afb.
Het was afgelopen zaterdag weer druk tijdens de Open Monumentendag. Meer dan duizend personen bezochten onder andere ons zeventiende-eeuwse stadhuis. Veel aandacht kregen daarbij de gobelins. „Niet aankomen alstublieft!” was één van de meest gebruikte zinnen in de raadzaal, want velen willen aan de gobelins voelen. Het Bossche stadhuis dateert voor een groot deel uit de tweede helft van de zeventiende eeuw. Toen vond er een verbouwing plaats. In 1660 werd de toren gebouwd en na een brandje in 1669 verrees er in 1670 een nieuwe voorgevel. Bij die gelegenheid werden de meeste kamers verbouwd en opnieuw ingericht. Ook de raadzaal.
Het gemeentebestuur vond dat er in de hele raadzaal gobelins moesten komen te hangen, als een soort statussymbool. Maximiliaan van der Gucht uit Delft vervaardigde ze. Hij maakte deel uit van een bekend weversgeslacht en was werkzaam tussen 1636 en 1689. De Bossche gobelins stelden landschappen en bosgezichten met doorkijkjes voor, hier en daar verlevendigd met dieren. Maar bij levering bleek dat ze niet hoog genoeg waren; ze pasten niet in de raadzaal. Op 30 september 1679 ondertekende Aletta van der Gucht, de vrouw van de maker, een kwitantie van 1222 gulden voor de geleverde gobelins. In dezelfde kwitantie beloofde zij nog „drie ellen locht” te leverenen in de deze lucht nog „vogeltjes” aan te brengen ter verlevediging. Een maand later werden deze eveneens geleverd en op 25 oktober 1679 betaalde het stadsbestuur het verschuldigde bedrag: drie gulden voor elke lucht (terwijl de normale prijs ruim zeven gulden was) en achttien gulden voor de vogeltjes.
Bijna drie eeuwen hingen ze in de vergaderzaal van de gemeente. In 1961 nam de gemeenteraad het besluit de gebelins te laten restaureren: f 130.000,- werd ervoor uitgetrokken. De restauratie duurde jaren en werd veel duurder: f 489.844,-. In totaal hebben 35 medewerkers van de „Werkplaats tot Herstel van Antiek Textiel” uit Haarlem aan de restauratie gewerkt. Van de 141 vierkante meter werd 18,5 vierkante meter vernieuwd, centimeter voor centimeter. In totaal werd er 67.000 uur aan gewerkt: een gemiddelde van 2,8 vierkante centimeter per uur. In 1971 was het werk gereed.
Voor de afgestorven draden en de kapotte kettingdraden hersteld konden worden, werden de gobelins eerst in een bad gedaan. Daarbij bleek dat van een van de wandkleden een vogel „weggevlogen” was; deze was niet in het wandtapijt geweven, maar er kennelijk op geschilderd!
Thans prijken de gobelins al weer jaren in de raadzaal. Om deze kunstwerken te behouden is in deze ruimte een rookverbod ingesteld.
|
1989 |
Henny MolhuysenVerhalen en legenden : Vogel vloog wegBrabants Dagblad donderdag 14 september 1989 (foto) |
|
1990 |
Henk BruggemanHet stadhuis van 's-Hertogenbosch. De wandtapijten van de raadzaalHenk Bruggeman ('s-Hertogenbosch monumentendag 1990) |
|
1998 |
Wim HagemansRestauratie in Haarlems atelier duurde drie jaar. Gobelins als nieuw terug in stadhuisBrabants Dagblad donderdag 28 mei 1998 (foto) |
|
2009 |
A.H. van Drunen, P. van der Schoot en M. van de LaarPlafondschilderingen Bossche stadhuis (1)Bossche Bladen 3 (2009) 97-101 |
|
2009 |
A.H. van Drunen, P. van der Schoot en M. van de LaarPlafondschilderingen Bossche stadhuis (2)Bossche Bladen 4 (2009) 138-141 |
Henk Henkes, Van den Raethuys tot Stadhuis (2016) 25, 112-117, 144-147