afb. A.C. Verhees, 1935
In de hal van het stadhuis staan 4 bronzen kanonnetjes. Over deze kanonnetjes is in het verleden veel te doen geweest. In 1927 ontstond een hele polemiek tussen de Helmondse historicus J. Heeren en de Bossche stadsarchivaris Henri Ebeling. Bij rondleidingen in het stadhuis werd namelijk verteld, dat deze kanonnen van het kasteel Helmond afkomstig zouden zijn. In 1921 was dit kasteel eigendom geworden van de gemeente Helmond. Burgemeester Van Hout informeerde bij zijn collega Van Lanschot of het niet mogelijk zou zijn om de kanonnen terug te krijgen. Van Lanschot schijnt hierop gezegd te hebben: 'Kom ze maar halen, doch dan breng ik de Bossche weerbaarheid in het gelid!' Naar aanleiding hiervan ontstond een pennestrijd tussen de Heeren en Ebeling, die enkele maanden duurde en in feite onbeslist eindigde. Heeren trachte te bewijzen dat de Bossche stadhuiskanonnetjes dezelfde waren, als het geschut dat graaf van Mansveld in 1583 geschonken had aan zijn petekind Charles van Cortenbach, zoon van Adolf van Cortenbach, toenmalig heer van Helmond. In verband met de Staatse invallen had Cortenbach zich met zijn gezin in Den Bosch gevestigd, van welke stad hij vanaf 1581 militair goeverneur was. Als goeverneur was hij belast met de verdediging van de stad. Voor deze verdediging heeft hij volgens een verklaring uit 1594 vier metalen (d.w.z. bronzen) en twee ijzeren stukken geschut beschikbaar gesteld aan de stad. Dat gebeurde onder voorwaarde dat ze ook teruggevraagd konden worden. In 1616 werden ze ook teruggevraagd, en het Bossche stadsbestuur (schepenen, gezworenen, raadslieden, en de dekenen van ambachten gezamelijk) stemde daarmee in, mits er een kwitantie afgegeven zou worden. Of deze kwitantie ooit afgegeven is, is niet bekend. Zo niet, dan zijn de kanonnen in de stad gebleven.
Bosschenaar Henri Ebeling opperde de mogelijkheid dat de stadhuiskanonnen helemaal niet afkomstig zouden zijn van Van Cortenbach. Ebeling bracht de herkomst van de kanonnen in verband met de inname van de stad in 1794 door Franse troepen onder leiding van generaal Pichegru. Ook na de pennenstrijd van 1927 komt af en toe het verhaal over de eigendomsrechten weer naar voren. De spreuk 'tandem' op de kanonnen, de weggeslepen familiewapens op de loop, alsmede het jaartal 1580, worden als argumenten pro en contra gebruikt.
Of de kanonnetjes in de hal van het stadhuis nu wel of niet van de heer van Helmond afkomstig zijn, de gemeente Helmond behoort beslist niet tot het huis Van Helmond en is ook geen erfgenaam van de Cortenbachs. De gemeente kocht het kasteel in 1921 van de familie Wesselman, die het op haar beurt ook gekocht had. De gemeente Helmond kan dus moeilijk rechten doen gelden op de Bossche stadhuiskanonnen. Dat heeft de gemeente zelf ook toegegeven toen zij in 1973 tijdelijk een van de kanonnen wilde lenen ten behoeve van een tentoonstelling. Dat was ter gelegenheid van het 50 jaar in gebruik zijnde kasteel-raadhuis.
|
1961 |
C.A. HartmansDe vier kleine bronzen kanonnen, opgesteld in de hal van het stadhuis van 's-Hertogenbosch
Brabantia 10 (1961) 102
|
|
1972 |
H.J.H. BossinkDe bossche stadhuiskanonnen
Boschboom Bladeren 11 (1972) 3-12
|
|
1984 |
Henny MolhuysenOe gotte kèk daor : De Stadhuiskanonnen
Brabants Dagblad, donderdag 23 februari 1984
|
|
1987 |
KanonnierNoord-Brabantse kanonnenstrijd. Om de Bossche stadhuiskanonnen
Sinte Barbara 1987 3.14-3.19
|
|
1997 |
Jo HendriksDe vier kanonnen in het stadhuis
KringNieuws 3 (1997) 16-18
|