afb. K. (Kris) Roderburg, 1 augustus 2004
De eikenhouten balustrade is in 1804 in de toenmalige St. Jacob aangebracht. Deze balustrade ging in 1844 mee naar de Waterstaatkerk. In 1900, bij gelegenheid van het zilveren priesterfeest van Pastoor Prinsen, bouwde Michael Maarschalkerweerd het huidige orgel. Orgel en balustrade verhuisden in 1907 mee naar de nieuwe kerk, maar stonden toen ongeveer vier meter hoger dan nu. Dat de balustrade aanvankelijk smaller was, is te zien aan de onbewerkte panelen, die later tussengevoegd zijn. Toen in 1927 de huidige voorgevel van de kerk werd gebouwd, zijn het orgel en de balustrade 4 meter lager geplaatst. In het front van de orgelkast staat het beeld van Leonardus van Veghel, een van de martelaren van Gorcum, geboren in 's-Hertogenbosch. |
De eikenhouten koorbalustrade is in 1804 in de toenmalige kerk aangebracht. Daarbij kwam in 1823 het door Graindorge gebouwde orgel. Orgel en balustrade gingen in 1844 mee naar de Waterstaatkerk. In 1900, bij gelegenheid van het zilveren priesterfeest van pastoor Prinsen, bouwde Maarschalkerweert het huidige orgel, waarschijnlijk in de kas van het instrument van Gaindorge. Orgel en balustrade verhuisden in 1907 naar de tegenwoordige kerk maar stonden toen ongeveer vier meter hoger dan thans, waarschijnlijk ter hoogte van de torengalerij. De balustradewerd verbreed door tussengevoegde eikenhouten panelen. Toen in 1927 de definitieve voorgevel van de kerk werd gereliseerd, liet men het orgel vier meter 'zakken' en de pijpen werden in de breedte opgesteld. Zo was toen het roosvenster van binnen uit zichtbaar. De orgelkas verdween en is vervangen door een pover latwerk. Om het zangkoor voldoende ruimte te geven, werd de speeltafel van het orgel naar rechts verplaatst. | 42 |
Ton Graus en Thomas Vriens, De Jacob: een monument (2008)
F.L. Jansen e.a., Sint Jacob 's-Hertogenbosch : De kerk en zijn geschiedenis (1993) 25, 27, 56, 63
Stephan Pas, Rondom de Sint Jacobskerk (z.j.) 39 (30), 41, 42
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst (1931) 183