afb. ca 1645
Tussen de huidige panden Orthenstraat 38 en 40 én 43 en 45 aan de andere zijde, stond ooit de Orthenpoort. De poort maakte deel uit van de eerste stadsmuur, waarvan de bouw aan het eind van de 12e eeuw begon. In die muur werden drie landpoorten, twee waterpoorten en drie hoektorens (bolwerken) geplaatst. De vestingmuur is rond 1220 voltooid en is daarmee een van de oudste, gemetselde vestingwerken van Nederland. De drie landpoorten werden in de late middeleeuwen vernoemd naar en betaald door een van de drie zusterhoofdsteden van het toenmalige Hertogdom Brabant. Aan de Hinthamerstraat stond de Leuvense of Gevangenpoort, aan de Vughterstraat de Antwerpense of Onze Lieve Vrouwepoort. De derde landpoort in de eerste stadsmuur was de Brusselse Poort in de Orthenstraat. Hij werd ook wel Heilige Kruispoort genoemd, naar een nabij gelegen kapelletje. De poort had twee hoefijzervormige torens, waarvan de ronde zijde naar buiten was gericht. Vóór de poort stroomde een Binnendiezetak, die als stadsgracht fungeerde. Bij archeologisch onderzoek in 1980 en 1983 zijn resten van de poort teruggevonden, waarna de oude torenvormen met zwarte beklinkering in de bestrating zijn aangegeven. Aan de buitenzijde van de stadsmuur was een voorpoort aanwezig, waarvan vorm en omvang niet bekend zijn. Begin 14e eeuw werd de voorpoort gesloopt en de gracht gedempt. De Orthenpoort zelf bleef behouden, en kreeg de functie van kruitopslagplaats, in 1325 werd zij bestempeld als binnenpoort. In het gedeelte tussen beide torens boven de poortdoorgang vergaderde het kramersgilde. Rond 1810 is de Orthenbinnenpoort gesloopt. |
De oudste vermelding van deze poort is uit 1303 ('porta vici Orthensis'). De poort, bestaande uit twee hoefijzervormige torens met daartussen de doorgang, was gemetseld met grote bakstenen afgewisseld met stukken tufsteen. De poort zal gezien de bouwwijze in het eerste kwart van de 13de eeuw zijn gebouwd. Zij heeft haar verdedigende functie al spoedig verloren; al in 1290 blijken er huizen aan de buitenzijde van de poort te staan. In 1325 wordt hij bestempeld als binnenpoort. Aan de buitenzijde was een voorpoort aanwezig, waarvan de vorm en omvang niet bekend zijn. Deze is na het buiten gebruik raken van de eerste stadsommuring gesloopt en de gracht gedempt. Naast de poort stond toen al een huis dat in 1363, mogelijk in verband met de ontmanteling, verbouwd is. De stadspoort zelf bleef behouden en kreeg de functie van kruitopslagplaats. Het gedeelte tussen de beide torens boven de poortdoorgang werd als vergaderzaal benut. De westelijke toren kwam in het bezit van de eigenaar van het 'Huis van Ysselstein'. Kort na 1800 is de poort gesloopt. Ter voorbereiding van de sloop is een opmetingstekening vervaardigd. Ter plaatse zijn enkele huizen gebouwd, in welke kelders nog restanten van de onderbouw van de poort waren opgenomen. Deze zijn door J. Mosmans kort voor de sloop van de huizen in 1915 opgemeten. | 472 |
Deze poort stond in den eersten ringmuur der stad tusschen de tegenwoordige huizen Orthenstraat Nos 40 en 38 eenerzijdsen 45 en 43 anderzijds. Zij heette de Brusselsche poort, omdat zij op kosten der stad Brussel zoude gebouwd zijn; ook wel de St. Peters schutspoort, ofwel de H. Kruispoort, omdat in hare nabijheid het kapelletje van het H. Kruis zich bevond. Zij had een torentje, waarin de slaande klok der St. Peter en Pauluskerk gehangen werd, toen die gesloopt werd. Omstreeks het jaar 1800 zal zij zijn afgebroken. Zooals wij reeds zagen, werd er een tijdlang het buskruit, dat benoodigd was voor de verdediging der stad, bewaard. Later vergaderde er het Kramersgilde. 1) Het bezat eene door J. de Langhe vervaardigde schilderij, die in 1829 hing in een gebouw der St. Janskerk, dat tegenover hare Kosterij staat en aan den voet waarvan een bord zich bevond, waarop dit versje geschilderd was:
Kramers hoort nae dese leering,
Soo ghy wilt ghesegend zijn,
In u coopmanschap en neering,
Vreest den Heer, geeft ieder 't zijn.
