde sterren geheeten en het Oostelijk daarnaast staand huis de Twee witte sterren genaamd.
Het huis de Drie sterren was door Sophia, dochter van Goijart van Vechel en weduwe van mr. Henrick de Boert Henrickszn, die het kocht van Joost Knoeden Arndszn, vermaakt in vruchtgebruik aan mr. Goijart van Vechel, den zoon van Dirck, den zoon van Goijart voornoemd en in eigendom aan diens erven. Die erven waren: mr. Dirck, schepen van
| 256 |
den Bosch, zoon van mr. Goyart van Vechel voornoemd; de kinderen van Jan van Maren en zijne vrouw Geertruid, dochter van Dirck Goijarts van Vechel voornoemd, van wie een Henrick heette; Nicolaus, Arnoldus en Margaretha, kinderen van Frans Kuysten en Gudula, dochter van Dirck Goijartszn van Vechel voornoemd, c.s.; mr. Walraaf van den Hanenberch als man van Henrica en Gijsbertus van den Velde, als man van Mechteld, beiden dochters van Adriaan Ketelaer en Aleid, dochter van Dirck Goyartszn van Vechel meergenoemd; Robbert en Goijart, zonen van Jan, den zoon van dienzelfden Dirck Goijartszn van Vechel en Gerard Willemszn van Venlo als man van Mechteld, dochter van laatstbedoelden Jan van Vechel; Yda de Borchgrave weduwe van Gerard van Berckel, zoon van Gerard en Judith, de dochter van den meermalen genoemden Dirck Goijartszn van Vechel, voor zich en hare kinderen en de voogden over Maria, dochter van Cornelis van den Wyer en Catharina, de dochter van Willem, den zoon van denzelfden Dirck Goijartszn van Vechel; zij verkochten 18 April 1590 (Reg. n°. 241 f. 460) dit huis, dat toen gezegd werd te zijn huis en erf, alsmede plaats en achterhuis over de Dieze, staande en gelegen tusschen het erf van Sophia, weduwe van Zacharias van Brecht, ex uno et fine uno en het erf van mr. Dirck van der Bleeck ex alio, - aan den bierbrouwer Jan, zoon van Emond Wouterszn. Na dezen laatste behoorde dit huis aan Mr. Christiaan Voochts Mathijszn, schrijver van eene compagnie soldaten te voet onder den kapitein Franchoys Kevelaer in dienst van den Koning van Spanje en echtgenoot van Maria dochter van mr. Dierck Nemius; hij en zijne kinderen verkochten het 27 Maart 1638 (Reg. no. 381 f. 200) aan Johan Gressenich. Den 23 December 1641 werd het gerechtelijk uitgewonnen en koopster daarvan werd toen Anneken, onmondige dochter van Jacob Francken, zoon van den koperslager Boudewyn Francken en Cunera, de dochter van genoemden bierbrouwer Jan Emondsz. Haar curator Laureyns van Kessel, secretaris van den Bosch, verkocht het 28 Februari 1642 (Reg. | 257 |
n°. 385 f. 316 vso) aan den hiervoren reeds genoemden mr. Johan van Affoirden, advocaat te den Bosch. Het werd toen omschreven als „huys ende erve mitte kelders, staende op d'Oude Diese 't eynde oft tegenover de Peperstraet, met een brugge boven dwater aldaer liggende, hoff ende stalle, mitten achterhuys over 't zelve water gelegen ende wech totten voirs. achterhuys behoirende ende een camer daerachter aenliggende, tussen erve heer Daniels van Emmerick, priester ende kanonik van St. Jan Ev. ex uno ende d'een eynde ende het erve van Johanna, dochter wylen mr. Maarten Moons, raet van 's Hertogenbossche ende sekere ganxken aldaer int Spyckerboirde aen d' ander syde, gemeinelijk genoemt de Twee Sterren. Het naast dit huis staand huis, genaamd de Twee witte sterren, was door Hilleken, dochter van Jan Valck, 27 October 1559 verkocht aan heer Lauwereyns de Leeuwe, zoon (van Peter Laureynszn), priester en beneficiaat der St. Janskerk te den Bosch, van wien het geërfd werd door Maryken, dochter van mr. Dierck van den Bleek 1) en Maria, dochter van Laureyns de Leeuwe, den zoon van Henrick Laureynszn, (Reg. n°. 651 f. 118); haar man Peter, zoon van Jan Dierckszn van Geldrop, verkocht het vervolgens 3 Februari 1610 (Reg. n°. 308 f. 259 vso), als wanneer het gezegd werd te zijn: huis, achterkeuken, ledige plaats en tuin, met het recht om in de plaats van eene niet meer bestaande brug eene andere over de Dieze te leggen en een achterhuis over dat water, staande aan de Oude Dieze tusschen het huis voorheen van mr. Goyart van Vechel, nu van den bierbrouwer Jan Emouts ex uno en het huis voorheen van Jenneken weduwe Daniel Loyen, nu van de weduwe en kinderen van mr. Jan Peterszn van Berendonck ex alio, zich achterwaarts uitstrekkende tot aan het erf van genoemden Jan Emouts, - aan Jan Moins, zoon van mr. Marten, raad van den Bosch, ten behoeve van dezen laatste.
