afb. Kris Roderburg, 22 oktober 2013
Op de tweede boog aan de noordzijde zat een muzikant die een kleiner snaarinstrument bespeelt, vermoedelijk een cister (N-II.4).121 Het goedbewaarde beeld laat duidelijk zien hoe de ene hand van de figuur met de vingers de snaren aan de hals toetst, terwijl hij met de andere hand de snaren met een stokje of plectrum bespeelt. De figuur zit sierlijk gedraaid op de boog en is in een heel natuurlijke, musicerende houding weergegeven. De man is blootshoofds, met halflang krullend haar uitgebeeld en draagt een omgord jak met wijde, ingesneden pofmouwen en een kraag met een versierde sluiting. Verder draagt de man een kuitbroek met insnijdingen en sierlijke tressen aan de band, koemuilen en heeft in tegenstelling tot de meeste andere muzikanten geen hoed op de rug hangen. | 382 |
Noten | |
121. | N-II.4, Noordbrabants Museum inv.nr 14969, bruikleen bouwloods, i-883; BK-NM-1248. oud plaatsnummer IIII, merk X (scheef). In 1875 bij schenking aan het Rijksmuseum aangeduid als ‘luitspeler’, met de aantoonbaar onjuiste oorspronkelijke positie N-VIII.1. |
Ronald Glaudemans, De luchtboogbeelden op de Sint-Jan (2015) 9
Ronald Glaudemans, De Sint-Jan te 's-Hertogenbosch : Bouwgeschiedenis en bouwsculptuur 1250-1550 (2017) 381, 382
Jan Mosmans, De St Janskerk te 's-Hertogenbosch (1931) 306 (afb. 205 nr. III)