afb. Daria Scagliola, 22 oktober 2013
|
Centraal in de kruisgewelven van de koorzijbeuken zijn sluitstenen met figuratief beeldhouwwerk aangebracht. De samenhang ervan ismoeilijk te ontwaren, maar deze kan niet los worden gezien van de sluitsteensculptuur van de iets later gebouwde, aangrenzende kooromgang en die van de straalkapellen. De vier traveeën van de noordelijke koorzijbeuk tonen van oost naar west: Maria Magdalena (s12), twee profeten met banderollen (s13 en s14) en Christus Salvator (s15). Aan de zuidzijde zijn dat: een engel die een vedel bespeelt (s16), Catharina met Barbara (s17), een engel met een banderol (s18) en nogmaals een engel die een vedel bespeelt (s19). De voorstellingen lijken op het eerste oog weinig te maken te hebben met de oorspronkelijke bestemmingen van de twee beuken, als broederschapskapel aan de noordzijde en als Nicolaaskapel aan de zuidzijde, of met de altaren die hier hebben gestaan. Zuidelijke koorzijbeukDe engel op de meest westelijke sluitsteen aan de zuidzijde (s19) is zittend met een opgetrokken knie uitgebeeld met opengesperde vleugels. Hij heeft breed uitlopend krullend haar en draagt een wijde mantel met een vierkante mantelspeld. Onder de mantel steekt een blote voet uit. In de rechter hand houdt de engel een vedel tegen de schouder, die hij met een rijk versierde strijkstok in de andere hand bespeelt. De voorstelling op de sluitsteen is vrijwel identiek aan die op de sluitsteen aan het oostelijke einde van de koorzijbeuk (s16). Alleen de gelaatsuitdrukking en kleine details als de vorm van de vedel en de strijkstok verschillen met s19. De engelen vertonen ook grote overeenkomst met de vedelspelende engel op een sluitsteen in de oostelijke kooromgang (s30). De werkplaats lijkt hier bijna seriematig aan het werk te zijn geweest. Opmerkelijk is ook de sterke overeenkomst met een kraagsteen in de zuidbeuk bij de doopkapel (k131). De maker daarvan moet haast wel dezelfde zijn geweest als die van de sluitstenen. De engel op sluitsteen s18 sluit wat betreft de vormgeving precies aan bij de vorige besproken engelen. Deze is echter recht in het midden van de steen gezeten en heeft geen vedel maar | 91 |
|
houdt een banderol vast, waarop iets wordt aangewezen. De houding van de engel is exact gelijk aan die van de twee profeten in de noordelijke koorzijbeuk (s13 en s14). | 92 |
Ronald Glaudemans, De Sint-Jan te 's-Hertogenbosch : Bouwgeschiedenis en bouwsculptuur 1250-1550 (2017) 91-92
buitenste zuidelijke koorzijbeuk4. Vedel spelende engel. | 263 |
C. Peeters, De Sint Janskathedraal te 's-Hertogenbosch (1985) 263
Ronald Glaudemans, De Sint-Jan te 's-Hertogenbosch : Bouwgeschiedenis en bouwsculptuur 1250-1550 (2017) 91
A.M. Koldeweij, In Buscoducis : Bijdragen (1990) 432
Jan Mosmans, De St Janskerk te 's-Hertogenbosch (1931) 311
C. Peeters, De Sint Janskathedraal te 's-Hertogenbosch (1985) 263