afb. 1841
juni 1841
Halffiguren van de opdrachtgever Joannes Baptist(a) / Jan Baptist / Johan Baptist van Hoeck (Helmond 1769 - Vlierden 1844; 1805-12 kapelaan in achtereenvolgens Deurne, Gemert en Mill, 1812-44 pastoor van Vlierden) en zijn drie van zijn dan al geruime tijd overleden volle broers, allemaal geestelijken. Links: Wilhelmus / Willem van Hoeck (Helmond 1763- Gouda? 1831), vanaf 1784 minderbroeder te Erkelenz, vervolgens missionaris en sinds 1791 pastoor te Gouda. Midden: twee wereldheren, zijnde Jan Baptist zelf en tegenover hem de Boxtelse kapelaan en bekende patriot Adrianus / Adriaan van Hoeck (Helmond 1754-Boxtel 1793), helemaal rechts Thomas van Hoeck (Helmond 1762-Helmond 1822), norbertijn van de abdij van Postel(1787) waar hij lector werd, later rector van het nonnenklooster St. Agneete in Emmerich. Volgens de website van Gemeentemuseum Helmond was dit werk de samenvoeging van vier afzonderlijke figuren (zie de drie voorafgaande werken).
Vorm / afmetingenLiggende rechthoek; hoogte 72.7 cm, breedte 87.6 cm.Techniek / materiaalOlieverf op doek.Gedateerd / gesigneerdKennelijk niet door meester zelf; op achterkant schreef opdrachtgever echter: ´uitgescildert door Daniel Nederveen in de maend junij 1841´Huidige verblijfplaatsMuseum Helmond, collectie Stadshistorie, inv.nr. 2008-065.Vroegere verblijfplaatsToen het Gemeentearchief Helmond voor het grootste deel opging in het RHC-Eindhoven kwamen echter Nederveens portretten van de Van Hoecks, die toen allang in bezit van de Gemeente Helmond waren, aan het Museum Helmond; oorspronkelijk behoorden ze toe aan de Helmondse familie Van Hoeck; zeker dit specifieke stuk hing omstreeks 1925 in Helmond bij de familie Van Hoeck thuis.GeëxposeerdOnbekend.LiteratuurHeeren, ´Hoeck, van (Adrianus)´, NNWB, deel 7, 1927, pp.593-594: ´Een door D. Nederveen geschilderd portret hangt bij de familie van Hoeck te Helmond van hem en van drie andere broers-priesters: Johan Baptist (1769-1844) als pastoor te Vlierden overleden, Thomas (die volgt) en Wilhelmus (1763-1831) Minderbroeder´.OpmerkingOnduidelijk of schilder beschikte over oudere afbeeldingen van de overledenen.Nadere bijzonderhedenOp de achterkant van het schilderij bevestigde de opdrachtgever een papier waarop hij geschreven had: Deese scilderij is vervaerdigt tot nadenking van de vier eijge broers, priesters, Thomas, Wilhelmus, Adrianus, Joannes Baptist. Zij zijn zonen van Wilhelmus van Hoeck woonagtig te Helmond op de Merkt in ´t huys genaemt ´´Onder de Luts´´ en ooms van Henrica, Petronella [getrouwt van de Mortel] en van Franciscus, kinderen van hunnen getrouwden broer Andreas van Hoeck en ooms van Franciscus van Lieshout, zoon van hun getrouwde zuster Alegonda van Hoeck. Thomas was van het Witorder van Premonstrant van de abdije van Postel. Is aldaer lector gweest en daerbij rector van het St.Agneete nonnenklooster te Emmerick, gestorven in sijn 63ste jaar. Wilhelmus pater Minderbroeder, daer nae missionaris en pastoor te Gauwda in Holland, gestorven in sijn 68ste jaer anno 1831. Adrianus weerelds priester en geweest caplaen te Boxtel, gestorven door een hevige korts in sijn 38ste jaer anno 1793. Joannes Baptist ook weerelds priester. Is geweest eenen van de twee rectors van de Latijnsche scoolen te Helmond aldaer opgerigt en begonnen den 5 october 1797. Daer nae pastoor te Vlierden en wordt op de scilderij verbeelt als zittende voor de taefel en heeft dit gescreeven en is in sijn 73ste jaer uitgescildert door Daniel Nederveen in de maend junij 1841. Dat de famielie ter navolging gedenke dat se zeer christelijke voorauwders gehat hebben, die hun kinderen niet trots en voor de wereld, maer eenvoudig en christelijk hebben opgevoet en hunne tijdelijke middelen niet hebben gespaert om vier van hunnen zoonen tot den dienst van Gods kerk bekwaem te laeten worden. Dit hoort men zelden besonder van ouders die hun hert gesteld hebben op ´s weerelds groothijd en niet begrijpen gelijk zij begreepen hebben dat van Thomas a Kempus ´´Ijdelhijd der ijdelheden en alles is maer ijdelheid behalve God te beminnen en Hem alleen te dienen´´. Door mij J.B. van Hoeck te Vlierden pastoor zijnde anno 1841 gescreeven. |