Onder het motto ‘Winterverwonderingen’ organiseerde Kring Vrienden afgelopen winter 2007-2008 wederom enkele speciale Ontdek uw stad-wandelingen, zoals gecombineerde rondleidingen in het Stadhuis/De Raadskelder, extra rondleidingen in de Sint-Janstoren, vestingwandelingen en wandelingen in Bossche wijken. Voor iedereen die ‘s-Hertogenbosch beter wil leren kennen nog steeds een uitgelezen gelegenheid om aan een of meer van deze winteractiviteiten deel te nemen. Een verslag van een lunchconcertwandeling. Deze wandeling laat deelnemers kennismaken met de inrichtingen en exterieurs van drie godshuizen. Men krijgt uitleg over de interieurs van de Lutherse kerk, de Sint-Cathrien en de vroegere synagoge. Dit laatste voormalige gebedshuis wordt tegenwoordig gebruikt als kleinschalig podium onder de naam Muziekcentrum De Toonzaal. Hier kan men na de wandeling luisteren naar een klassiek concert, na eerst een lunch met koffie of thee en belegde broodjes genuttigd te hebben. Lutherse kerkOp woensdag 7 mei 2008 verzamelden zich twaalf mensen in de hal van de Kringbalie aan de Parade 23. Onder de enthousiaste en deskundige leiding van stadsgids Harry Soors, ging de wandeling vanaf de Parade van start. In de Lange Putstraat liet Harry Soors de groep even door de spijlen van het gesloten hek van het bisschoppelijk paleis, naar de privékapel van bisschop Hurkmans kijken. “Nou ben ik hier toch honderden keren langs gelopen, nooit geweten dat hier een kapel staat”, reageerde iemand.Aan de Verwersstraat 49 staat de voormalige Evangelisch-Lutherse kerk. Deze neogotische kerk was van oorsprong een Waalse kerk. In 1603 was op deze plek een bierbrouwerij gevestigd, met de naam ‘De Vergulde Bierwagen’. In 1847 werd het gebouw verkocht aan de Waalse gemeente. Die was kort na 1629 ontstaan toen er veel protestantse, Franse soldaten in garnizoen lagen. Zij hielden hun diensten in de vroegere St.-Annakapel, aan de huidige St.-Annaplaats. Zij verloren deze gebedsruimte in 1819, toen de huidige Nederlands Hervormde kerk werd gebouwd. De Waalse gemeente kerkte daarna in de (inmiddels gesloopte) Geertruikerk, tot in 1847 de Vergulde Bierwagen in de Verwersstraat werd aangekocht. Men brak de brouwerij (die toen nog een houten gevel had) af en bouwde er een neogotische kerk voor in de plaats (vermoedelijk door architect Arnold van Veghel). De gevel werd tot 1890 bekroond door pinakels, wimbergen en kruisbloemen. Ze werden gesloopt, toen voorbijgangers gevaar begonnen te lopen door vallende brokken steen. In het portaal ligt een fraai bewerkte grafzerk van een van de militaire gouverneurs, de prins van Holstein-Beck, begraven in 1744. Het interieur laat graatgewelven en gietijzeren venstertraceringen zien. De fraaie kansel dateert uit 1580, en is oorspronkelijk de preekstoel van de middeleeuwse St.-Petrus en Pauluskerk die aan het eind van de Orthenstraat en rond 1640 is afgebroken. In 1956 vertrok de Waalse gemeente naar een ander, modern gebouw op Zuid. Er waren al in de 16e eeuw Lutheranen in ’s-Hertogenbosch, maar hun aanwezigheid werd niet echt op prijs gesteld. Pas in 1686 kregen zij vrijheid van godsdienst. In 1689 kregen zij een eigen kerkgebouw, aan de Verwersstraat 29. Bijna drie eeuwen werd hier gekerkt, toen verkocht men het gebouw aan een bank en betrok men in 1956 de voormalige Waalse kerk. Tussen 1965 en 1985 maakten ook de doopsgezinden en remonstranten gebruik van het kerkgebouw. De Evangelisch-Lutherse kerk is in 1996 gerestaureerd, in het kader van ‘Brabant 200’. Toen werd de natuurstenen, neogotische balustrade met pinakels, wimbergen en kruisbloemen op de voorgevel gereconstrueerd. Het gebouw is sinds 2004 niet meer als kerk in gebruik. Thans is het eigendom van het Monumentenfonds Brabant. Sint-CathrienkerkVia de Beurdsestraat, Weversplaats en Oude Hulst komen we uit bij het Refugiehuis van de abdij van St.-Geertrui te Leuven (kanunniken St.-Augustinus), op de hoek van de St.-Jorisstraat en Spinhuiswal. Een refugiehuis was een plaats waar kloosterlingen van buiten ’s-Hertogenbosch in roerige perioden een veilig toevluchtsoord hadden. Het gebouw stamt uit het begin van de 16e eeuw, de abdij verkocht in 1767 het complex. Staande voor het refugiehuis op de Spinhuiswal heb je een weids uitzicht op het Bossche Broek en kun je zien hoe prachtig ’s-Hertogenbosch als vestingstad was en is. Lopend langs het voormalige Huis van Bewaring (op 15 december 2007 werd het voorgoed gesloten) komen we uit bij de Sint-Cathrienkerk.Wegens een begrafenis konden we helaas niet de kerk binnen om het interieur te bezichtigen. Staande op de bouwbrug die tijdelijk over de Binnendieze (Kerkstroom) is gelegd en die leidt naar een voormalige bierbrouwerij (waarvan de zolder een Philibertkap is, dat wil zeggen gemaakt van gebogen, houten spanten) en die verbouwd wordt tot vier stadsvilla’s, vertelde Harry Soors iets over de geschiedenis van de St.