Maeckt u maeten, ellen, wicht,
Niet te kleyn, te kort, te licht.
Anno 1658.
| 119 |
Thans bevindt zich dit schilderstuk, doch zonder het bord, in het gebouw van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noordbrabant.
| 120 |
Noten | |
1. | Taxandria XIV p. 150. |
Nadat Hertog Hendrik van Brabant de stad in 1185 stadsrechten had verleend werd er met bekwame spoed een vestingmuur met drie stadspoorten om de kleine nederzetting gebouwd, die omstreeks 1220 gereed was. De stadspoorten kregen de namen van de voornaamste steden van het Hertogdom, Brussel, Leuven en Antwerpen. De contouren van de Brusselse poort zijn met zwarte steen aangegeven in het plaveisel. Voor deze poort lag een stadsgracht die in verbinding stond met de Dieze. In 1318 gaf de Hertog toestemming de stad uit te breiden en toen ontstonden de West-, de Noord- en Zuidwal zoals we die nu nog kennen. |
1644 |
In 1644 werd de Poort verrijkt met een uurwerk, dat afkomstig was van de afgebroken Petrus en Pauluskerk. Bron: Tussen Sint Janspoort en Orthenpoort |
|
1810 |
Omstreeks 1810 afgebroken. Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch |
|
De Orthenbinnenpoort ofwel de "Brusselsche Poort", z.j.Gesigneerd: V. Blonde, toegeschreven aan M.J.C. Weegenaar, die veel vervalsingen gemaakt heeft(gekleurde krijttekening, 15 x 20 cm) Prentenkabinet Bibliotheek Provinciaal Genootschap, 's-Hertogenbosch Deze heeft gestaan in de Orthenstraat ter hoogte van het Bokhovenstraatje. De "Brusselsche Poort" ook wel H. Kruispoort genoemd -omdat zich in de nabijheid een kapelletje van het H. Kruis bevond- werd op kosten van de stad Brussel gebouwd. De poort werd omstreeks 1800 afgebroken. |
1399 |
Kapittel 13Poorten dezer stad in 1399. De heilige kruispoort.
R.A. van Zuylen, Inventaris der archieven van de stad 's Hertogenbosch I (1863) 4
|
|
1597 |
Kapittel 10Op de heilig kruispoort eene gevangenis gemaakt, ter beschikking van den Gouverneur van Grobbendonck.
R.A. van Zuylen, Inventaris der archieven van de stad 's Hertogenbosch II (1866) 1114
|
|
1605 |
Kapittel 17De heilige kruispoort, door verzuim van den Provoost, afgebrand.
R.A. van Zuylen, Inventaris der archieven van de stad 's Hertogenbosch II (1866) 1167
|
C.J. Gudde, 's-Hertogenbosch geschiedenis van vesting en forten (1974) 11, 14, 15, 17-18, 43, 49
Henk Henkes, Van den Raethuys tot Stadhuis (2016) 170, 173
J.A.M. Hoekx e.a., Vruchten van de goede en de slechte boom : Heyman Voicht van Oudheusden over de godsdiensttwisten in zijn stad 's-Hertogenbosch en in Breda (1577-1581) (2008) 190
L.P.L. Pirenne, 's-Hertogenbosch tussen Atrecht en Utrecht (1959) 20, 57, 158
M.H.M. Spierings, Het Schepenprotocol van 's-Hertogenbosch 1367-1400 LIX (1984) 26n