1876
1876
De oudste dochter van Daans zus Johanna de Booij-Nederveen ('s-Hertogenbosch 1820 - aldaar 1893) was Maria Christina Elisabeth / Maria Elisabeth Christina ('s-Hertogenbosch 1844 - aldaar 1898). Zij trouwde in 1868 te 's-Hertogenbosch met Mattheus Hubertus Josephus Maria Kluijtmans (Maastricht 1837 - 's-Hertogenbosch 1891). Zeker al in 1858 had ´Mathieu´ Kluijtmans een ´fabrijk´ van kerkornamenten in Den Bosch, in 1865 was deze gevestigd aan de Putstraat A 228 (thans Korte Putstraat 23), in 1875 aan de Hooge Steenweg C 417 (thans Markt 105), in 1881-82 Hooge Steenweg C 436 (thans nr. 13), een zojuist geheel gerenoveerd pand. Mede te oordelen naar zijn huiselijke contacten met katholieke geestelijken was Matthieu een vroom man. In 1890 werd hij opgenomen in de psychiatrische inrichting Reinier van Arkel, vervolgens ging hij naar Voorburg (Vught). Twee maanden na daar te zijn ontslagen stierf de ´fabrijkant´ thuis (Hoogen Steenweg C 436). Johanna Arnoldina Maria Hubertina ('s-Hertogenbosch 1871 - Hilversum 1924), was de enige spruit van deze echtverbintenis die de kinderjaren overleefde. In juli 1891, vier maanden na haar vaders dood, trad zij in Den Bosch in het huwelijk met diens neef Adriaan Joseph (Jos.) Koster (Roermond 1860 -Thorn 1924). Had deze ´koopman´ toen hij in maart als eerste getuige van Mathieu Kluijtmans´ overlijden optrad nog zijn geboorteplaats als domicilie; bij het huwelijk was hij inmiddels in Den Bosch woonachtig. Jos. Koster verkondigde in een in 1892 geplaatste Bossche krantenadvertentie, voor ‘grafkranzen’ en zo meer, dat hij van meet af aan de firma ´M. Kluytmans & Co´ voor eigen rekening had geleid, waarbij hij claimde de enige opvolger van wijlen de Heer Mathieu Kluijtmans te zijn. In 1894 werd echter melding gemaakt van ´de firma Wed. Kluijtmans & Co., in kunstborduurwerken en kerkornamenten, Parade te ´s-Hertogenbosch´. Nog in 1908-1910 bestond de ´fa. wed. M. Kluijtmans (kerkornamenten)´ en was toen gevestigd aan de Bossche Koninginnenlaan 7.
Techniek / materiaalPapier; getekend, pastel; mogelijk tot stand gekomen op basis van een foto, zoals Daan dat midden jaren zeventig met minstens twee andere pastelportretten deed, namelijk bij die van moeder Maria en zuster Johanna.Vorm / afmetingenStaand ovaal (ook buitenrand papier heeft deze vorm); hoogte 58 cm, breedte 49 cm (geen sporen inlijsten).Gesigneerd / gedateerdMidden links ´D. Nederveen 1876´.Huidige verblijfplaatsHNMB, inv. nr 11509.Vorige verblijfplaatsIn 1983 aan HNBM geschonken door mevr. T. de Kuyper te Harderwijk. Opmerking RG: De echtelieden Kluijtmans en De Booij hadden zoals gezegd een dochter. In 1891 trouwde deze J.A. Kluijtmans met Jos. Koster. Mevr. Koster-Kluijtmans was in 1910 verbonden met het pand Koninginnenlaan 7, waar zij in wijnen handelde. Op hetzelfde adres stond, zoals reeds vermeld, de kerkornamenten firma van haar overleden ouders ingeschreven. Later vestigde zij zich met haar man in Hilversum.Een de vier kinderen van het echtpaar Koster-Kluijtmans was Johanna Jacqueline Maria Koster ('s-Hertogenbosch 1898 - waar ? wanneer ?). Zij trouwde in 1922 te Hilversum met de 22-jarige in Soarabaja geboren Indische bestuursambtenaar Louis Charles de Kuijper. Twee jaar later woonde het stel te Parée (Kediri), Nederlands Oost Indië. Tussen 30 december 1932 en 15 januari 1933 kreeg het koppel in Soerabaia een dochter. Wellicht schonk deze achterkleindochter - of was het toch haar zus/schoonzus? - van de afgebeelde de bewuste pasteltekening. |