afb. 1616
De waterpoort de Boom. Denkelijk werd zij zoo genaamd, omdat zij werd afgesloten door een boom of balk; zij stond aan den mond der Haven 1) en bestond uit twee hooge torens, waarvan de een zich bevond ter plaatse van de aanlegplaats der Arnhemsche boot, zooals men nu nog kan zien aan het aldaar aanwezig voetstuk daarvan en de ander aan de overzijde van het water; deze torens werden in 1448, bij gelegenheid, dat de Haven gegraven werd, gebouwd 2) en waren alleen aan den buitenkant rond, daar zij toch aan den binnenkant vlak waren; zij hadden eenige verdiepingen en aan de binnenzijde spitse gevels; door eene steenen brug waren zij aan elkander verbonden, zoodat schepen met opstaande masten niet in de Haven konden komen. Van Heurn in zijne Beschrijving vermoedt, dat deze torens met de brug kort na de overgave van den Bosch in 1629 afgebroken zijn; bij zijn leven bestond van den toren, die aan de overzijde van het water stond, ook nog het voetstuk en lag tusschen beide voorbedoelde voetstukken de boom en daarvoor nog een tweede drijfbalk. Vlak buiten deze poort stonden oudtijds ook huizen, zooals blijkt uit eene Bossche Schepenakte van 1520 (Reg. no. 119 f. 142) alwaar van een erf gezegd wordt, dat het lag juxta turrem oppidi, dictum den boem; zij werden reeds in 1434 afgebroken 3). | 33 |
Noten | |
1. | Het wachthuis of corps de garde, dat daarbij stond, werd eerst in 1638 gebouwd en is in het laatst der 19e eeuw door een grooter militair gebouw vervangen. |
2. | Van Oudenhoven t.a.p. blz. 25. Uit R.A. van Zuylen De Stadsrekeningen blijkt echter, dat er reeds in 1400 een toren aan den Boom stond; wellicht lag deze boom op eene andere plaats. |
3. | Cuperinus t.a.p. blz. 108. |
's-Hertogenbosch kent nog twee restanten van waterpoorten: die aan het Herman Moerkerkplein, en die aan het einde van de Haven. Opmerkelijk is het tevens dat beide middeleeuwse restanten binnenkort gerestaureerd gaan worden. De eerste waterpoort raakte al in de veertiende eeuw buiten functie door de verlegging van de stadsmuren. Dat was tevens de reden dat er dus een nieuwe waterpoort gebouwd diende te worden.
In 1441 werd de Binnendieze gedeeltelijk verlegd, waardoor de bouw van een nieuwe waterpoort noodzakelijk was. Dat gebeurde in 1448. Deze waterpoort werd 's nachts afgesloten met een zware boom voorzien van ijzeren pinnen en met een hekwerk. Hieraan ontleende deze poort haar naam: de poort 'aen den Boom'. Ter weerszijden van deze poort stonden twee hoge torens. Aan de buitenzijde waren deze torens rond. Aan de stadszijde kenden zij spitse gevels. Onderling waren deze twee torens door middel van een stenen brug (waaronder scheepvaartverkeer mogelijk was) met elkaar verbonden.
Anderhalve eeuw later nam het stadsbestuur de beslissing de twee torens van hun spitsen te ontdoen. Er bleven vanaf 1591 slechts twee voetstukken van torens over, waartussen 's nachts de boom gelegd werd.
Van deze middeleeuwse waterpoort resteert ons momenteel slechts één overblijfsel van een toren: aan het einde van het zogenaamde Oliemolenbastion, bij de Zuidwillemsvaart. Het tweede voetstuk is opgeruimd bij de verbreding van het kanaal in 1877-1880.
De enige herinnering aan deze stadspoort vormde tot nu toe de ophaalbrug over de Haven. De oorspronkelijke 'Boombrug' werd rond 1900 uitgebreid met een tweede bruggetje, speciaal aangelegd voor de stoomtram. Omdat deze direct na het passeren van dit bruggetje moeilijk een scherpe bocht kon maken, werd het huisje ontdaan van een deel van de voorgevel; zij kreeg een ronde hoek.
Onder de Boombrug bevinden zich nog steeds twee sluisdeuren. Het is geen overblijfsel meer van de oude 'boom' waarmee de stad afgesloten werd, maar vormden een onderdeel van de waterhuishouding van de stad. Als het water 's winters hoog kwam, werden de sluisdeuren gesloten en was de haven niet meer bereikbaar voor schepen. Deze moesten dan uitwijken naar de 'Buitenhaven'.
Een interessante geschiedenis, daar aan het einde van de Haven. Het resultaat van de restauratiewerkzaamheden zullen we over enige tijd ongetwijfeld kunnen bewonderen. Eveneens kunnen we dan vernieuwd kennismaken met de oudste Bossche waterpoort, die aan het Herman Moerkerkplein.