De kinderen van genoemden mr. Marten Moins en Jo-
| 258 |
hanna, dochter van Jeronimus Wynants van Resant, zijnde: Jan; Pauwels; Catharina, weduwe van Henrick Andrieszn van Orthen en nu echtgenoote van Henrick Beris; Maria, echtgenoote van Marcelis, zoon van Jan Willemszn van den Eeckart, die evenals haar man toen reeds waren overleden en voor wie nu bij plaatsvervulling optraden de voogden over hunnen minderjarigen zoon, en voorts Elisabeth, echtgenoote van mr. Jan Schenckels, zoon van den med. doctor Dominicus Schenckels, die evenals haar man toen ook reeds was overleden en voor wie nu bij plaatsvervulling optraden de voogden over hunne minderjarige kinderen, verkochten 11 Januari 1619 (Reg. n°. 355 f. 144 vso) aan hunne zuster Johanna Moins 5/6 in dit huis, dat alsnu gezegd werd te zijn: huys, erve, achtercoecken, ledige plaetse ende hoff, staande aan de Oude Dieze tusschen het huis de Drie sterren, toebehoorende aan de weduwe en kinderen Jan Emonts ex uno en het huis der kinderen van mr. Jan van Beerdonck 2) ex alio, strekkende achterwaarts tot aan de Dieze, zijnde het achterhuis over lange daeraf vercofft. Hare erfgenamen, zijnde: Joost van Berckel, koopman in wollen lakens te den Bosch, als man van Cornelia, dochter van Henrick van Orthen en Catharina, de dochter van mr. Marten Moins voornoemd; mr. Jan Weytens als man van Mayken, dochter van Henrick en Catharina voornoemd; Henrick, zoon van Henrick Beris en Catharina Moins; Jan, zoon van Marcelis van den Eeckart en Maria, de dochter van mr. Marten Moins voornoemd; Dominicus Schenckels, zoon van mr. Jan en Elisabeth, de dochter van mr. Marten Moins voornoemd; Isaack Michielszoon van Coerssel, als man van Catharina en Peter Borgers, als man van Mechteld, beiden dochters van mr. Jan Schenckels en Elisabeth Moins voornoemd; Maarten Beris, | 259 |
zoon van Henrick en Catharina Moins voornoemd en Jenneken, de dochter van Pauwel Moins, den zoon van mr. Marten meergenoemd; verkochten 11 Mei 1654 (Reg. n°. 406 f. 50 vso) dit huis, dat alstoen omschreven werd als: huysinge, achterceucken, ledige plaetse ende hoff, staende t'eynde de Peperstraet aen de Oude Dieze tusschen het huis eertijds van Jan Emonts, nu van mr. Johan van Affoirden ex uno en dat van de kinderen mr. Jan van Berendonck Peterszoon ex alio en zich uitstrekkende tot aan de Dieze, aan genoemden mr. Johan van Affoirden. Zoo was deze dan door koop eigenaar geworden van deze beide naast elkaar staande huizen 3). Zijne vrouw was Johanna van Tuyl, die hem deze kinderen schonk: Catharina, die, weduwe zijnde, 23 Januari 1678 te