-Cathrien. De kerk staat ook bekend als Kruiskerk of Kruisbroederskerk. De kruisheren, hier ter plaatse meestal kruisbroeders genoemd, zijn in 1467 voortgekomen uit de bogarden. Deze bogarden, ook wel mannelijke begijnen genoemd, bewoonden destijds een klooster aan de Verwersstraat, op de plek waar nu het Noordbrabants Museum is gevestigd. In 1470 betrokken de kruisbroeders hun klooster aan de huidige Kruisbroedershof, toegewijd aan de H. Katharina. Het oudste gedeelte van hun kloosterkapel is het over de Binnendieze (Kerkstroom) gebouwde koorgedeelte, de apsis. Het koorgedeelte maakte deel uit van een grote kloosterkapel, gebouwd tussen 1533 en 1542. De kapel werd in 1569 tot parochiekerk verheven, toch werd zij niet door de kruisbroeders maar door wereldgeestelijken bediend. In de periode 1601-1607 werd de kerk met een noordelijke zijbeuk uitgebreid. Tijdens het beleg van ’s-Hertogenbosch in 1629 zijn de kerk en het daarnaast gelegen klooster aan de zuidzijde grotendeels verwoest. Na herstel in 1650 namen de protestanten de kerk in gebruik. Vanaf 1794 gebruikte het Franse leger de kerk als legerbakkerij, paardenstal en hooiopslag. Het klooster werd in 1801 verkocht en gesloopt. Na het keizerlijk decreet van Napoleon op 8 december 1810 kregen de katholieken de parochiekerk terug. De kerk is ingrijpend verbouwd in 1843 (architect Jos de Kroon) en 1916 (architect Jan Stuyt). Bij deze laatste grootschalige verbouwing kreeg de kerk haar huidige neobyzantijnse uiterlijk. Het aan de noordzijde van de kerk aangebouwde pand uit 1619 is de voormalige pastorie. De gevel van dit huis is een voorbeeld van een renaissance krulgevel. SynagogeVia het Kruisbroedersstraatje, St.-Jorisstraat, Keizerstraat (met een uitstapje naar het Hof van Zevenbergen), komen we aan bij de voormalige synagoge aan de Prins Bernhardstraat. In 1823 liet Bernardus Hartogensis deze synagoge bouwen, gelegen in de tuin van het aan hem toebehorende perceel ‘De Oude Munt’ aan De Mortel, waar destijds ook de ingang was. Ruim honderd jaar later werd de toegang verlegd naar de kant van de Prins Bernhardstraat. In 1866 werd het gebouw –inmiddels aan de Nederlands-Israëlitische Kerkgenootschap overgedragen- ingrijpend verbouwd en aanzienlijk uitgebreid naar ontwerp van architect Isaac Gosschalk. De vorm is tot vandaag toe bewaard gebleven, een driezijdig gesloten, éénbeukige zaalruimte met vrouwenbalkon, de wanden geleed in gestuukte pilasters. De bruinrood geschilderde, grote Heilige Arke is bewaard gebleven, evenals de marmeren tafelen met de Tien Geboden erboven. Daarnaast bevindt zich een marmeren gedenkplaat ter herinnering aan een bezoek door koningin Wilhelmina en koningin-moeder Emma in 1918. Het vrijstaande complex werd in 1937 geheel aan het zicht onttrokken door nieuwbouw van een rij huizen. Tot dat moment liep de Binnendieze (Kleine Vughterstroom) voor de synagoge langs, de woningbouw maakte een einde aan dit fraaie stadsgezicht. Deze nieuwbouw is inmiddels weer ongedaan gemaakt. Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw is de synagoge niet meer in gebruik als gebedshuis. Het gebouw verkeerde in ernstig verval. In 1994/95 volgde een grondige restauratie van interieur en exterieur, de Binnendieze vóór de synagoge werd weer opengelegd. Staande op de Synagogebrug kun je zien dat de Binnendieze (Kleine Vughterstroom) een bocht naar links maakt en onder de synagoge verdwijnt. Vanaf dat punt heet de Binnendieze het Hellegat. Het stroomt onder synagoge en Noordbrabants Museum door, en komt uit in de Verwersstroom, onder het plein van het museum. Sinds 1996 wordt het gebouw vanwege de uitstekende akoestiek door Muziekcentrum De Toonzaal gebruikt, een podium voor kleinschalige muziek. Vanaf 2003 is het gebouw tevens trouwlocatie.Na de lunch met belegde broodjes inclusief koffie, thee of melk, werd de groep uitgenodigd weer in de sjoel plaats te gaan nemen voor het bijwonen van het concert. Bijna altijd zijn de musici afstuderende, veelbelovende talenten van het Fontys Conservatorium Tilburg. Dit keer werd klassieke muziek vertolkt op accordeon, viool en gitaar. Al met al een zeer geslaagde wandeling langs drie (voormalige) gebedshuizen. Elk met een lange en bewogen geschiedenis, zeer de moeite waard er kennis van te nemen. Deze lunchconcertwandeling was de laatste van het seizoen 2007/2008. Op woensdag 1 oktober begint de eerste lunchconcertwandeling van het komende winterseizoen. | 18 |