afb. G.J. Dukker, 29 augustus 1974
Op vier geprofileerde, ronde pootjes staat een rechthoekige, geprofileerde, eikenhouten basis die bekleed is met geelkoperen en zilveren strippen (op de hoeken). Op de basis staat een eikenhouten stam, waartegen een gedreven zilveren medaillon is aangebracht, voorstellende Maria, moeder van smarten. Het medaillon, dat gedragen wordt door twee engeltjes, is omgeven door pauweveren. Onder het medaillon bevindt zich een afbeelding van het Lam Gods liggend op het boek met de zeven zegels. Bovenop het medaillon rust een groot, gevleugeld engelenkopje. Hierboven staat een groot, hol, geelkoperen kruis waarop een zilveren corpus (drie-nageltype, zogenaamde levende Christus met op het hoofd een doornenkroon), een zilveren Geestesduif en op de drie balkeinden twee grote, gevleugelde engelenkopjes en een voorstelling van God de Vader boven wolken waarin drie engelenkopjes zijn verwerkt, omringd door stralen. Het koperen kruis lijkt in de negentiende eeuw vernieuwd te zijn (de zilveren ornamenten zijn soms nogal grof met gewone schroenen op het koperen kruis bevestigd). Alhoewel alleen het corpus gekleurd is, zijn de andere ornamenten gezien hun stylistische overeenkomst (bv. met door J. Smits vervaardigde monstransen) ook aan J. Smits toe te schrijven. Het grote altaarkruis behoort tot de inventaris van de St. Janskerk. | 237 |
De gedreven Christusfiguur hangt met opgerict en naar rechts kijkend hoofd, diep doorgezakt op een bronzen altaarkruis. Met open mond en reeds brekende ogen kijkt Christus voor een laatste maal op. Een vlak om het hoofd gewonden doornenkroon houdt zijn haar bijeen dat tot op de schouders valt. Om zijn middel, dat hij iets naar links bewogen heeft, draagt hij een smal uitwapperend perizonium. Zijn knieën houdt hij naar voren gericht. Zijn linkervoet steunt op de rechter zodat met een spijker beide voeten op het kruishout bevestigd zijn. Aan de bovenzijde van het kruis verschijnt God de Vader uit de wolken, terwijl de H. Geest tussen hen beide inzweeft. Aan de kruisarmen zien we het Lam op het Boek der geheime Openbaring met de zeven zegelen. Naast het Lam twee gevleugelde die een medaillon omhooghouden waarop de doorboring van Maria's hart staat afgebeeld. De bovenzijde van dt medaillon wordt bekroond door een engelenkopje met vier vleugels. Het geheel staat op een houten met bronzen platen beslagen voetstuk waarvan de hoeken met een zilveren strip zijn voorzien. Dit voetstuk staat aan de voorzijde op twee bolpoten en aan de achterzijde op twee eenvoudige ronde poten. | 74 |
A.M. Koldeweij, Zilver uit 's-Hertogenbosch (1985) 237 (nr. 138)
Jan van Laarhoven, Zingende kathedraal (1974) 74 (nr. 66)
Frans van Valderen, De kathedrale basiliek van St. Jan te 's Hertogenbosch (1949) 98