afb. 1977
Als we het Bossche stadhuis binnengaan, door de grote hal, en naar achteren lopen, komen we bij de Roman-galerij. Als we verder doorgaan, nog wat trappetjes op, staan we tenslotte voor een gebeelhouwde deur. Hierachter geven al zo'n 300 jaar paartjes elkaar het ja-woord. Want daar bevindt zich de trouwzaal van het Bossche stadhuis. De deur, waardoor zij naar binnen gaan is echter nog niet zo oud. In oktober 1944, bij de bevrijding van onze stad, ontkwam ook het stadhuis niet aan enige schade. In het portaal voor de trouwzaal kwam een granaat tot ontploffing, die veel schade aanrichtte. Na de oorlog werd die slechts provisorisch hersteld.
In 1949 bereikt de gemeenteraad een voorstel om onder andere de voorhal van de trouwzaal te restaureren. De deur van de trouwkamer zou daarbij verplaatst worden. Het kleine halletje tussen de anti-chambre en de trouwzaal werd vernieuwd met diverse decoraties, die te maken hadden met 'het huwelijk'. Bij een tekst van Jan van Sleeuwen maakte Marius de Leeuw plafondschilderingen. Het raam in de nis aan de rechterkant is eveneens van de hand van deze laatste kunstenaar. Ook de beide deuren die toegang geven tot de trouwzaal kregen hun decoratie.
Het houtsnijwerk voor deze deur is vervaardigd door Frans van der Burgt. Op de linker deur kwamen vier panelen die de vier jaargetijden voorstellen: de lente (door het zaaien), de zomer (het oogsten van graan), de herfst (het oogsten van fruit) en de winter (uitgebeeld door de spinnen). Parallel hiermee lopen de vier voorstellingen op de rechter deur, die de vier perioden in een mensenleven weergeven: de kindertijd (twee spelende kinderen), de jeugd (door twee verliefde mensen), de volwassenheid (het ouderschap), en tenslotte de ouderdom (waarbij de ene partner de andere liefdevol verzorgt).
Of, zoals oud-gemeenteambtenaar Wim van den Boom bij zijn rondleidingen door het stadhuis vertelt, wijzend op het rechter paneel van boven naar beneden: dit kind gaat zelf trouwen, krijgt kinderen en sterft.Achter deze deuren hebben ook gemeenteambtenaren gewerkt; de ambtenaren van de burgelijke stand. Zoals Wim Brohm, die tussen 1947 en 1967 meer dan 4000 paartjes in de echt verbond, of zijn collega Piet van Leeuwe, die in een nog langere periode (1947-1979) meer dan 7000 huwelijken sloot.
Maar zouden al deze trouwlustigen op de panelen van deze deur gelet hebben?
|
1984 |
Henny MolhuysenOe gotte kèk daor : Deur van de trouwzaal
Brabants Dagblad, donderdag 9 februari 1984
|
Henk Henkes, Van den Raethuys tot Stadhuis (2016) 55-56