Zondag 14 juni vond voor de vierde keer in de binnenstad het evenement Bossche Stadstuinen in bloei plaats. Ruim 500 deelnemers bezochten en bekeken de opengestelde tuinen, genoten van de grote en kleine, klassieke en moderne, bekende maar ook verrassend nieuwe tuinen. Nieuw dit jaar was de openstelling van het Bastionder, dat onlangs werd geopend op Bastion Oranje. In het traditionele groene boekje was een plattegrond opgenomen met alle deelnemende tuinen. Behalve op de tuinen werd ook ingegaan op de cultuurhistorie van de bijbehorende panden, straten en steegjes. Zo'n 36 studenten van het Koning Willem I College, afdeling Toerisme, boden ook dit jaar een welkome ondersteuning. Ondanks dat de zusters van de Choorstraat een ronde boerenmetworst hadden geofferd aan de H. Clara voor mooi zonnig weer, kwam de regen met bakken tegelijk uit de hemel. Dat weerhield velen er niet van om, gekleed in regenjacks en gewapend met paraplu's, een eigen gekozen wandelroute langs en door negentien Bossche stadstuinen te lopen. Zeven ervan waren er dit jaar voor het eerst bij. Zoals de achtertuin van het pand De Nooteboom aan de Hinthamerstraat 153, pal grenzend aan de Binnendieze (Groote Stroom). Eigenaar Wilbert Bouts boeide zijn bezoekers met verhalen over de planten, het interieur en exterieur van de historische woning én de archeologische vondsten die in een vitrinekast in de hal uitgestald stonden. In vorige eeuwen hadden de Cellebroeders of Alexianen hun klooster in De Nooteboom. Iets verderop aan de Sint Jacobstraat 13-15-17 een stadstuin met een compleet ander karakter: klein en intiem, met kunstwerken en overal spiegels, en een voormalige sekreet (poepdoos). Eigenaren Marijke en René Bokslag voelden zich acht jaar geleden aangetrokken door de charme van de toen al samengevoegde huisjes, aan de voet van de Sint Jacobskerk, nu Jeroen Bosch Art Center. Aan de andere kant van de stad kon de achtertuin van rijksmonument Coninck van Engelant (1777) aan de Verwersstraat 81 bezocht worden. De tuin is deels gelegen op een overkluizing van de Binnendieze (Verwersstroom), en ademt door de mediterrane beplanting een Franse sfeer uit. Een grote perenboom is beeldbepalend, tezamen met de muurbegroeiing op de rond de tuin gelegen muren. Vol trots toonde Henk de Klerk zijn prachtig ingerichte tuin aan het steegje Achter het Zwarte Beerke. Met een mooi uitzicht op de Sint Cathrienkerk, en met een eigen trap in de tuin naar de Binnendieze (Verwersstroom). Het pand Vughterstraat 265 stond vroeger bekend onder de naam Het Toebaxsmanneke, tegenwoordig De Ploegh genoemd. De achtertuin is, bereikbaar via het poortje naast het huis, door de grote diversiteit aan planten en bomen een bijzonder fraaie binnenstadstuin. Aan de Berewoutstraat liet Jos Bakker, met paraplu, zijn strak-moderne, minimalistisch aandoende tuin met gegalvaniseerde loper naast zijn nieuwbouwhuis aan de Binnendieze (Vughterstroom) zien. Op een tafel lagen enkele archeologische vondsten uit de tuin. Via een hoge trap had je een goed zicht op zowel de nieuwe als oude bebouwing (zoals de panden van de vroegere brouwerij De Witte Zwaan) van dit voormalige kloostergebied. 's Middags na 15.00 uur begon het op te klaren, rond 17.00 uur brak de zon door. Hoewel enkele van de studenten echt in de kou en regen hadden gezeten, had niemand gemopperd. De studenten (bijna allen vrouw, één man) vonden het leuker dan verwacht. Zij zijn door de tuineigenaren verwend met uitleg over de tuinen, eten en drinken. Volgens de organisatie is de kracht van de stadstuinenwandeling het enthousiasme van de eigenaren én de bezoekers. Daar doen ze het allemaal voor. De organisatoren Wilna Quekel, Antoinette de Vries en Joop van Dijk van de Kring Vrienden zijn inmiddels al weer volop bezig met de voorbereiding van het eerste lustrum in 2010. | 8 |