afb. A.F.A.M. Wetzer, 28 maart 2011
Jeroen Bosch Ziekenhuis, locatie Groot Ziekengasthuis
Tolbrugstraat 11
In 1274 wordt voor het eerst melding gemaakt van het Groot Gasthuis in 's-Hertogenbosch. Op het Reinier de Graafgasthuis uit Delft na, is het Groot Gasthuis het oudste ziekenhuis van Nederland.
Omdat het in die tijd het enige gasthuis was in de stad, mocht het niemand van opname uitsluiten. Dat betekende dat naast zieken, bejaarden en invaliden ook reizigers, bedevaartgangers en zwervers er hun onderdak vonden. Later kwam hier verandering in. Volgens een document uit 1540 werkte het gasthuis voor 'alle arme, crancke, miserabele persoenen soo mans ende vrouwe, die op der straeten niet gegaen konnen' . De mensen moesten dus ziek zijn en arm. In die tijd waren een liefdevolle verzorging, een warm bed en een goede voeding vaak het enige dat de gasthuiszusters de zieken konden bieden.
Het Groot Ziekengasthuis ging in 1880 deel uitmaken van de Godshuizen. Hiermee werd het algemene gasthuis katholiek. Het armenzorgconglomeraat van de Godshuizen verzorgden de opvang van zieken, krankzinnigen, oude van dagen en wezen. Alle instellingen van de godshuizen werden geleid door nonnen en broeders. Door de intrede van de zusters die de verpleging op zich namen, kwam een einde aan de slechte reputatie die het Groot Ziekengasthuis destijds had. Die had het gasthuis te danken aan ongekwalificeerd en ongemotiveerd personeel en de nog uit de Middeleeuwen stammende huisvesting. Daar komt met de komst van de Katholieke liefdezusters verandering in. De kwaliteit van de zorg verbetert en de gebouwen worden gerenoveerd. Het Groot Ziekengasthuis wordt aangepast aan de eisen van die tijd. Het ziekenhuis groeit uit tot het centrum van ziekenzorg in ‘s-Hertogenbosch en omgeving.

'Zeven eeuwen ziekenzorg in 's-Hertogenbosch, van Groot Ziekengasthuis tot Bosch Medicentrum', door Rob Wolf