afb. Ronald Glaudemans
|
Een mogelijke veertiende-eeuwse herkomst geldt eveneens voor twee kraagstenen in de bouwloods, waarvan niet bekend is wanneer ze in de collectie kwamen. Het betreft vrij platte kraagstenen ten behoeve van de plaatsing van een beeld, waarvan de onderzijde een figuratieve afwerking heeft en het eertijds ingemetselde deel nu ontbreekt. Een kraagsteen heeft centraal een kopje waaromheen een soort krans is weergegeven.72 Vanuit de krans ontspruit welig krullend bladwerk, dat lijkt op de bladeren van met bijvoetblad versierde kraagstenen in de kooromgang. Een vergelijkbare kraagsteen is eveneens in de bouwloods bewaard gebleven, ook zonder dat de context of precieze herkomst is opgetekend. De vrijwel halfronde kraagsteen heeft aan de onderzijde een klein vrouwenkopje met wijd uitstaand haar.73 Als bij Medusa de slangen lijken hier de takken uit het hoofd of tussen de haren van de vrouw vandaan te komen. Het bladwerk vertoont grote gelijkenis met enkele kraagstenen in de kooromgang. De kraagsteen zal daarom vermoedelijk in het midden van de veertiende eeuw zijn gemaakt. | 62 |
| Noten | |
| 72. | Bouwloods i-656. Koldeweij 1989, 56-59. |
| 73. | Bouwloods i-603. Koldeweij 1989, 56-59. |
Ronald Glaudemans, De Sint-Jan te 's-Hertogenbosch : Bouwgeschiedenis en bouwsculptuur 1250-1550 (2017) 62
Harry Boekwijt, Ronald Glaudemans en Wim Hagemans, De Sint-Janskathedraal van 's-Hertogenbosch (2010) 42
Ronald Glaudemans, De Sint-Jan te 's-Hertogenbosch : Bouwgeschiedenis en bouwsculptuur 1250-1550 (2017) 62
A.M. Koldeweij, 'De expositie in de Bouwloods, verantwoording en catalogus' in: De Bouwloods (1989) 56, 59