den Bosch huwde met den weduwnaar Herbert van Meerwijck; mr. Jacob, advocaat te den Bosch, die huwde Dorothea van Oudheusden en bij haar 4 kinderen verwekte en Johan van Affoirden. Van eerstgenoemden mr. Johan van Affoirden werden de beide huizen geërfd door diens dochter Catharina, van wie ze weder erfden hare beide broeders mr. Jacob en Johan van Affoirden, alsmede de 4 kinderen van den eerstgenoemde hunner; ten laste van deze erfgenamen zijn daarop de beide huizen bij decreet van den Raad en Leenhof van Brabant van 13 November 1693 toegewezen aan Udo Melchior Verwey, notaris en praktizijn te den Bosch, die 1 April 1694 (Reg. n°. 508 f. 344) het huis de Twee vergulde sterren, dat toen nog bewoond werd door genoemden mr. Jacob van Affoirden, en wellicht ook nog het huis de Twee witte sterren, waarvan toen Adriaantje van der Cammen de bewoonster was, verkocht aan Johan vau Eyl, woonachtig te den Bosch. Deze was den 11 Juni 1673 gehuwd met Maria de Wijs, van wie hij geene kinderen had; na hem was eigenares der beide hierbedoelde huizen, waarschijnlijk door erfenis, Maria Allegonda van Eyl, dochter van Hendrik (den zoon van Adam Jan Peterszn, die
| 260 |
in 1642 de bierbrouwerij de Vergulde bierwagen, staande in de Verwerstraat te den Bosch, kocht, en Josina van Os) en Johanna van Ravesteyn; zij was 9 November 1670 gedoopt in het R.K. bedehuisvan St. Cathatina te den Bosch en huwde aldaar 1 December 1720 Dr. Johannes Ransecremer 4), weduwnaar van Hendrina van den Eeekaert (die hem had geschonken een zoon Arnoldus Ransecremer, welke in 1707 in gezegd bedehuis gedoopt was). Maria Allegonda van Eyl schonk haren genoemden man één kind, Johanna Maria Ransecremer genaamd, welke R.K. gedoopt werd te den Bosch 5 Maart 1723 en 18 Mei 1749 op den huize Ligtenberg onder Wisch huwde met Franciscus Jacobus van de Mortel, zoon van Johannes Benedictus en Emerentia Clara Tensini; haar man werd op gezegden huize geboren en werd, door met haar te trouwen, de stamvader van de thans nog te den Bosch bloeiende familie van de Mortel 5). Zij bracht hem ten huwelijk aan het huis de Brouwmeer onder St. Michiels-Gestel, dat hare moeder 21 Februari 1750 had gekocht van Jan Louis Verster, schepen van den Bosch, die 15 Maart 1752 overleed 6), alsmede de beide hierbedoelde huizen de Twee vergulde sterren en de Twee witte sterren; hij verkocht deze beide laatste huizen 16 Juli 1771 aan mr. Carel Jan Bisdom, oud-schepen en raad van den Bosch en controleur der convooien en licenten aldaar en vestigde zich daarop met zijne vrouw op haar huis de Brouwmeer metterwoon 7).
