afb. ca 1908
Restanten van oude waterpoort XIIIA, bestaande uit twee halve ronde hoektorens waarvan de noordelijke later is opgemetseld en momenteel nog zichtbaar is. De zuidelijke toren bevindt zich bijna geheel onder het huidige maaiveld. Gebouw van eenvoudige doch harmonische architectuur en van oudheidkundige waarde. |
Nabij het tweede Groot Ziekengasthuis en wel op de uiterste punt, die daar ter plaatse door de beide armen der Dieze gevormd wordt, stond oudtijds een toren, waarvan het onderste stuk is afgebeeld in Deel I blz. 17; deze en de aan de overzijde dier rivier gestaan hebbende toren, waarvan het onderste stuk ook nog bestaat, vormden de twee steunpunten van eene waterpoort. Vanaf laatstbedoelden toren liep een nu nog grootendeels bestaande vestingmuur Zuidwaarts tot aan de Gevangen poort. Al deze vestingwerken maakten eens een deel uit van de allereerste omwalling van den Bosch.
| 286 | ||||||
J. van Oudenhoven deelt in zijne Beschryvinge der stad 's Hertogenbossche 1e uitgave blz. 46 over eerstbedoelde toren het volgende mede: Is daer (bij het Groot Ziekengasthuis n.l.) noch een oudt, hooch ende vast ghebouw, hebbende 't fatsoen ende den naem van eenen tooren ende wort nu ghenoemt de Gasthuystooren, correspondeerende op 't achterste deel van de oude Lovensche poort, nu de Ghevangenpoort.
Op dezen toren hebben betrekking de navolgende Bossche Schepenakten:
| 287 | ||||||
| 288 | ||||||
Dit gasthuis is nog steeds eigenaar van de plaats, alwaar meerbedoelde toren eens stond en van den daartoe behoorenden tuin. Wanneer die toren werd afgebroken is onbekend.
| 289 |
Fors en majestueus is de afgelopen week de toren van de uit 1225 daterende waterpoort tevoorschijn gekomen bij de restauratiewerkzaamheden aan de Binnendieze. De uit het eind van de twaalfde eeuw daterende vestingstad 's-Hertogenbosch kreeg al spoedig na haar stichting een beschermende stenen muur om de stad tegen de vijand te beschermen. In deze vesting kwamen drie kostbare stadspoorten, waarvan de kronieken vertellen dat deze geschonken werden door de drie andere Brabantse steden: Leuven, Brussel en Antwerpen. De jonge stad kende ook twee waterpoorten.
's-Hertogenbosch was gesticht op een dekzandrug temidden van de delta van de rivieren Aa en Dommel. Deze rivieren stroomden vlak langs de huidige Markt en werden daarom gebruikt als een verdedigingsmiddel: erachter verrezen de stadmuren. Eén uitzondering: al direct werd een tak van de rivier de Aa binnen de stad geleid: dit om de handelsfunctie van de nederzetting te stimuleren. En hier begint de Binnendieze! Want de Bossche Binnendieze is eigenlijk het restant van de delta van de Aa en de Dommel die binnen de ommuurde stad zijn komen te liggen.
Bij de restanten van de waterpoort begon de Binnendieze. Het was niet mogelijk 'zo maar' door te varen vanaf de Aa: nee, er zal wel degelijk een bewaking aanwezig geweest zijn. Ruim een eeuw is de waterpoort in functie geweest. In 1318 kreeg de stad toestemming haar muren te verleggen en dat gebeurde in de loop van de veertiende eeuw. De twee waterpoorten verloren toen hun vestingfunctie, evenals de drie landpoorten.
De waterpoort bij het Rozemarijnpoortje heeft daarna een 'verborgen' bestaan geleid. Slechts vanaf de Binnendieze kon men haar zien. Deze Binnendiezetak - oorspronkelijk van de rivier de Aa - werd vanaf het begin van de negentiende eeuw van water voorzien door de Dommel. Varend op de Binnendieze, of vanaf het bruggetje in de Gasthuisstraat kon men de toren(s) zien. De meeste Bosschenaren wisten niet van het bestaan af.
Kees Spierings schreef erover in Het Bisdomblad van 19 november 1965: „Ik zie al uw verbaasde gezichten en hoor uw even verbaasde uitroepen bij mijn mededeling dat dit oeroude muurgedeelte nog steeds bestaat.” Toen Spierings dit schreef, was de oudste Binnendiezetak (stromend vanaf deze waterpoort naar een zelfde poort in de buurt van het Geertruikerkhof) inmiddels gedempt en was één van de torens geheel onder het zand verdwenen. Maar hij gaf wel een suggestie: „Had ik het voor het zeggen, ik maakte achter in de Korte waterstraat een open poort... om stadgenoot en vreemdeling gelegenheid te geven, ongestoord en in stilte peinzend te genieten van dit weergaloos mooie plekje stadschoon.”
Er kwam een doorgang vanuit de Korte Waterstraat en een aan het Herman Moerkerkplein. De ene toren bleef echter grotendeels 'verstopt' achter het zand van de gedempte Binnendiezetak, de andere toren zat geheel onder het maaiveld. Bij de restauratie van de Binnendieze is nu de toren weer grotendeels naar voren gekomen en zal ook de andere toren hoogstwaarschijnlijk een accent krijgen. Nu reeds duidelijk te zien vanuit de Gasthuisstraat, maar binnenkort via het Herman Moerkerkplein.
|
|
De oude waterpoort, vóór 1960H. Corvers(tekening) 's-Hertogenbosch Waterstad |