afb. 1871
1871
Cornelia Theodora Schiedges ('s-Gravenhage 1845 - 's-Hertogenbosch 1928), huwde in 1868 te 's-Gravenhage Daniël Petrus de Booij ('s-Hertogenbosch 1842 - aldaar 1889), borstelfabrikant aan de Orthenstraat. Later werd hij ´fabrijkant militaire equipementstukken´ en tenslotte schoenfabrikant. Hij was de op één na oudste zoon van Johannes Antonius de Booij en Daniëls zus Johanna Elisabeth de Booij-Nederveen. In 1884 had Daniël Nederveen deze neef uitverkoren tot zijn executeur-testamentair en hem in ruil voor de moeite al zijn tekeningen, platen en schilderen in het vooruitzicht gesteld. Rond de eeuwwisseling gaf mevr. de Booij-Schiedges in Den Bosch pianoles aan haar toen in Schijndel wonend nichtje Jo van Vlijmen (Joanna Catharina van Vlijmen ('s-Hertogenbosch 1881 - Haarlem 1960), de latere mevr. Weusting-van Vlijmen. [Jo Weusting-van Vlijmen, Aan de nagedachtenis van vader en moeder: generaal-majoor B.R.F. van Vlijmen en Louise de Booy, getypt stuk van 28 pagina's, Haarlem, 11 februari 1950-1952, p. 9 : ‘Ook bij tante Cor (elders noemt Jo haar tante Keetje) de Booy-Schiedges waren schilders in de familie.’ Dit staat aan het einde van de korte beschrijving van Daniëls stukken bij de naaste familie, waarbij dit werkstuk overigens onvermeld blijft. Bij deze schilders moeten we denken aan Petrus Paulus Schiedges ('s-Gravenhage 1813 - aldaar 1876), gespecialiseerd in zee- en riviergezichten met boten, en aan diens gelijknamige zoon ('s-Gravenhage 1860 - Amersfoort 1922), een landschapschilder.
Jo's jongste broer, Bernard van Vlijmen ('s-Gravenhage 1885 - Bardolino, Italie 1977), was een bekend kunstschilder, grafisch ontwerper en illustrator. Nadere beschrijvingHalffiguur, afgebeelde persoon houdt in de binnenkant van haar tegen de borst gedrukte hand iets dat aan een kettinkje hangt. Een medaillon met daarin een dierbaar portretje of een dito haarlok?Vorm / afmetingenStaand ovaal; hoogte 72.5 cm, breedte 52.0 cm [binnen- of buitenmaten?].Techniek / materiaalOlieverf op doek (doek gespannen op paneel, zoals leermeester Henricus Turken bij zijn zelfportret in het HNBM, eveneens een ovaal, deed?).GesigneerdJa, links midden, voorzijde.Gedateerd1871, links midden, voorzijde.Huidige verblijfplaatsOnbekend.Vroegere verblijfplaats1974 bij Mr. en Mme Corneille Friedrichs, ’s-Hertogenbosch (bron: Kamp (samensteller), 125 jaar Bossche kunst (catalogus van tentoonstelling in het Noordbrabants Museum, gehouden ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van het Stedelijk Gymnasium te ´s-Hertogenbosch). ´s-Hertogenbosch: Noordbrabants Museum, 1974, p. 17). Daniëls achternicht Theresia Helena Johanna Maria (Thérèse) de Booy ('s-Hertogenbosch 1885 - Turnhout 1955) het vijfde en jongste kind van het echtpaar De Booy-Schiedges, huwde op 2 februari 1871 te Antwerpen met Jean Henry Edouard Rodolphe (Edouard) Friedrichs (Elsene, B. 1884 - Turnhout? na 1955), en kregen op 3 december 1911 te Antwerpen geboren Corneille Jean Paul (Cees), hun enige kind. In 1918 huurde het echtpaar het pand Oranje-Nassaulaan 22 te 's-Hertogenbosch, en bewoonde hetzelfde herenhuis zeker nog twee jaar nadien. Vervolgens vertrok het naar Breda. In 1928 zien we man, vrouw en kind (allen Belgische nationaliteit, rk en zonder beroep), voorheen officieel woonachtig te Breda, zich in 's-Hertogenbosch inschrijven. Als woonadres staat dan Bosscheweg 39 aangegeven. In 1935 verhuisde E. Friedrichs-de Booij, want zo noemde hij zich toen, van Vught naar Brussel. De in 1939/40 tot Nederlander genaturaliseerde heer Friedrichs overleed in 1991, vermoedelijk te 's-Hertogenbosch. Hij was getrouwd met O. Waldmann. In 1942 kreeg het paar in 's-Hertogenbosch een zoon en in 1955 was dit stel in dezelfde plaats woonachtig met Jean Paul als enig kind. Het Bossche adresboek van 1943 vermeldt als bewoner van Sonneveld 3: Friedrichs, C.J.P.(bedrijfsleider); J.H.E.R.G. (Edouard) Friedrichs, vader van voorgaande, bewoonde toen Sonneveld 9 en stond daar toen als fabrikant aangeduid.De in 2004 geraadpleegde interne documentatie HNBM zegt aangaande D. Nederveen ‘werken [sic-rg] ook bij de heer Friedricks, ’s-Hertogenbosch’. Geëxposeerd/ literatuurKamp 1974, p. 17 (nr. 47, daar echter geen foto van het schilderij).Bijzonderheid´Ik bedank jullie ook voor het opzoeken van de levenspériode Kunstschilder Daniël Nederveen. Het is altijd interessant een schilderij te kunnen situeren. Over die mijnheer Friedrichs de Booy gesproken, die hebben wij vroeger te Brussel een paar keer ontmoet. Hij dreef toen handel in dameskousen geloof ik. Hij moet familie zijn langs de kant van Getty´s moeder, maar hoe dat juist ineen zit weet ik niet. Hij is gehuwd geweest met een belgisch meisje. Als ik mij goed herinner ging dat niet goed en is nu misschien gescheiden.´Dit liet de heer Pauwels op 9 februari 1968 vanuit zijn woonplaats Rixensart bij Brussel per brief weten aan zijn schoonzus Gerardina F.H. (Diny) Grémaux-van Rooij te 's-Hertogenbosch, de moeder van schrijver dezes. Albert Pauwels was toen sinds een half jaar weduwnaar van Georgette (Getty) Grémaux, de enige dochter van Léonie Grémaux-Sonderegger, die weer de jongste dochter was van Geertrui Sonderegger-Nederveen, Daans jongste zus. Via zijn echtgenote had de heer Pauwels Daans schilderij met daarop refugiehuis Mariënhage verworven. Bedoeld schrijven bevindt zich thans in het huisarchief van RG. |