| 261 |
Agneta Verspyck, weduwe van genoemden mr. Bisdom, verkocht 1 Mei 1804 de beide voormelde, aan de Oude Dieze staande huizen aan mr. Willem Michiel Althuysen, hiervoren reeds genoemd, van wien zij werden geërfd door Wyna Johanna Althuysen, weduwe van Nicolaas Walkart, Maria Wyna Walkart, echtgenoote van Pieter Antonius Ramaer, majoor der Bijdende Artillerie te den Bosch en mr. Johan Christoffel Walkart, wonende te s-Graveland; dezen verkochten die huizen 23 October 1828 aan twee verschillende personen, van wie zij ten slotte kwamen aan mr. Jan Sassen, procureur te den Bosch, echtgenoot van Cecile du Bois, de douairière van Jonkheer E.J. van Rijckevorsel van Kessel; hij verkocht ze 14 December 1870 aan Jhr. mr. Cornelis van Rijckevorsel, griffier bij het Gerechtshof te den Bosch; deze deed die beide huizen, welke toen reeds één huis waren, afbreken en bouwde daarvoor naar de plannen van den Antwerpschen architect L. Baeckelmans één kapitaal huis in de plaats, dat diens tweede echtgenoote Antonia van Heyst thans bewoont. Aan de overzijde van het Spijkersboorsgangetje, later genaamd het Raamstraatje, zijnde eene steeg, die thans niet meer voor het publiek toegankelijk is, stond aan den hoek daarvan een huis, dat mr. Norbertus Hendricus Snelle, advocaat te den Bosch, bij gerechtelijke uitwinning, gedaan door Clara Isabella de Kesselaer douairière van Maldeghem voor de eene helft en door Guiliam van der Hagen als man van Margaretha de Saugey, hofmeester van den Prins van Holstein-Beck, te voren weduwe van den notaris Joost van Vechel 8), voor de wederhelft, den 21 Maart 1696 (Reg. n°. 510 f. 40 vso) kocht. Van zijne vrouw Joanna van Vechel had hij, zooals wij in Dl I p. 386 reeds zagen, eene dochter Adriana Helena Snelle, welke 30 November 1767 huwde met Boetius Stalpert van der Wielen en dit huis van haren vader erfde. Den 31 December 1810 werd het gekocht door J. Musch.
| 262 |
Noten | |
1. | Hij was zoon van mr. Anthonis van Gemert genaamd van den Bleeck, den zoon van Mathijs Ancems Smits. |
2. | Mr Pieter van Berendonck, klerk ter gemeente-secretarie van den Bosch, zoon van mr. Jan Peterszn, kocht 13 April 1654 ten behoeve zijner dochter Elisabeth, geboren uit zijn huwelijk met Maria Torquet, van Johan de Brier diens aandeel in dit huis, staande tusschen dat van Johanna Moins ex uno en het straatje, waarmede men gaat naar de Drie hekelen, ex alio. In 1662 werd dit huis gerechtelijk uitgewonnen. |
3. | In 1511 (Reg. no. 106 f. 68) verkocht Yda, dochter van Jan den zoon van Wyrus van Affoirden, land te Oss. |
4. | Hij was zoon van den apotheker Arnout Janszn Ransecremer en Janneken Keyten. |
5. | Men zie hare genealogie in Taxandria II p. 209 en vlgd. |
6. | Vóór dezen Verster hehoorde de Brouwmeer aan de minderjarige kinderen van Isaak Herman Elsevier, van wie een dezer, Isaak Willem Elsevier nl, hem 24 Januari 1743 dat huis had verkocht. |
7. | Zij verkochten de Brouwmeer 3 Sept. 1782, als wanneer zij woonden op het huis Brempt bij Uedem, aan Anthony Mathias Suyskens, die de Brouwmeer ten huwelijk bracht aan zijne vrouw Isabella Helena van Balen, welke na zijnen dood hertrouwde met Lambertus Gerardus Antonius Schenck van Nydeggen, die daardoor eigenaar van de Brouwmeer werd; deze verkocht dat adellijk huis 24 Januari 1786 aan den ritmeester Hermanus Martinus van Ermel, wonende te Vught, die het 7 December 1807 weder verkocht aan mr. Hugo Bowier, woonachtig te den Bosch. (Zie Taxandria XIX blz. 48 en vlgd.) |
8. | De kinderen, die Joost van Vechel van haar had, waren; Walburg, Joost, Philipus en Martinus van Vechel. |
1881 | douairr. mr. C.R.E. van Rijckevorsel (partikuliere) |
1908 | jhr. E. van Rijckevorsel (assuradeur) - A. van Rijckevorsel-van Heijst (douairière) |
1910 | jhr. E. van Rijckevorsel (assuradeur) - A. van Rijckevorsel-van Heijst (douairière) |
1923 | Henricus A.M. Grasso (machinefabrikant) |
1928 | H.A.M. Grasso |
1943 | A.M. Smits |