|
Vanaf de ophaalbrug, de Boombrug, zien we links een torenvoetstuk. Tot in de zestiende eeuw stond hier een hoge toren en aan overzijde nog zo'n toren. Daartussen was een overloop die zo hoog was dat de schepen er met de mast omhoog onder door konden.Toen de stadsmuren tot wallen werden verbouwd en de bastions aangelegd, zijn ook deze torens verlaagd. Aan de damwandprofielen, rechts van de brug, kunnen we zien waar de aanzet van dit bouwwerk lag. De haveningang kon tussen deze twee torens worden afgesloten met een drijvende boom, vandaar de naam Boombrug en Boomtoren. Toen de Dommel rechtgetrokken werd is ook de aansluiting met de Zuid-Willemsvaart verbreed wat tot gevolg had dat een toren en ook een bastion van de Citadel moesten verdwijnen. Het huis met de trapgevel is in de negeniende eeuw gebouwd als bureel en dienstwoning van de plaatsmajoor. Deze militaire functionaris regelde de wacht en garnizoensdiensten in het garnizoen. Ook bij deze waterpoort stond een wachthuis met een militaire wacht, de wacht aan de Boom. |
1400 |
De waterpoort bij de haven wordt vernieuwd. Het werk wordt aanbesteed voor 101 gulden. De poort dankt haar naam 'De poort aan den Boom' aan de zware boom met lange ijzeren pinnen, waardoor het scheepvaartverkeer naar de stad afgesloten kan worden. Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch |
|
1441 |
Door de verzanding van het Zwarte Water (de Dieze) ondervindt de scheepvaart veel hinder. Men besluit de stroom te verleggen. Tengevolge hiervan moet er een nieuwe dijk gelegd worden tussen Orthen en 's-Hertogenbosch en wordt ook de toegang tot de haven verlegd. Er wordt een nieuwe waterpoort gebouwd, afsluitbaar met een zware mastboom met ijzeren pinnen en grote hekken en geflankeerd door twee halfronde torens, die verbonden zijn door een stenen brug, waaronder scheepvaartverkeer mogelijk is. Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch |
|
1591 |
In 1591 al besloot het stadsbestuur deze beide spitsen van de torens af te breken. Bron: Tussen Sint Janspoort en Orthenpoort |
|
1880 |
Het tweede torendeel verdween in 1880 bij het verbreden van de Zuid Willemsvaart. Bron: Tussen Sint Janspoort en Orthenpoort |
|
1995 |
In het voorjaar van 1995 werd een deel van deze poort archeologisch onderzocht. Hierbij kwamen de fundamenten te voorschijn. De poort had torens met een hoefijzervormige plattegrond en bleek tussen 1350 en 1400 te zijn gebouwd. In 1448 besloot het stadsbestuur om de ingang van de haven te verleggen, waarbij de poort werd voorzien van een veelhoekige schil. Bron: De Moerasdraak |
1399 |
Kapittel 13Poorten dezer stad in 1399. De poort aan den Boom.
R.A. van Zuylen, Inventaris der archieven van de stad 's Hertogenbosch I (1863) 4
|
|
1400 |
Kapittel 5. De Boom aan den havenmond aanbesteed.
R.A. van Zuylen, Inventaris der archieven van de stad 's Hertogenbosch I (1863) 11
|
|
1400 |
Kapittel 9. - Het Heiligenbeeld in den toren aan den Boom gebracht. - Het maken van den Boom aan de havenmond.
R.A. van Zuylen, Inventaris der archieven van de stad 's Hertogenbosch I (1863) 12
|
|
1507 |
Kapittels 19 en 20. Eene sluis en verlaat buiten de Boom in de Dieze gamaakt. |
|
1533 |
Kapittel 104. Graafwerken en karrevrachten tot herstel van het Blokhuis op den Ham, het maken van een overlaat bij den Boom te 's Hertogenbosch en het verleggen van de rivier de Aa door de stad 's Hertogenbosch.
R.A. van Zuylen, Inventaris der archieven van de stad 's Hertogenbosch I (1863) 503
|
|
1539 |
Kapittel 26. Dagwakers aan de poorten der stad 's Hertogenbosch om toe te zien op de inkomende vreemdelingen.
R.A. van Zuylen, Inventaris der archieven van de stad 's Hertogenbosch I (1863) 565
|
|
1544 |
Kapittel 26. Opgraving van de stroom en de diezen buiten en binnen den Boom en achter de Mandemakersstraat.
R.A. van Zuylen, Inventaris der archieven van de stad 's Hertogenbosch I (1863) 626
|
|
1570 |
Kapittel 16. Het ijs van de hekel aan den Boom met geweld gebroken en die hekel opgetoogen.
R.A. van Zuylen, Inventaris der archieven van de stad 's Hertogenbosch II (1866) 847
|
|
1578 |
Kapittel 14. Werken aan de sluis bij de Boom, schipbrug over de Dieze te Engelen, voor passage der Schotten.
R.A. van Zuylen, Inventaris der archieven van de stad 's Hertogenbosch II (1866) 980
|
|
1584 |
Kapittel 10. Dam en sluis aan den boom in de Dieze gelegd.
R.A. van Zuylen, Inventaris der archieven van de stad 's Hertogenbosch II (1866) 1048
|
|
1592 |
Kapittel 15. De sluis aan den Boom gemaakt.
R.A. van Zuylen, Inventaris der archieven van de stad 's Hertogenbosch II (1866) 1096
|
|
1609 |
Kapittel 6. Materialen tot opbouwing van de vestingmuren aan de Vuchterpoort en aan den Boom.
R.A. van Zuylen, Inventaris der archieven van de stad 's Hertogenbosch II (1866) 1191
|
|
1611 |
Kapittel 18. • De dijk langs Stads gracht van de Vuchterpoort tot den Boom gemaakt. • Den Bak buiten den Boom hersteld.
R.A. van Zuylen, Inventaris der archieven van de stad 's Hertogenbosch II (1866) 1206
|
C.J. Gudde, 's-Hertogenbosch geschiedenis van vesting en forten (1974) 43, 44-46, 54, 57, 63, 73, 90, 91, 93, 94, 95, 96, 97, 109, 135, 137, 142, 144, 149, 157, 164, 205
Henk Henkes, Van den Raethuys tot Stadhuis (2016) 50, 173
J.H. van Heurn, Beschrijving der Stad 's-Hertogenbosch (2022) 79
Jan Sanders, Kroniek van Molius (2003) 119, 212, 377