afb. Ernst van Mackelenbergh, Rosmalen
In het noordelijke raam van de Antoniuskapel is afgebeeld hoe de maagd Maria verschijnt aan Antonius van Padua en hem haar Zoon in handen geeft. Dit thema werd met name in de zeventiende eeuw populair en onder andere Anthonie van Dijck schilderde een beroemd doek met deze voorstelling (Brera, Milaan). Het onderwerp gaat terug op een episode die in de veertiende eeuw aan het heiligenleven van Antonius van Pagua werd toegevoegd: al studerend zou hem het Christusbeeld boven zijn studieboek zijn verschenen. Rechts in het raam is Antonius als jonge franciscaan neergeknield en hij ontvangt van de maagd Maria het Christuskind op zijn naar voren gestrekte handen. Jezus is in een wit kleed gehuld, achter zijn hoofd de kruisnimbus. Maria is in de linkerhelft van het venster gezeten op een wolk; zij is in het paars gekleed en draagt een blauwe mantel. Onder deze voorstelling bevinden zich enkele wapens. Bekroond met een mijter zien we links het wapen van paus Pius IX, dat identiek is aan dat op venster 5. Daarnaast een alliantiewapen (Verhoeven?): I, gevierendeeld, 1 en 4 op goud drie rode goudgeknoopte rozen (2-1), 2 en 3 op zilver een druiventros met blaadjes in natuurlijke kleur, de steel schuinslinks naar boven; II, rechts, een vrouwenwapen, op blauw drie gouden rozen (2-1). Boven dit alliantiewapen een dekkleed in goud en rood, als helmteken een duiventros tussen een zilveren vlucht. De wapenspreuk luidt per ardua dulcedo, 'door het bittre naar het zoete'. De signering bevindt zich linksonder in het raam: L.C. Hezenmans invt J.B. Capronnier Bruxellensis delt et pinxit.
| 66 |
15. Zuidelijk raam: De H. Antonius van Padua ontvangt het Christuskind uit de handen van de H. Maagd. Wapens daaronder: I. Wapen van paus Pius ix onder een mijter, zie glas nr. 3, waar eveneens dit wapen. 2. (mannelijk) gevierendeeld: I en IV op goud drie rode goudgeknopte rozen 2 en I; II en III op zilver een druiventros met blaadjes in natuurlijke kleur, de steel schuinslinks naar boven. 3 (vrouwelijk) op blauw drie gouden rozen 2 en 1; dekkleed over beide wapens goud en rood; helmteken een druiventros tussen zilveren vlucht. Spreuk: Per ardua dulcedo. Anno 1872. Ontwerp Hezenmans 1871, uitvoering Capronnier. | 327 |