afb. Onbekend
'De Ronde van Nederland' passeert vandaag even 's-Hertogenbosch. Gedurende enkele minuten snellen prominente wielrijders door onze stad. Slechts weinig Bosschenaren zal het opvallen. Toch hebben de inwoners van 's-Hertogenbosch altijd belanstelling gehad voor de wielersport. Dat was reeds aan het eind van de vorige eeuw, honderd jaar geleden, toen de eerste wielerwedstrijden gehouden werden. De laatste decennia zijn er wielerwedstrijden geweest op het terrein rond de Veemarkt en aan de Hekellaan en het ernaast gelegen plantsoen. Maar nu? Zo'n 65 jaar geleden was de belangstelling in de stad groter. De wielerclub Swift (gesteund door de Pedaalridders) drong er bij het gemeentebestuur op aan een eigen wielerbaan aan de leggen. Men dacht daarbij aan West, waar weliswaar een aantal huizen gebouwd was, maar mede omdat in die periode De Muntel werd gerealiseerd, niet zoveel belangstelling voor was. Het was wethouder Krijgsman die er het belang van inzag. Hij maakte er een project van voor werklozen en reeds enige maanden later was de baan klaar. Op zondag 6 mei 1928 knipte mevrouw Van Lanschot Van Meeuwen, de echtgenote van de burgemeester het lint door en konden de eerste wedstrijden gehouden worden.
Herman Moerkerk schreef over deze officiele opening, dat alles zo nieuw was, zo 'paasschnieuw'. „Nieuw was de ongerepte baan, nieuw waren de stroohoeden, nieuw waren de witte banken, de planken der tribunes, nieuw 't feest zelf.” Op de openingsdagen werden vele wedstrijden gehouden. Het enthousiasme van de Bosschenaren was groot, vooral toen stadgenoot L. Krijnen (samen met de bekende Tilburgse wielrijder 'Kanonbal' Pijnenburg) een koppelwedstrijd over 50 kilometer won.
Verschillende onderdelen van het wielrijden werden er uitgeoefend op de Bossche wielerbaan. Sprint, tandem, achtervolgingswedstrijden en het rijden achter zware motoren vond er plaats.
Toch bleef de belangstelling van de Bosschenaren voor de wielersport achter bij de prognoses. Aan de prijzen kon het niet liggen: een kaartje kosste twee kwartjes, terwijl de zitplaats op de overdekte tribune f 1.50,- kosste. De belangstelling bleef klein.
De belangstelling kwam wel terug toen men een eigen idool kreeg: Gerrit Schulte. Deze bekende Amsterdamse wielrenner kreeg verkering met een Bosch' meisje en kwam hier wonen. De Bosschenaren konden zich met hem identificeren en velen kwamen daarom naar de wedstrijden. Een etappezege in de Tour de France was daar mede debet aan. Dat was in 1938. Een jaar tevoren was de wereldkampioen Jef van de Vijver nog uitgebreid gehuldigd op de Bossche wielerbaan.
De opleving duurde slechts kort. De Tweede Wereldoorlog zorgde voor andere aandachtspunten. De wielerbaan verdween in die jaren. In tegenstelling tot andere vernielde gebouwen zou de wielerbaan nooit meer een nieuw leven krijgen. De Bossche wielerenthousiasten moesten zich voortaan behelpen.
|
1991 |
Henny MolhuysenVerhalen en legenden : De wielerbaanBrabants Dagblad donderdag 15 augustus 1991 |