afb. Daria Scagliola, 22 oktober 2013
|
In de tweede straalkapel is een bijzondere sluitsteen met drie rond- | 139 |
|
draaiende mannetjes (s5). De drie figuren zijn vrijwel identiek aan elkaar, zowel wat betreft de houding als de kleding, waardoor een driezijdig gelijke voorstelling ontstaat. De mannetjes zijn niet gekroond, zoals Van der Vaart beweert, maar dragen ieder een bonnet.190 Zijn gesuggereerde verwijzing naar het Rad van Fortuin, waarop koningen ronddraaien, houdt dan ook geen stand. De drie mannen zijn rijk gekleed; de bonnet is voorzien van een rozet, de jakken zijn afgezet met versierde banden en ze dragen ieder een klotendolk aan de mooi gedecoreerde gordel. Door de rijke kledij zag Knipping er drie ‘wereldse hofjonkers’ in, die ‘De Drie Begeerlijkheden’ gestalte geven in ‘de kringloop der wereld’.191 In de zuidbeuk van de Sint-Martinuskerk in Halle bevindt zich een veertiende-eeuwse sluitsteen die weliswaar in stijl verschilt, maar wat betreft het onderwerp treffend gelijkend is aan de Bossche sluitsteen (afb. 67a, 1). De Bossche mannetjes grijpen met hun linkerhand een voet van het mannetje boven hen vast, terwijl ze met de andere hand een been van het mannetje onder hen vasthouden. Deze zeer gecompliceerde houding is precies die, waarin de figuren in Halle zijn vormgegeven. Bovenden zijn zij net als in de Sint-Jan goed gekleed met rijke gordels en capes. De dolken en de bonnetten ontbreken alleen. In Halle wordt de voorstelling ‘de drie jongelingen’ genoemd, naar het in Daniel 3:6 beschreven verhaal van de drie mannen die door Nebukadnezar in de oven werden geworpen en dit overleefden. Een prachtige variant op dit ronddraaiende thema is de veertiende-eeuwse ‘Dreimännleinstein’ uit de voormalige Marienkirche in Nagold (D.), die wordt verklaard als een symbool van de Heilige Drie-eenheid.192 Op deze sluitsteen draaien drie mannetjes rond, die elkaar met de ene hand aan de haren trekken en met de andere onder een voet kriebelen (afb. 67a, 2). Wat deze voorstelling precies met de Drie-eenheid te maken heeft, wordt niet duidelijk. Toch wordt ook de in kerken en kapellen veel voorkomende middeleeuwse uitbeelding van de drie rondrennende hazen, die met elkaar drie oren delen, in relatie gebracht met de Drie-eenheid (afb. 67a, 3). Deze uitbeelding komt al in de vroege middeleeuwen voor in de Boeddhistische en Islamitische kunst en heeft vermoedelijk een heel andere oorsprong. Bovendien bestaat er ook een variant met vier hazen (afb. 67b, 4). Dat het gebruik van drie identieke elementen bij dit soort ronddraaiende beelden dus niet vanzelfsprekend is, bewijst ook een sluitsteen uit de late dertiende eeuw in de collegiale kerk Saint-Croix in Luik (afb. 67a, 4). Deze steen toont vier gelijke figuren, in dit geval ogenschijnlijk naakte vrouwen die dansend in een kring elkaars handen vasthouden. Merkwaardig zijn de opgetrokken benen, die zij niet alleen delen maar die ook samen een decoratief motief in de vorm van een soort swastika vormen.193 Dit doet sterk denken aan een tekening van Villard d’Honnecourt, waarop vier ronddraaiende mannen op gelijke wijze vier benen delen (afb. 67b, 2). De vier mannen stellen beeldhouwers voor, die de voet van de figuur voor hen in de | 140 |
|
cirkel met hamer en beitel aan het bewerken zijn, precies zoals de harentrekkende en voeten kriebelende mannetjes uit Nagold, en de mannetjes uit Halle en ’s-Hertogenbosch die voeten en benen vasthouden. Wellicht is hieruit toch te concluderen dat er geen diepgravende betekenis moet worden gezocht achter deze draaiende mannetjes, maar dat er sprake is van een gril of grap van de beeldhouwer, een variant op de traditionele drôlerie waarop hij zijn vaardigheden kon uitleven. | 141 |
| Noten | |
| 190. | Van der Vaart 1990, 434. |
| 191. | Van der Vaart 1990, 434, n 43. |
| 192. | Bauwerreiss e.a. 1955, bnd 4, 417-418. |
| 193. | Piaveaux 2013, 242-248. |
Ronald Glaudemans, De Sint-Jan te 's-Hertogenbosch : Bouwgeschiedenis en bouwsculptuur 1250-1550 (2017) 139-141
Inv. 13; Mosmans 1931, afb. 212 nr. 2; Peeters 1985, p. 263, afb. 299
Sluitsteen van de zesde straalkapel | 50 |
A.M. Koldeweij e.a., De Bouwloods (1989) 49, 50
straalkapel 6 (van noordwest naar zuidwest)Drie in kringloop elkaar vastgrijpende en rondwentelde mannen. Deze voorstelling vertoont gelijkenis met die van een sluitsteen in de kerk van Halle, waar het drietal wentelende krijgslieden rond de wisseling van de 14de naar de 15de eeuw gedateerd wordt. | 263 |
C. Peeters, De Sint Janskathedraal te 's-Hertogenbosch (1985) 263
Ronald Glaudemans, De Sint-Jan te 's-Hertogenbosch : Bouwgeschiedenis en bouwsculptuur 1250-1550 (2017) 139-141
A.M. Koldeweij e.a., De Bouwloods (1989) 49, 50
A.M. Koldeweij, In Buscoducis : Bijdragen (1990) 431
Jan Mosmans, De St Janskerk te 's-Hertogenbosch (1931) 312
C. Peeters, De Sint Janskathedraal te 's-Hertogenbosch (1985) 263
F.J. van der Vaart, 'Beeldhouwers uit de bouwloods van de Sint Jan : De sluitstenen' in: In Buscoducis Bijdragen (1990) 434