afb. G.J. Dukker, 29 augustus 1974
De voet is aan de onderzijde voorzien van een wingerdmotief, met korenaren waartussen zich cartouches bevinden. Op de welving drie reliëfs met de volgende voorstellingen: Laatste Avondmaal, Graflegging en Verrijzenis. Deze voorstellingen worden door voluutvormige uitsteeksels, die tot aan de onderzijde van de voet doorlopen en onderaan voorzien zijn van twee gevleugelde engelenkopjes, van elkaar gescheiden. De stam bestaat uit drie nodi waarvan de onderste met een parelrand en de middelste met een krans versierd is. De bovenste en tevens grootste nodus is met drie schelpvormige nisjes versierd waarvoor op een voluut staande drie gevleugelde engeltjes zijn afgebeeld die de symbolen van Geloof, Hoop en Liefde vasthouden. Boven de hoofdjes van deze engeltjes bevindt zich een druiventros. De overgang naar tegencuppa verloopt via een aantal voluten. Deze tegencuppa waarin de geheel gladde cuppa rust is met drie medaillons versierd waarop Christus, Maria en Petrus afgebeeld zijn. Tussen deze medaillons wingerdmotieven en korenaren. Op de rand van de voet lezen we | 77 |
de volgende inscriptie: "Filio Nostro Dilecto F.D. Brouwers 26 Maji MDCCCLXVI". Vergelijk de voet van deze kelk met de ciborie van Kerkdriel in het Maarten van Rossum Museum te Zaltbommel (die ook met de gekroonde AH gemerkt is) en de kerk van Olland die gemerkt is met een V in gekroond schild = gelijk import. | 77 |
Jan van Laarhoven, Zingende kathedraal (1974) 77-78 (nr. 75), 79 (cat. 75)
Frans van Valderen, De kathedrale basiliek van St. Jan te 's Hertogenbosch (1949) 94