Jean Henri Brandon, 1694
Deze week wordt, 44 jaar na de bevrijding van onze stad door de Welsh Division, de zogenaamde Welsh Week gehouden. In het kader hiervan brengt prins Charles, de prins van Wales, vandaag een bliksembezoek aan onze stad. Dit bezoek en trouwens de hele Welsh Week passen echter in een ander kader van herdenkingen dan de bevrijding in 1944. Zij zijn ingepast in de vele manifestaties in het kader van de 'Willen en Mary-herdenking', die zowel in ons land als in Engeland plaatsvinden. Sinds de Glorious Revolution van 1688 zijn de banden tussen Nederland en Groot-Brittannië grotendeels vrienschappelijk geweest en in dit kader passen natuurlijk de innige banden tussen onze stad en haar bevrijders, alhoewel Wales en 's-Hertogenbosch niet direct met de Glorious Revolution te maken hebben gehad.VerteeringenToch had de kroning van Willem III en Mary Stuart tot koning en koningin van Engeland ook haar gevolgen voor onze stad: financiële gevolgen. Ondanks het feit dat Brabant generaliteitsland was, moest er toch feest worden gevierd wegens dit heugelijke feit.De kosten hiervan zijn te vinden in twee jaarrekeningen van de stad, namelijk die van 1 oktober 1687 tot 30 september van het daaropvolgende jaar en de volgende van 1 oktober tot 30 september 1689. Hoewel, een betaling viel wel rijkelijk laat: op 2 januari 1690 moest er nog een bedrag van 63 gulden en 15 stuivers worden betaald aan Cornelis van Stryp wegens 'verteeringen gevallen op den fictoriedagh over de crooninge vanden Coninck en Coninginne van Engelant'.VuurwerkGeen feest zonder vuur-(werk). Veel minder dan voor de verteringen werd uitgegeven aan de pektonnen die door verschillende personen werden geleverd om als vreugdevuren te laten branden. Zij kostten 143 gulden en 6 stuivers. Ook wer er echt vuurwerk aangestoken. Het werd gemaakt door George Muller en was nog duurder dan de pektonnen: 200 gulden. De schilders De Lange, Peter Tilius en Monsieur Sonmans verdienden eveneens aan de kroning van Willem en Mary. De Lange ontving voor het schilderen van de wapenschilden 30 gulden, de beide anderen wegens geleverd schilderwerk op de 'fictorye dagh' respectievelijk 16 gulden en 35 gulden.GlaswerkMuziek hoort ook bij een feest. Die muziek werd niet verzorgd door eigen Bossche muzikanten, maar door de pijpers van de 'vorst van Vrieslant', die daar natuurlijk ook een vergoeding voor kregen: 15 gulden en 15 stuivers. Op de 'crooningh van haer conincklyke majesteyten' moest natuurlijk ook worden geklonken. Het stadsbestuur had blijkbaar niet genoeg kannen en glaswerk om de drank in en uit te schenken. Het moest daarom voor 4 gulden en 15 stuivers aan glaswerk en kannen van Joris van Osch huren. Begin 1690 zou dan ook nog de drankrekening aan Van Stryp worden betaald.Zo kostte de kroning van Willem III en Mary Stuart tot koning en koningin van Engeland de stad 's-Hertogenbosch al met al toch een aardig bedrag.
Enkele jaren later kwamen er twee portretten van hen in het Bossche stadhuis te hangen. Zij waren in 1694 geschilderd door Jean Henri Brandon, terwijl de lijsten waren vervaardigd door de beeldsnijder Jacobus van der Hoeven. Beide lijsten zitten vol symbolische motieven: krijgsattributen bij Willem en de figuren van Justitia, Pax en Caritas bij Mary. Ook zijn er bloemen in verwerkt.
|
1988 |
Henny MolhuysenVerhalen en legenden : Willem en MaryBrabants Dagblad donderdag 27 oktober 1988 (foto) |