afb.
Afkomstig van het smidsgilde te 's-Hertogenbosch. Een met crêtes versierde kelk, waaronder een leeuwenmasker, draagt 12, met gestyleerde wingerdbladeren getooide armen, elk van een ronden vetvanger met kaarsenhouder voorzien. Op het kelkvormig deel staan zes opengewerkte, aan de buitenzijde met vaan-dragende figuurtjes gesierde, contreforten, die een overhuiving dragen, waaronder het beeld van den H. Victor. De zeszijdige spits der overhuiving eindigt in slanke fialen, gegroepeerd om een stang met draagring. In de overhuiving hangt een balustervormige druiper met sierarmpjes, blijkbaar latere toevoeging. De kroon heeft een vlucht van 1.32 en is 1.73 m. hoog. Einde der 15e eeuw.Inzender: Kathedraal te 's Hertogenbosch | 46 |
Het was gebruikelijk in de middeleeuwen dat als het hertogdom Brabant aangevallen zou worden, alle Brabantse steden zich zouden inspannen om de vijand terug te slaan en te verdrijven uit het hertogdom. Daatoe werden de schutters, de gewapende poorters van de stad opgeroepen. Onder andere het ondeelbaar houden van Brabant beloofden zij iedere nieuwe hertog(in) sedert 1356 in zogenoemde 'Blijde Inkomste'. Ook toen vanaf 1406 Bourgondiërs hertogen van Brabant waren. Eerst in 1430 zou het hertogdom Brabant écht een onderdeel van het Bourgondische rijk gaan uitmaken. Toen in 1424 de Engelsen de Brabantse stad 's-Gravenbrakel (Braine le Comte) hadden bezet, riep Hertog Jan IV alle Brabantse strijders op om deze stad te komen belegeren, heroveren en de vijand te verjagen. Maar 's-Gravenbrakel ligt helemaal in het zuiden van het hertogdom, zuidelijker zelfs dan Brussel. Het was dan ook logisch dat de Bosschenaren niet als eerste op het strijdtoneel verschenen. In werkelijkheid kwamen zij zelfs twee weken na de anderen aan.
Om dit late aankomen zullen zij waarschijnlijk door de aanwezigen bespot zijn. Dat kwam hun eer te na, zeker omdat de Bosschenaren bekend stonden om hun dapperheid en krijgshaftigheid! En zij deden een voorstel aan de hertog, zoals Van Oudenhoven dat later zou beschrijven: „Waerover sy presenteerden den eersten aenval te doen om haer laet bykomen te vergoeden.” Op dit aanbod Jan IV in, en volgens dezelfde kroniekschrijver kwamen bij deze geslaagde aanval 700 Bossche schutters om het leven. Of dat helemaal waar is, valt te betwijfelen. „Ende waren die van de stadt Brane door den harden aenval van de Bossenaers soo onstelt ende verslaghen dat sy het niet langer en derfden houden, maer gaven haer op genade ende ongenade over.”
Het is dat laatste geworden ('ongenade'), want Van Oudenhoven meldt dat er vele burgers van 's-Gravenbrakel onthoofd werden. De Engelsen verlieten voor zover dat nog mogelijk was het hertogdom Brabant.
Als krijgsbuit en teken van overwinning wordt door de Bosschenaren een lichtkroon uit de kerk van 's-Gravenbrakel meegenomen. In 's-Hertogenbosch teruggekeerd krijgt deze Victorskroon een plaats in de Sint-Jan. Welke Sint-Jan weten we niet; de romaanse kerk stond er nog, maar aan de gotische werd al bijna een halve eeuw gebouwd. Nu, bijna vijf en een halve eeuw later, hangt de Victorskroon nog steeds in de Sint-Jan, in de Sacramentskapel. |
1988 |
Henny MolhuysenVerhalen en legenden : De VictorskroonBrabants Dagblad donderdag 14 april 1988 (foto) |
A.M. Koldeweij, In Buscoducis (1990) 92-93
Jan van Laarhoven, Zingende kathedraal (1974) 84 (nr. 86), 85 (cat. 86)
C. Peeters, De kathedrale basiliek van St. Jan te 's-Hertogenbosch (1973) 89
C. Peeters, De Sint Janskathedraal 's-Hertogenbosch (1985) 383 (afb. 405)
C.F.X. Smits, De Kathedraal van 's Hertogenbosch (1907) plaat V
Frans van Valderen, De kathedrale basiliek van St. Jan te 's Hertogenbosch (1949) 56
T.H. Ytsma, De St. Janskerk te 's Hertogenbosch (1900) plaat 14