G.J. Dukker, oktober 1971
Om de aangevoerde redenen zij het mij ook vergund, hier te reproduceeren twee schilderstukken, respectievelijk uit ongeveer het eerste en derde kwart der XVIIe eeuw, dus ook nog ten naasten bij uit het tijdvak, dat aan de orde was, van welke doeken ik niet heb kunnen vaststellen, op welke manier zij in het bezit der St. Jan zijn gekomen. | 453 |
Twee staande engelen tonen de gestorven Christus; te weerszijden dragen kleine engelen de doornenkroon en een spijker, op de voorgrond staat een schaal met bloed, liggen een INRI-bord en twee spijkers. Twee engelenkopjes boven het tafereel. Van kort na 1818 tot in 1845 hing het doek in het barokke retabel van het hoogaltaar, waarna het vervangen werd door het doek van Bloemaert. Wellicht is dit doek, de Bewening, toen ingekort, want het retabel is op een doek van 430 × 310 cm berekend, en in een oude beschrijving (1829) worden op de achtergrond van de Bewening drie Calvariekruisen vermeld, die er niet meer zijn. In de kerk van Sunnersberg in Zweden bevindt zich een zeer erop gelijkende schilderij (repliek, copie?). Smits schreef het stuk toe aan Abraham Janson of Janssens uit Antwerpen maar veeleer moet aan de omgeving van Antonie van Dijck gedacht worden.182 | 368 |
Noten | |
182. | Smits 1908 a, 19. Dr. H. Gerson (Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, Den Haag) verwierp de toeschrijving van beide schilderijen aan Abraham Janson en achtte een volgeling of leerling van Antonie van Dijck aannemelijker. Correspondentie met de auteur, november 1960. |
Jan Mosmans, De St Janskerk te 's-Hertogenbosch (1931) 453, 455 (afb. 270)
C. Peeters, De kathedrale basiliek van St. Jan te 's-Hertogenbosch (1973) 74
C. Peeters, De Sint Janskathedraal te 's-Hertogenbosch (1985) 368, 382 (afb. 398)
J.J.M. van Susante (voorwoord), Sprekende stilte (1958) 31
Frans van Valderen, De kathedrale basiliek van St. Jan te 's Hertogenbosch (1949) 72
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst (1931) 179