afb. G.J. Dukker, 29 augustus 1974
De monstrans staat op een zeslobbige voet met puntige uitsteeksels. Op de welving is deze versierd met de voorstelling van het Laatste Avondmaal. Op het einde van de lobben bevinden zich kleine emailplaatjes op blauwe fond, waarvan twee met wapens. De zeszijdige stam is voor een groot deel ajourbewerkt en versierd met bloemmotieven onder een arcade. De ronde nodus, die ook ajourbewerkt is, is met traceerwerk versierd. De relikwie wordt bewaard in een klein glazen cylinder die omgeven wordt door een zeshoekige omhulling met op de hoek een vooruitspringende lijst waarop gegoten heiligenfiguurtjes staan. Deze heiligen staan onder een baldakijn, aan drie zijden voorzien van wimpergarcaden. Hiertussen bevinden zich ezelsbrugbogen waaraan traceerwerk bevestigd is. De bovenlijst van deze omhulling verkropt op dezelfde wijze als de onderste. Op deze verkroppingen zijn gevleugelde monsters geplaatst. Hier boven staan engelen met uitgespreide vleugels op een console. Zij flankeren een met een toren bekroonde baldakijn waaronderde beeltenis van het H.Hart geplaatst is. Deze zeszijdige toren, waarvan het dak opengewerkt is en de randen met hogeltjes zijn versierd, wordt door een kruisje bekroond.Op de rand van de voet een inscriptie in gotische letters en de datering 1910. | 82 |
Jan van Laarhoven, Zingende kathedraal (1974) 82 (nr. 83)
Frans van Valderen, De kathedrale basiliek van St. Jan te 's Hertogenbosch (1949) 91